Draagt het beleid na zeven jaar VLD-regime ook liberale accenten, of heeft Guy Verhofstadt onderweg zijn ziel aan de socialisten verkocht? Drie opiniemakers zoeken het antwoord op de vraag: hoe blauw is paars?

‘Een van de beste leerlingen van de Europese begrotingsklas.’ Voormalig begrotingsminister Johan Vande Lanotte (SP.A) had zijn opvolgster duidelijk over haar communicatie geïnstrueerd. Freya Van den Bossche (SP.A) nam welwillend bloemen en felicitaties in ontvangst, en reageerde zelfs niet op de gesmoorde kritiek van de oppositie. Omdat het gehamer op steeds hetzelfde aambeeld – de eenmalige begrotingsoperaties – stilaan als een haperende plaat van tafel kan worden geveegd. Want, zei Van den Bossche: ‘De begroting is alweer in evenwicht, ondanks het feit dat de economische groei één procent lager lag dan de Nationale Bank had verwacht.’

Petercam-econoom Geert Noels gunt Freya de rozen, maar hij ziet ook de doornen. ‘Het is een kunst op zich om elk jaar over de begroting te communiceren zonder ooit melding te maken van rentemeevallers. Laat staan dat onze regering die zou kwantificeren, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse regering systematisch doet. De slechte conjunctuur was geen obstakel in het herstel van de Belgische staatsfinanciën. Zelfs eerder een bondgenoot. Vroeger was een slabakkende economie meestal verbonden met een hoge rente; nu is de rente historisch laag gebleven en zelfs blijven dalen, waardoor de rentelasten en onze staatsschuld bijna vanzelf daalden. Juist daarom heeft Paars een uitgelezen kans gemist om een spaarpot voor de vergrijzing aan te leggen. De regering heeft de rentemeevallers volledig opgesoupeerd, waarschijnlijk als pasmunt voor de socialisten, die zonder die kortetermijnmaatregelen uit de regering waren gestapt. Dat is trouwens ook een opmerkelijke keuze van de SP.A, die de kans op een pensioenspaarpot heeft opgeofferd voor haar belangen op korte termijn.’

Er zijn amper cijfers te vinden die Noels’ stelling onderstrepen of ontkrachten. Ook dat lijkt tekenend voor Paars. De Hoge Raad voor Financiën, die moet waken over de federale begroting, heeft al een jaar geen verslagen meer gemaakt over de begroting – en dat is voor het eerst sinds 1969. De recentste statistieken van de Nationale Bank van België gaan over de begroting van 2004. Op www.begroting.be, een hippe overheidswebsite, dateert de laatste aanpassing van de gegevens van 2004. Als u trouwens meer over de Belgische minister van Begroting te weten wilt komen, kunt u op de webstek doorklikken naar… de site van Johan Vande Lanotte, sinds oktober 2005 partijvoorzitter van de SP.A. En in de communiqués van de federale regering staat ook al geen schat aan informatie: het primair surplus (het begrotingsoverschot, exclusief de rentelasten), dat ten tijde van het Stabiliteitspact in 1998 tot de norm voor het begrotingswerk verheven werd, komt in de persberichten nog maar zelden voor.

Zegt het primair surplus iets over de kwaliteit van de begroting?

GEERT NOELS: Uiteraard. Nu de regeringen geen vat meer hebben op het rentebeleid, is het primair surplus dé waardemeter bij uitstek. Wel, volgens recente cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is het in België de jongste zes jaar gehalveerd tot ongeveer drie procent van het bruto binnenlands product. Daarmee doet België het op begrotingsvlak twee keer zo slécht als het Europese gemiddelde, maar ook slechter dan Duitsland of Frankrijk. Dat gegeven is belangrijker dan een ‘begroting in evenwicht’. Maar dat evenwicht zegt niets, tenzij misschien dat België een enorm potentieel heeft laten liggen om een spaarpot voor de vergrijzing aan te leggen. Als de regering erin geslaagd zou zijn om het primair surplus op het niveau van 2001 te stabiliseren, zou België geen Generatiepact nodig hebben gehad. Dan hadden we tegen eind 2006 een échte spaarpot ter waarde van 12 procent van het bbp om de kosten van de vergrijzing te betalen.

Het begrotingsevenwicht hebben we bovendien te danken aan eenmalige operaties, zegt de oppositie. Heeft ze gelijk?

NOELS: Ja en nee. Ook mét die operaties is er de facto een begrotingstekort. De overheid boekt op haar overlopende rekening steeds meer de inkomsten in het lopende jaar, terwijl ze de uitgaven naar later verschuift – een praktijk die in het bedrijfsleven overigens niet mag.

Van de plannen om de overheid efficiënter te maken, een tweede pijler van het beleid van Paars, kwam ook bitter weinig in huis. Is dat een gemiste kans?

NOELS: Ja, want het in stand houden van improductieve jobs kost namelijk productieve jobs. Uit een studie van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) bleek dat België 30.000 ambtenaren te veel heeft. Wellicht zijn het er nog meer. Verhofstadt had moeten laten voelen dat ook de overheid haar duit in het zakje moet doen, nu de Belgische competitiviteit steeds nadrukkelijker in het gedrang komt. Maar de ambtenarij heeft geen inspanningen moeten leveren: het Copernicusplan (het hervormingsplan voor de ambtenarij van de eerste Paarse regering in 1999, nvdr) heeft de lonen van de topambtenaren opgetrokken naar het niveau van de privésector, en verder niets. Aan het hoge ambtenarenpensioen, dat altijd als een uitgesteld loon is beschouwd, werd niet geraakt – al een scheefgetrokken situatie op zich, want ambtenaren dragen minder bij tot de economische groei en de productiviteit. De beloofde benchmarks, de lasten die bij de lusten horen, die zijn met het plan begraven. Acht jaar na het aantreden van Verhofstadt zijn evaluaties van overheidsdiensten nog altijd taboe, want de vakbonden hebben Copernicus helemaal uitgekleed.

Heeft Paars wel werk gemaakt van de Actieve Welvaartsstaat die de regering ons bijna zeven jaar geleden heeft beloofd? Inclusief de nodige belastingverlagingen?

NOELS: De sociale uitgaven zijn onder Paars fors gestegen, maar van het adjectief ‘actief’ in die belofte bleef er bitter weinig overeind. Er zijn heel positieve fiscale accenten gelegd, bijvoorbeeld met de creatie van de notionele interest. Er zijn dienstencheques gekomen en sociale jobs gecreëerd. De privatisering van enkele overheidsbedrijven is doorgezet, en de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging Vincent Van Quickenborne (VLD) heeft enkele heel concrete maatregelen doorgedrukt om de administratieve rompslomp te verminderen. Maar alle pogingen om de arbeidsmarkt aan te zwengelen, zijn vooral door de starre houding van de vakbonden mislukt. Dat is dramatisch, want we schieten natuurlijk naar een bewegend doel: de buurlanden hebben wél maatregelen getroffen, en zij staan niet stil. De VLD heeft voor haar kleine accent-jes in het beleid een enorme prijs betaald.

PARTIJKAART

Conclusie: wie op basis van de cijfers redeneert, zoals economen dat horen te doen, lijkt het rapport van Paars niet veel bijzonders. Toch zijn er ook economen die verzachtende omstandigheden pleiten. Al dan niet toevallig economen met een natuurlijke band met de VLD. Zoals Luc Coene, minister van Staat, vicegouverneur van de Nationale Bank, maar ook kabinets-chef en rechterhand van Guy Verhofstadt in de eerste paarse regering, waar hij mee aan het economisch programma schreef. ‘Alle doelstellingen van Paars I gingen uit van een verkeerde premisse’, zegt Coene. ‘We dachten namelijk dat Europa in navolging van de Verenigde Staten aan de vooravond stond van een lange periode van onafgebroken economische groei. Die kwam er niet, en dat verplichtte de regering om haar economische beleid te realiseren met heel beperkte budgettaire middelen en binnen de strikte grenzen van een precair overheidsbudget. De marge was marginaal: net genoeg om de tanker millimeter bij millimeter te proberen rechttrekken, maar ruim onvoldoende om hem te keren. Binnen dat strikte kader heeft België in de Europese context niet slecht gepresteerd. Frankrijk, Duitsland en Nederland, onze belangrijkste handelspartners, zijn nauwelijks of niet gegroeid. Desondanks had België in 2003, 2004 en 2005 wel een overschot op zijn begroting, én een hogere economische groei dan de buurlanden. En ja, er is kunst- en vliegwerk gebruikt in de begroting. Maar wel om ze in evenwicht te krijgen, niet om onder de drie procent deficit te blijven die het Verdrag van Maastricht voorschrijft.

Aan de uitgavenkant heeft de regering amper bespaard. Heeft de VLD te weinig werk gemaakt van zijn plannen de overheid efficiënter en kostenbewuster te maken?

LUC COENE: Een aantal dingen ís veranderd: er zijn bijvoorbeeld ondernemersloketten gekomen, en de elektronische aangifte aan de RSZ, de zogenaamde Dimona, is ook een enorme stap vooruit. De aanzetten waren er, maar om krachtdadiger in te grijpen, bestonden er noch middelen noch een consensus. Het structurele probleem van de hoge overheidsuitgaven is niet van de baan. Meer nog: het is niet eens afgebouwd.

PAUL DE GRAUWE: (hoogleraar economie van de KU Leuven, gewezen VLD-parlementslid) Alle pogingen om de overheid efficiënter te maken, zijn afgesprongen op de enorme greep van de vakbonden op onze maatschappij en onze structuren. Had Verhofstadt drastischer moeten ingrijpen? Ik vrees dat hij daar niet de politieke hefboom voor had. Kijk naar Copernicus: dat is mislukt omdat de vakbonden het plan gekelderd hebben. Onder die omstandigheden is het misschien al een verdienste dat de toestand niet verslechterd is. Maar er is inderdaad te weinig ondernomen om de Belgische problemen op langere termijn aan te pakken. Het Generatiepact heeft vooral een grote symbolische waarde, omdat het een deur op een kier zet die vroeger potdicht was. Het Zilverfonds is meer een communicatiemiddel dan een boekhoudkundige realiteit. En onze voornaamste concurrenten – Nederland en Duitsland – hebben qua arbeidswetgeving, sociale zekerheid en structuur van de arbeidsmarkt een grote voorsprong op ons genomen. Intussen blijven de ongerijmdheden zich opstapelen in België. Om uitkeringen en nettolonen in balans te brengen, heeft de regering gekozen voor een verlaging van de sociale lasten voor heel specifieke doelgroepen. We blijven dus mensen subsidiëren die niet werken, en eigenlijk is dat pervers. Bovendien is de globale belastingdruk ondanks alle discours niet gedaald. Wat bij de personenbelasting geschrapt werd, is namelijk door andere heffingen gecompenseerd.

COENE: De belastingverlaging, bijvoorbeeld, is grotendeels doorgevoerd zoals ze was vooropgesteld, een paar beperkte verschuivingen daargelaten. En natuurlijk zijn de verlagingen soms gecompenseerd. Paars heeft ook nooit gezegd dat de belastingverlagingen volledig in de belastingdruk zouden worden doorgerekend, en dat er nergens compensatiemaatregelen zouden komen. We hebben alleen gezegd dat de werkende mens méér zou overhouden. U moet er ook rekening mee houden dat de VLD meermaals op een muur is gebotst. Op een bepaald ogenblik lag de afschaffing op tafel van de extra belastingvrije bijdragen voor vervangingsinkomens – het gunstige fiscale regime voor mensen die van een uitkering genieten. Die maatregel is volstrekt absurd: hij zorgt ervoor dat een uitkeringsgerechtigde die 15.000 euro per jaar krijgt, daar géén belastingen op betaalt. Een laaggeschoolde arbeider met hetzelfde loon moet per jaar 2000 euro aan de fiscus afdragen. Die maatregel afschaffen kost niets, maar het zorgt wel voor een enorme incentive op de arbeidsmarkt. Alleen: de coalitiepartners wilden daar niets van horen.

Had Guy Verhofstadt daar niet meer op zijn strepen moeten staan? Heeft de VLD haar ziel verkocht om aan de macht te kunnen blijven?

COENE: Als u vertrekt van het profiel van de VLD in 1999, zou u dat kunnen stellen. Paars had theoretisch beter gekund, onder bepaalde voorwaarden, en ik had de liberalen best wat ambitieuzer willen zien. Maar omdat ons kiesstelsel coalitieregeringen vraagt, was meer ambitie niet mogelijk. En ik stel trouwens vast dat de socialisten het verwijt krijgen dat Paars juist veel te marktgericht heeft gedacht.

DE GRAUWE: De liberale accenten van 1999 zijn al heel snel gebotst met de politieke strategie van de VLD. Met CD&V in de touwen hoopte de partij de christendemocratische kiezers in het centrum te kunnen inpalmen, en zichzelf incontournable te kunnen maken voor een hele generatie. De liberale intenties zijn voorbijgestoken door de politieke calculus, en daarom zijn Verhofstadt en co. niet ver genoeg gegaan om hun ideeën door te drukken.

FRANK DEMETS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content