Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Dit weekend worden in Augusta de US Masters golf gespeeld. Het eerste van de vier majortoernooien in een Rydercupjaar.

De meest opgemerkte prestatie op een golfterrein kwam vorig jaar van Graham Salmon, een blinde speler die voor de tweede keer in zijn loopbaan een hole-in-one liet optekenen. De meeste golfers in het circuit voor blinden zien slecht. De meesten in de PGA-Tour trouwens ook. Maar Salmon ziet helemaal niets, en heeft ook nooit kunnen zien. Hij speelt dus enkel volgens de aanwijzingen van de caddie, iets wat golfers met goede ogen juist proberen te vermijden. Hij heeft ook geen enkel idee waar zijn bal is terecht gekomen. De blinde Amerikaan Pat Browne verwoordde het treffend toen hij, na een shot dat op de spoorlijn naast de golfbaan was terecht gekomen, opmerkte : ?Dit is de slechtste swing die ik ooit heb gehoord.? Salmon, die ook in atletiek en skiën al zijn kwaliteiten bewees, staat nu in het gouden golfboek. Eén keer een hole-in-one slaan kan voor een slechtziende geluk zijn, twee keer is dat niet meer.

Een ander voorbeeld van vakmanschap werd eind vorig jaar geleverd door Arnold Palmer, met zijn 67 jaar een echte veteraan uit het circuit en winnaar van zeven majors. Het gebeurde in de Skills Chalenge, een leuk toernooi waar het er niet op aan komt om in zo weinig mogelijk slagen een bal te putten, maar wel om met één slag zo dicht mogelijk bij de hole te liggen. Iedereen krijgt per hole drie pogingen, de beste telt. Het parcours is zodanig opgebouwd dat het echt om precisiewerk gaat. Een aflopende green, een pin vlakbij een meertje, een heuveltje dat het zicht ontneemt, enkele verraderlijke bunkers, een Toyota Lexus die in de weg staat (dit soort toernooien wordt rijkelijk gesponsord), noem het maar op. Ook voor doorgewinterde profs buitengewoon moeilijk. Al verraste krachtpatser John Daly, wiens drives te vergelijken zijn met de inslag van een heimachine op een kwartelei, vriend en tegenstander door kwartelei zo na de wedstrijd te winnen. Daly is ondertussen helaas weer in zijn oude drankmisbruik hervallen, met enkele gewelddadige uitbarstingen tot gevolg. Hij heeft zich nu ingeschreven in het Betty Ford Alcohol Rehabilitation Programme.

Maar goed, we hadden het over Palmer, die op een bijzonder moeilijke hole het balletje de tee afmepte en terwijl het begon te klimmen zijn collega’s al toeriep : ?Don’t bet against it gentlemen.? Tot verwondering van eenieder viel de bal dood op zeven centimeter van het gat. Dat was op zich al een fantastisch shot, maar vooral het feit dat Palmer dat al gezien had toen de bal nauwelijks vertrokken was, maakte indruk.

Good old Arnold was in zijn tijd een beruchte mepper, van wie de Los Angeles Times schreef : ?Hij slaat op de bal zoals Clark Gable op de slaapkamerdeur van Scarlett O’Hara.? Er was een boekje in omloop dat een lucide uitgever bij wijze van grap had gemaakt : ?Golflessen van Arnold Palmer.? Het bestond uit een mooi kartonnen kaft met binnenin één gedrukte bladzijde : ?Sla op de bal, ga hem zoeken, en sla er nog harder op.?

Arnie beschouwde zelfs een shot dat in rechte lijn naar de pin midden op de fairway belandde, als een verloren slag. Volgens Lee Trevino zou Palmer nog naar de vlag mikken als hij op de rug van een alligator stond. Toen hij zestig werd, gaven enkele minder fijnzinnige vrienden hem een grafsteen cadeau waarop stond : ?Hier ligt Arnold Palmer. Hij wou altijd al eerst op de green zijn.?

Begin dit jaar is hij in Rochester geopereerd nadat kanker aan de prostaat was vastgesteld. Negen weken later stond hij in Orlando alweer op de greens van zijn eigen golfbaan voor de Bay Hill Invitational. Arnold is klaar voor de Masters. Die hij al vier keer won, zij het lang geleden. De voorbije twaalf jaar haalde hij niet één keer de cut halfweg, en dat zal ook dit jaar niet gebeuren, maar respect is in deze elitesport een waarde die hoog staat aangeschreven, en Palmer geniet het respect van eenieder.

?Er was niets als Palmer, vóór Palmer,? luidt het in golf. Op Augusta is er bij een fonteintje aan de zestiende tee een gedenkplaat voor hem opgericht. De fans, bekend als Arnie’s Army, beschouwen dat water als heilig. Zij houden vol dat je er zieken mee kan genezen. Palmer is niet alleen immens populair bij de fans, maar ook bij de collega’s. Hij is immers de man die het grote geldgewin in het golf geïntroduceerd heeft. Weliswaar in de eerste plaats voor zichzelf, maar de anderen profiteerden in zijn spoor. Dank zij dat geld verwierf Arnie veel meer geld. Waarmee hij waarschijnlijk onbewust het Mattheus-effect van professor Deleeck bewees. Palmer investeerde zijn winst in tal van bedrijven die hem een onmetelijk fortuin opleverden. Zo was hij onder meer eigenaar van een wasserijketen. Wat Dave Marr tot de volgende racistische uitspraak verleidde : ?Ik denk er niet aan om mijn spullen bij Arnold te laten wassen. De enige professionele golfer aan wie ik mijn wasgoed zou toevertrouwen is Chen Chingpo.?

DE MAJORS VAN VORIG SEIZOEN

Laten we de uitschieters van vorig seizoen even opfrissen. Van de vier grote major-toernooien zullen vooral de Masters en de PGA in de herinnering blijven. Nick Faldo won de Masters op Augusta, en mocht zijn derde groene jasje in ontvangst nemen. Deze trofee voor de winnaar is een zeer gegeerd kleinood. Toen lang geleden een verslaggever aan Craig Stadler vroeg welke maat dat jasje eigenlijk had, antwoordde die : ?Dat zullen we nooit weten, want ik ben niet van plan het nog ooit uit te doen.?

Groen is de kleur van Augusta, geaccentueerd door een overweldigende bloemenpracht. In Georgia worden ze wild over hun golfbaan, die in de jaren dertig werd opgericht door de legendarische Bobby Jones. De Amerikanen zeggen : Augusta National Golf Club is de golfbaan die het dichts bij de hemel ligt, en het is even moeilijk om er te geraken. Zeker voor buitenlanders, die maar mondjesmaat worden uitgenodigd voor de Masters.

Wie houdt van de Engelse en Schotse golflinks op woeste rotsterreinen langs de zee, gruwt van de typisch Amerikaanse kitsch. Maar dat het er groen is, kan niemand ontkennen. John Updike schreef in een gastcolumn over Augusta : ?Green jacket, green greens, green fairways, green grandstands, green concession stalls, green paper cups, green chairs, green Georgia pines… if justice were poetic, Hubert Green would win every year.? De fairways zijn er even goed onderhouden en even glad geschoren als de greens. De voorzitter van de club heeft ooit voorgesteld om de spelers schaatsen aan te binden.

Nick Faldo won dus vorig jaar voor de derde keer, door in de slotronde een achterstand van zes slagen op Greg Norman om te buigen in een voorsprong van vijf. De meest dramatische instorting die een leider in een Major-toernooi ooit moest ondergaan. Dat het uitgerekend de Witte Haai overkwam, maakte het extra dramatisch. Norman verliest namelijk niet graag. Hij is ervan overtuigd dat zoiets geldelijke consequenties heeft. En als er iets is waar een professionele golfer gevoelig voor is, dan is het wel geld.

Begin jaren zeventig werd dat treffend verwoord door Frank Beard : ?Als het prijzengeld oké is, spelen we in het centrum van Saigon.? Waarna de al genoemde Hubert Green eraan toevoegde : ?Ik dank alles aan golf. Er is geen enkel ander beroep waar iemand met mijn IQ miljonair zou kunnen worden.? Het is deze spirit die in het circuit op prijs wordt gesteld. Norman was dus weinig opgezet met wat hem in Augusta overkwam, en het verdient aanbeveling om de Australiër met de witte Stetson deze week in de gaten te houden. Hij won begin januari al het WK match-play en staat niet voor niets afgetekend aan de leiding op de wereldranglijst.

DE VOORZICHTIGHEID VAN FALDO

De US Open, een maand later op Oakland Hills in Michigan, kende een minder bewogen verloop, maar wel een opmerkelijke winnaar. De Amerikaan Steve Jones was enkele jaren voordien opgegeven voor de golfpsort, toen hij bij een ongeluk met zijn mountainbike zware blessures aan schouder en hand opliep. Vooral zijn vingers waren zwaar gehavend, en een golfclub vastgrijpen was niet langer mogelijk. Jones, die een paar niet onaardige resultaten had geboekt in het professionele circuit, beschouwde zijn carrière als beëindigd.

Hoezeer dwaalde hij, en wij met hem. Op het einde van de US Open waren er welgeteld drie spelers die onder par bleven : Jones zelf met twee onder, en Davis Love III en Tom Lehman die één onder par lieten noteren. Beiden hadden een bogey (één boven par) op de achttiende hole en zagen op deze tergende wijze een playoff aan hun neus voorbijgaan. De baan van Oakland Hills wordt in het milieu ?Het monster? genoemd. En binnen dat referentiekader geldt de achttiende hole als een extra verschrikking. Liefst acht spelers hadden een triple bogey (drie boven par) of meer nodig. In toptoernooien zie je dat zelden. Fuzzy Zoeller sloeg er ooit vier boven par en verblijdde de verslaggevers met de opmerking : ?Mijne heren, ik heb net de perfecte manier ontdekt om een rondje van 68 om te zetten in eentje van 72.? Steve Jones behield zijn kalmte op die laatste en won zijn eerste major-title.

Tom Lehman nam weerwraak in de British Open, op de lelijke baan van Royal Litham. Lehman heeft een voortreffelijk seizoen achter de rug. En zeggen dat ook hij twee jaar geleden voor de golfsport verloren leek, toen hij onder het mes moest voor een kankergezwel in de karteldarm. Een maand later was hij al weer aan de slag.

De vierde major, de US PGA ( Professional Golfers Association) Championship, werd gespeeld op de Valhalla Club in Louisville Kentucky. Een baan die ontworpen is door de grote Jack Nicklaus, één van de beste vijf golfers aller tijden. Nicklaus weet wat een goede golfcourse is. Toen hij jaren geleden op een invitatiewedstrijd op Eagle Trace in Florida een rondje met een beschamende 82 slagen afsloot, roemde hij de baan vanwege haar evenwichtige opbouw : ?Ik had 41 slagen nodig op de eerste negen holes, en 41 op de laatste negen holes. Ik heb zelden zo regelmatig gespeeld.? Nicklaus was niet weinig verbolgen toen hij hoorde dat de organisatoren één van zijn achttien holes op Valhalla hadden afgekeurd en verlegd.

De eerste dag van het toernooi, dat in een verschroeiende hitte en met een zeer hoge vochtigheidsgraad werd gespeeld, maakten de organisatoren zich opnieuw onpopulair door Steve Jones en Tom Lehman te verbieden in een korte broek rond te stappen. Datzelfde verbod geldt ook voor caddies, hoewel die het meest van allen te lijden hebben van de warmte. Zij moeten vijf zes kilometer lang een loodzware tas meezeulen. Eén caddie ontsnapt aan die regel : Fanny Sunesson, jarenlang al de trouwe secondante van Nick Faldo. Zij stapt rond in een short, al worden er door bestuurders van de PGA in alle ernst vergaderingen belegd om lengte en patroon ervan te bepalen. Niemand hoeft zich overigens bij Fanny iets in het hoofd halen.

Faldo zelf werd in de PGA weggeblazen in de tweede ronde. De Engelsman is een bijzonder regelmatig speler, altijd tegen par aan, geen uitschieters naar boven of naar onder. Als de anderen fouten maken, wint Faldo. Als de anderen geen fouten maken, wint Faldo niet. Zijn manier van golfen is te vergelijken met de manier waarop Steve Davis in zijn gloriejaren aan de snookertafel stond. Oerdegelijk, maar zo saai om naar te kijken. Ook toen hij onoverwinnelijk was, werd Davis Boring Steve genoemd. Faldo is net zo. David Leadbetter, de vermaarde trainer die als een ware goeroe wordt vereerd, vond dat het tijd werd om dat te veranderen. En dus raadde hij zijn pupil aan om zijn voorzichtige aanpak voor één keer te laten varen en er eens echt in te vliegen.

Het resultaat was er naar. In de eerste ronde leek de nieuwe tactiek succes te hebben : rond in 69 slagen. Met birdies die hij anders niet zou hebben gehaald. Maar ook met bogeys die hij anders zou hebben vermeden. Faldo haat bogeys meer dan hij van birdies houdt, en twijfelde dus al dezelfde avond aan het nut van zijn nieuwe strategie. De volgende dagen betaalde hij de rekening : 75 in de tweede, 74 in de derde en 73 in de vierde ronde. Gestadige beterschap, vond Leadbetter, maar aangezien de top van de tabel in 67 of 66 strokes rond ging, was Faldo daar weinig mee gebaat. Er zijn in het circuit weinig spelers die harder trainen en meer met hun vak bezig zijn dan de Brit. Toen op het einde van de PGA, half augustus, gevraagd werd of hij zich nu ging voorbereiden op de Masters, begin april, antwoordde Faldo : ?Nee, ik neem eerst een dagje vakantie.? Mannen als Fred Couples en Ian Woosnam waren toen al lang aan de bar van het clubhouse sterke verhalen aan het vertellen.

Faldo won begin vorige maand de Nissan Open op de beruchte Riviera Country Club in Los Angeles, achter de hoek bij O.J. Simpson die tot voor kort een gewaardeerd lid was. Gezien de hoge schadevergoeding die hij van de burgerrechter moet betalen aan de nabestaanden van de slachtoffers die hij volgens de strafrechter niet gemaakt heeft, heeft O.J. zijn lidmaatschap opgezegd.

Faldo liet het niet aan zijn hart komen, en won met de bijna mechanische accuratesse die hem zo kenmerkt. ?Als ik goed speel noemt iedereen mij saai,? meldde hij ironisch aan de verzamelde sportpers. ?Ik kan jullie met vreugde mededelen dat ik weer bijzonder saai aan het spelen ben.? Iedereen is dus gewaarschuwd voor de Masters.

SUDDEN-DEATH OP DE ACHTTIENDE HOLE

Maar we moeten het verhaal van de PGA nog afmaken. De overwinning was voor Mark Brooks, die voor het eerst een major won en dankbaar 13 miljoen frank op zak stak. Dankbaar vooral ten opzichte van de grote verliezer, Kenny Perry. Die nam deel aan zijn eerste major-toernooi en liet op een ongelooflijke manier een vrijwel zekere overwinning en een plaats in de legende aan zijn neus voorbij gaan. Perry woont zelf in Kentucky en kent de baan op Valhalla als zijn broekzak.

Hij pakte de eerste dag uit met een superieur rondje van 66 en speelde ook een schitterende, bijna perfecte laatste ronde. Tot op de laatste hole, waar hij aan begon met twaalf onder par. En toen ging het mis. Een birdie of een par had hem buiten bereik van zijn achtervolgers gebracht, maar Perry stuntelde als een beginneling. De achttiende is een speciale hole. Voor sommigen is de achttiende even angstaanjagend als een donkere kelder in een griezelig huis voor een kind van vijf. Elke golfspeler weet : er zijn twee soorten swings, degene die je gebruikt tijdens de eerste zeventien holes, en degene die je gebruikt op de achttiende. Het was deze laatste die Perry tot twee keer toe in de rough deed belanden. Gevolg : een bogey !

Nog geen ramp want twee van de drie spelers die hem konden inhalen, Vijay Sing en Steve Elkington, redden het evenmin. Tot groot jolijt van Perry, die al lang in de commentary-box van CBS zat en zelfverzekerder werd met de minuut. Toen de allerlaatste concurrent, Mark Brooks, bovendien in een bunker terecht kwam, leek de klus geklaard. Alleen sloeg Brooks hem vanuit die bunker binnen, sloot de achttiende met een birdie af en kon zich opstellen voor de playoff.

Voor Perry was het alsof de hemel op zijn kop viel. Golfers die vroeg binnen zijn en mogelijk een playoff moeten spelen, houden zich normaal gezien warm door constant balletjes te slaan op het oefenterrein. Perry, die de televisiepubliciteit had verkozen, moest in zeven haasten weer naar beneden rennen en was mentaal helemaal niet klaar voor een zo stresserend onderdeel als de playoff van een major. In de PGA wordt die bovendien gespeeld volgens de sudden-death waarbij men begint op de achttiende, dezelfde hole dus waar Perry een half uur vroeger de vernieling was ingegaan.

Men had, in deze omstandigheden, over bovennatuurlijke gaven moeten beschikken om dezelfde fout geen tweede keer te maken. De golf-swing is al vergeleken met seks : je brengt er niets van terecht als je tijdens de actie te veel aan de techniek denkt. In The Inner Game of Golf schreef Thimothy Galway : ?Over de swing weten we alles. Behalve hoe je het een golfer moet aanleren.? Perry ondervond het aan den lijve : weer twee keer naeen in de rough, en Brooks had de titel op zak. Het komt wel vaker voor dat spelers mentaal breken op de achttiende, maar dit was een erg sterk staaltje.

RUZIE OM DE RYDER CUP

Het grote werk van dit nieuwe seizoen begint dus van de week in Georgia. Eind september volgt in het Spaanse Valderrama het hoogtepunt : de 32ste Ryder Cup, de tweejaarlijkse clash tussen Europa en de Verenigde Staten. Opgenomen worden in het Ryder Cupteam bepaalt mee de waarde die een speler heeft op de sponsor- en startgeldtabellen.

Valderrama, dat wil zeggen : bij Severiano Ballesteros, aangesteld als kapitein van de Europeanen. Hij mag twee wild cards uitdelen, en naar tweejaarlijkse gewoonte zit het er al bovenarms op. Het Europese Ryder Cup Comité bepaalt dat het Europese team wordt gevormd door de eerste tien op de ranking van de Europese PGA-tour, plus de twee wild cards van de kapitein. Op zich lijkt dat een vrij eerlijke selectieprocedure, maar het probleem is dat niet alle goede spelers aan voldoende Europese toernooien deelnemen om zich bij die beste tien te plaatsen.

Sommigen, zoals Faldo of de sterke Zweed Jesper Parnevik, concentreren zich op het Amerikaanse circuit. Wie in Europa aan alle toernooien deelneemt en daar telkens vijftiende eindigt, heeft meer kans om zich bij de beste tien te plaatsen. De Ryder Cupkapitein moet dus niet langer kiezen wie hij in zijn team zet, maar wel wie hij niet in zijn team zet. Twee jaar geleden leidde dat tot een fikse ruzie, toen naast Faldo de niet fitte José-Maria Olazabal de tweede wild card opeiste. Gevolg was dat Ian Woosnam, veel beter in vorm dan de Spanjaard, moest thuisblijven. In extremis zei Olazabal af en ging Woosie toch mee, maar het heen en weer gescheld vooraf was weinig stichtend.

Dat dreigt zich dit jaar te herhalen. Vooral omdat Ballesteros ook over zichzelf moet beslissen. Afgaande op de uitslagen hoort hij niet meer in de selectie. Temeer omdat Seve in de Ryder Cup altijd koppel vormt met Olazabal die ook helemaal wegdeemsterde. Olazabal liet zich twee jaar geleden aan de grote teen opereren, werd getroffen door een aanval van arthritis en geveld door een hernia, en kon een jaar lang nauwelijks stappen. Hij leek verloren voor de golfsport, maar begin dit jaar trad hij onverwacht na achttien maanden afwezigheid wederop met een opvallende prestatie in de Desert Classic in Dubai. Waar Ballesteros tussen twee haakjes alweer de cut niet haalde. Een rondje van 84 alstublieft. Olazabal zette er één van 65 neer. Ballesteros, die klaagde over rugpijnen, stapte in het vliegtuig en vloog regelrecht naar Duitsland. Op consult bij de ook in voetbal en wielrennen beroemd geworden wonderdokter Müller-Wohlfart, die Olazabal weer op de been had geholpen.

Hoe dan ook, Valderrama zonder het koppel Ballesteros-Olazabal is bijna ondenkbaar. Dat is het wereldkampioenschap driebanden in Mechelen organiseren en weigeren om Raymond Ceulemans in te schrijven. Als het Ryder Cup Comité niet van mening verandert en het aantal wild cards optrekt naar vier of vijf, krijgen we over een paar maanden een rel zonder voorgaande. Dan moet Ballesteros twee namen kiezen uit een lijstje dat wel eens zou kunnen bestaan uit hemzelf, Olazabal, Faldo, Woosnam, Bernard Langer en Parnevik. En het Ryder Cup Comité zal niet van mening veranderen. Ten eerste doen Ryder Cup Comités dat zelden. Ten tweede zou het zodoende het belang van het eigen Europese circuit aantasten. Ten derde heeft een geconsulteerde topjurist een gerechtelijke procedure tegen de selectiecriteria kansloos genoemd. En ten vierde : twee jaar geleden heeft Europa tot verrassing van iedereen gewonnen. Ondanks alle herrie vooraf. Tegen zo een argument valt uiteraard niet op te boksen.

Koen Meulenaere

Nick Faldo en Fanny Sunesson, de queen der caddies, op weg naar de overwinning in de Masters van vorig jaar.

Greg Norman (links) kende vorig jaar op Augusta de meest dramatische black-out in zijn carrière. Nick Faldo (rechts) lapte hem op de slotdag elf slagen aan zijn broek.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content