‘Amerika mag dan al een supermacht zijn, het kan niet op z’n eentje aan politiek doen.’ Voormalig VN-ambassadeur Richard Holbrooke over het buitenlandse beleid van de regering-Bush.

Richard Holbrooke is een van de meest vooraanstaande buitenlandspecialisten van de Amerikaanse Democraten. Hij diende als staatssecretaris voor Oost-Azië en de Stille Oceaan onder president Jimmy Carter en was van 1993 tot 1994 Bill Clintons gezant in Bonn. Als bijzonder gevolmachtigde voor de Balkan wist hij een jaar later de ondertekening van het Dayton-vredesakkoord voor Bosnië af te dwingen. In 1998 werd Holbrooke VN-gezant. Daarna nam hij opnieuw de leiding van de Amerikaanse Academie in Berlijn op.

Wat vindt u van de buitenlandse politiek van president George W. Bush?

Richard Holbrooke: Voor een ondubbelzinnige beoordeling is het nog te vroeg, maar er zijn al een paar aanwijzingen. Ondanks alle beloftes van de nieuwe regering om het overleg met de geallieerden meer gewicht te geven, doen ze tot dusver veeleer het tegenovergestelde. Dat betreur ik.

Dan bent u in goed gezelschap. Vanuit Europees standpunt gedraagt Bush zich als een olifant in een porseleinwinkel.

Holbrooke: Daar kan ik inkomen. Er is een tendens om politieke maatregelen bekend te maken zonder eerst de mening van de Europeanen te vragen.

Zoals onlangs bij het klimaatverdrag van Kyoto, toen de bezwaren van de Europese delegatie botweg werden genegeerd?

Holbrooke: Iedereen weet dat de Republikeinen tegen de verplichte begrenzing van uitstoten zijn. Maar ze hadden wel wat aandacht mogen besteden aan de positie van de Duitse kanselier Gerhard Schröder en de Zweedse premier Göran Persson. Was het onervarenheid of een opzettelijke belediging? Ik weet het niet.

Wordt dat de nieuwe stijl in de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten?

Holbrooke: Dat betwijfel ik. We mogen dan wel de enige supermacht zijn, we kunnen niet op ons eentje aan politiek doen. Samenwerking met Europa – en in het bijzonder met Duitsland – is onontbeerlijk. Het zal enige tijd duren, maar uiteindelijk zal ook de regering-Bush een goede relatie met Berlijn moeten ontwikkelen. Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell is daar meesterlijk in.

Was ook het bombardement op Irak, toen Bush nauwelijks zijn ambt had opgenomen, het gevolg van stoerdoenerij?

Holbrooke: Dat was vermoedelijk veeleer militaire routine. Zowel Britse als Amerikaanse piloten hadden gewaarschuwd dat hun leven zonder de uitschakeling van de radarinstallaties op het spel stond.

Na de ontmaskering van een Russisch geheim agent stuurde Bush vijftig diplomaten terug naar Moskou. Een gepaste reactie?

Holbrooke: Dat was een niet mis te verstaan signaal. De nieuwe regering wilde zich bewust tegen de stijl van de regering-Clinton afzetten.

Een even duidelijke koerswending is er ook inzake het conflict in het Midden-Oosten. Bush probeerde aanvankelijk het probleem uit de weg te gaan.

Holbrooke: Het lijdt geen twijfel dat de president dat probleem liever zou doodzwijgen, maar dat kan natuurlijk niet. Ik kan wel begrijpen waarom de nieuwe regering zich minder in die strijd wil engageren – ook de inspanningen van Clinton hebben geen blijvende resultaten opgeleverd en met de Israëlische premier Ariel Sharon is het vredesproces van Oslo toch al dood, of op zijn minst vastgelopen.

De terugtrekking van de VS-wereldmacht uit een crisisregio schept mogelijk een gevaarlijk vacuüm.

Holbrooke: Dat is ook zo voor Noord-Korea, Noord-Ierland of Afrika. Waar de Verenigde Staten niet langer een actieve medespeler zijn, kunnen radicalere elementen aangemoedigd worden, ten koste van meer gematigde krachten. En dan worden de VS weer in het conflict betrokken, of we nu willen of niet.

Geldt dat ook voor de Balkan?

Holbrooke: Dat zou alleen een kwestie van tijd zijn. Ik geloof dat het geen toeval is dat uitgerekend nu verschillende groepen – de Bosnische Kroaten, de Albanezen, de Kroaten – de proef op de som nemen: hoe reageert de nieuwe Amerikaanse regering op inbreuken?

Toch heeft minister van Buitenlandse Zaken Powell met zijn bezoek zijn mening te kennen gegeven.

Holbrooke: Dat was belangrijk en hij heeft goed gehandeld. We mogen de fouten van 1991 niet opnieuw maken. Toen geloofden de Europeanen dat ze de crisis wel alleen de baas konden, en Amerikaanse politici riepen ongegeneerd dat het gevecht hen geen moer interesseerde.

Met een jarenlange moordende burgeroorlog tot gevolg.

Holbrooke: Zowel Europa als de VS hadden ongelijk. De Balkan behoorde tot de invloedregio van de NAVO en dat bondgenootschap blijft – ook na de Koude Oorlog – het historisch belangrijkste militaire verbond. De Balkan blijft van groot belang voor Europa en het is de toetssteen van Amerikaanse verplichtingen voor een stabiel Europa. Zonder de aanwezigheid van de VS zitten de Europeanen daar in de knoei. Het ontbreekt hen aan een beslissende getalsterkte en aan de politieke wil om door te zetten. Ze kunnen er ook met hun speciale troepen niets gaan uitrichten.

De tot nu toe gevaarlijkste uitdaging voor Bush was het getouwtrek om de bemanning van het Amerikaanse spionagevliegtuig.

Holbrooke: Bush deed min of meer wat ook Clinton gedaan zou hebben. In elk geval lukte het de regering om de bemanning gezond en wel naar huis te brengen. De Chinezen hielden onze mannen en vrouwen nog twee of drie dagen vast, alleen om een verdergaande spijtverklaring af te dwingen. Dat was een verkeerde berekening.

Wat is daarvan de oorzaak?

Holbrooke: Slecht crisismanagement en een hele reeks factoren: een gekrenkt nationaliteitsgevoel, de herinnering aan de Amerikaanse bommen op de Chinese ambassade in Belgrado twee jaar geleden en ten slotte een partijpolitieke machtsstrijd. De consequenties zijn een ramp voor Peking. Zonder het te willen, hebben de Chinezen nu in de VS een coalitie van tegenstanders samengebracht.

De Republikeinen zijn niet eensgezind in hun houding tegenover China, invloedrijke zakenbelangen botsen met ideologische en politieke kritiek.

Holbrooke: Klopt. Maar dat geldt ook voor de Democratische partij. Verschillende belangengroepen verzetten zich tegen sterkere banden met Peking: voorvechters van mensenrechten, religieuze groepen, vakbonden, Tibet-sympathisanten en vrienden van Taiwan.

Wil China met alle geweld een wereldmacht worden?

Holbrooke: Natuurlijk is China de toekomstige Aziatische grootmacht. Maar ze bedreigt niemand, in tegenstelling tot de Sovjet-Unie tijdens de vorige eeuw.

Wat is dan de achtergrond voor de koele verstandhouding met China?

Holbrooke: Ideologie, geschiedenis, mensenrechten. Sterk vereenvoudigd: zoals de voorbije eeuw bepaald werd door de strijd tegen de nazi’s en het fascisme, en later tegen het Russische communisme, zo zal de Chinees-Amerikaanse verhouding een stempel op het volgende millennium drukken.

Verschuift het zwaartepunt van de Amerikaanse belangen daarmee van Europa naar de Stille Oceaan?

Holbrooke: De Verenigde Staten zijn daar altijd al een macht geweest: de drie recentste oorlogen begonnen in die regio, en de VS maakten hun debuut op het toneel van de wereldpolitiek op plaatsen zoals Manila, Hawaï en Guam. Op lange termijn liggen onze belangen echter zowel in Europa als in het gebied van de Stille Oceaan.

Is de toekomstige concurrentie van China ook bepalend voor de plannen van Bush voor de ontwikkeling van een raketschild?

Holbrooke: Het raketschild is voor de Republikeinen een thema van bijna theologisch belang. Het stamt uit Ronald Reagans ‘sterrenoorlog’. Het is overigens nog altijd volslagen onduidelijk wat daarmee bedoeld wordt: moet de raketafweer op land of op zee, hoe dik of dun is het schild?

Nochtans wordt het project met grote haast behandeld. Verbergt zich achter het beladen ‘nieuw realisme’ een terugkeer naar de politiek uit de tijd van de Koude Oorlog?

Holbrooke: Ik geloof dat er in de regering twee fracties zijn: die rond minister van Buitenlandse Zaken Powell opteert voor gemeenschappelijk overleg en continuïteit, anderen…

….zoals minister van Landsverdediging Donald Rumsfeld…

Holbrooke: …kiezen voor confrontatie en unilaterale acties. Die verschillen in stijl zijn politiek duidelijk te onderscheiden.

Welke strekking zal zich handhaven?

Holbrooke: De president moet die beslissing nemen. Want hij is verkozen als leider van de uitvoerende macht.

Kan Bush die opdracht aan? Vaak lijkt het alsof hij hunkert naar de in tweeën gedeelde wereld van de jaren vijftig.

Holbrooke: Dat is al te eenvoudig uitgedrukt. De situatie is toch volledig veranderd en dat weten ook de medewerkers van Bush. Ze reageren natuurlijk op de volgens hen te liberale buitenlandse politiek uit het Clinton-tijdperk. Zo’n soms klungelige koerswijziging is echter kenmerkend voor de periode net na een regeringswissel. Dat was bij Reagan, Carter en Clinton niet anders. De Amerikanen hebben evenwel een fundamenteel belang bij nauwe betrekkingen met Europa. Dat zal zo blijven.

Copyright Knack/Der Spiegel. Vertaling en bewerking: Kris De Decker.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content