Waarom koning Hoessein zoveel belang hecht aan zijn opvolging: een familiekwestie, maar niet alleen dat.

Hoeveel keer Hoessein bin Talal, de “kleine koning” van Jordanië, al triomferend terugkwam in Amman, na oorlogen, aanslagen, burgeroorlog en tal van dodelijke ziekten – de doorsnee Jordaniër zal al lang de tel kwijtgeraakt zijn. Koning Hoessein, geboren in 1935 en sinds 46 jaar staatshoofd in een der rumoerigste streken van de wereld, is uit het epos van het Midden-Oosten een van de laatste grote figuren die zowat àlles hebben meegemaakt. In 1951 stond hij bij zijn grootvader Abdallah toen die in Jeruzalem vermoord werd door een Palestijn – de kogel die voor de jonge Hoessein bestemd was, zou afgeschampt zijn op een medaille die hij op zijn borst droeg. Sindsdien heeft hij “la baraka”, Gods zegen die op hem rust. Hij heeft hem nodig gehad.

Maar de jongste tijd was het niet zozeer meer van de oorlog dat hij in triomf terugkeerde – en door wuivende menigten ingehaald werd -, maar uit ziekenhuizen in Londen en Amerika waar hij behandeld werd voor tal van ziekten die zeer lang geen naam kregen. Men wist dat de koning ziek was, men ging daar niet op in: de koning ging er ook niet op in.

Dat kon duren tot de onderhandelingen van Wye Plantation, VS, waar het jongste interimakkoord in het Arabisch-Israëlische vredesproces in elkaar gezet werd mét de actieve deelname van Hoessein: zijn laatste bijdrage, wordt al wel gezegd. Daar verscheen hij tussen Bill Clinton, Yasser Arafat en Benyamin Netanyahu, breed glimlachend als steeds, maar verzwakt en vermagerd, en volledig kaal door de chemotherapie. Dat was zelfs voor de Jordaanse tv-schermen niet weg te houden, dat was een ernstige schok. Van toen af kon iedereen weten wat er écht gaande was.

Toen hij dan, op 19 januari, na zes maanden behandeling uit de VS terugkwam in Amman – een triomftocht in een plenzende regen in een open auto – was hij zogenaamd genezen. Hij kwam, zei hij, “niet om te rusten, want er was belangrijk werk te doen”. Groot werk inderdaad. Amper een week later had hij zijn opvolging omgegooid, via een “uitgelekte” brief van veertien pagina’s lang aan zijn broer, kroonprins Hassan – voortaan ex-kroonprins – en zijn zoon Abdallah tot zijn opvolger benoemd, en nam hij in aller ijl, in de nacht van 25 op 26 januari, het vliegtuig terug naar de VS. Koorts, een terugval misschien, zegden de artsen. Anders gezegd: wat was hij eigenlijk komen doen?

HASSAN GEDROEG ZICH ALS KONING

Het staat wel vast dat zowat iedereen zich heeft laten verrassen door de manoeuvrerende koning, zij het om verschillende redenen. Zelfs zoon Abdallah, de begunstigde, zei naderhand verrast te zijn. Kon hij zo’n beslissing van zijn vader vermoeden, dan had hij toch gedacht dat die er een familieraad voor zou bijeenroepen. Maar zelfs daarvoor had de zieke Hoessein de tijd te krap geacht. Wat is er dan gebeurd?

De voorgeschiedenis wil dat koning Hoessein 34 jaar geleden – toen zijn zoon Abdallah, toentertijd de officiële troonopvolger, drie jaar oud was -, aan een reeks moordaanslagen ontsnapt was, maar er niet op kon rekenen dat zijn geluk zou blijven duren. Op aanraden van zijn moeder, koningin Zein, had hij toen zijn twaalf jaar jongere broer Hassan tot kroonprins benoemd om, als hij vermoord werd, het land een al te lang regentschap te besparen.

We zijn nu een heel eind verder. Hoessein is met zijn vierde vrouw en heeft elf kinderen. Abdallah, zijn oudste, zoon van Hoesseins tweede vrouw, de Britse Toni Gardiner – prinses Mona – is 37 jaar oud, verstandig en goed opgeleid. Het gevaar voor aanslagen is nooit weg in het Midden-Oosten, maar dat is lang niet meer het grootste gevaar voor de koning. En Hassan, al 34 jaar officieel troonopvolger, zou zich inderdaad als koning zijn beginnen te gedragen – ondanks zijn ervaring en zijn opleiding. Dat is, alleszins, wat zijn oudere broer heeft willen doen geloven. In zijn brief verwijt hij Hassan meer speciaal dat hij wijzigingen in de legertop heeft aangebracht zonder hem te consulteren, dat hij hem en zijn familie heeft laten belasteren, en dergelijke dingen meer: beleidsfouten met een achtergrond van machtsovername. Daarbij zeggen waarnemers dat het diepere conflict hierin lag dat Hoessein wilde dat nà de regering van broer Hassan – relatief ver in de toekomst dus -, zijn eigen zoon Hamzeh Hassan zou opvolgen, zodat dus zijn eigen lijn voortgezet zou worden op de troon, en niet die van zijn broer. En dat Hassan heeft geweigerd dat te garanderen. Eens koning, zou die zich vrij voelen de zaak naar eigen inzicht op te lossen. Het zou dwaas zijn inzicht te pretenderen in een Arabische familiekwestie met zoveel spelers. Wat de koning bewogen heeft, zal misschien de toekomst uitwijzen, maar dat hij op een uitgesproken politieke manier gereageerd heeft, staat wel vast.

Jordanië is een belaagd land. Het zit gewrongen tussen Irak, Israël, Saudi-Arabië en Syrië. Het heeft oude banden met Irak, wat de reden is waarom koning Hoessein tijdens de Golfoorlog om Koeweit niet zomaar in de coalitie tegen Saddam Hoessein kon springen. Een omstandigheid die Jordanië duur betaald heeft, en waar het nog onder lijdt, terwijl het vaststaat dat de Iraakse en Syrische geheime diensten maar al te graag vuurtjes komen stoken in Jordanië. Het heeft een vredesakkoord gesloten met Israël, in het kader van het vredesproces, maar dat vredesproces ligt stil. En Jordanië heeft 60 procent Palestijnen in zijn bevolking. Die zijn niet allemààl ontevreden en tegen het vredesakkoord gekant, maar velen van hen hadden graag resultaten gezien.

DE TROEVEN VAN ABDALLAH

Koning Hoessein hield dat allemaal nogal in de hand. Hij is al 46 jaar staatshoofd, heeft een hele evolutie doorgemaakt. Van hersteller van de oude, conservatieve en feodale orde tegen linkse en nasseristische hervormers in, tot voorzichtige partner van de Israëli’s in een vredesproces dat zijn land misschien méér nodig heeft dan zijn buren, maar tegelijk ook proberend een schuchtere poging tot democratisering op tafel te houden die uniek is in de regio. Het is waar dat hij tot dat alles wellicht wel verplicht was. Het was een ruw spel in de jaren vijftig en zestig. Zijn land was arm (dat is het nog), had geen olie en kon alleen bij de verraderlijke Britten op bescherming hopen. Zijn grootvader, Abdallah, had er al een gewoonte van gemaakt geheime gesprekken met de Israëlische leiding te hebben – met Golda Meïr -, en ondanks alle Arabische retoriek en samenhorigheid bleef Hoessein dat doen. Waarschijnlijk is het daaraan te danken dat Jordanië als land nog bestaat. Toch heeft Hoessein er niet mee kunnen beletten dat Israël in 1967 de Westbank en Oost-Jeruzalem bezette, wat meer dan dertig jaar later nog altijd de inzet is van het vredesproces. Officieel heeft hij van die gebieden zijn handen afgetrokken – maar officieus weet iedereen dat dat, althans voor Jeruzalem, onmogelijk is. Want koning Hoessein is een Hasjemiet, en de Hasjemietische vorsten hebben een specifieke verantwoordelijkheid: zij zijn de beschermers van het heilige plaatsen, waaronder Jeruzalem misschien de belangrijkste is. Kan Hoessein de geschiedenis ingaan als de Hasjemiet die Jeruzalem aan de joden verloor? Dat kan hij niet.

Wat, dat Hoessein niet kon, zal zijn zoon Abdallah wèl kunnen? Men weet niet wat die twee ondereen bedisseld hebben. Abdallah, een halve Engelsman, opgeleid in Oxford en Georgetown en dan in Sandhurst voor het militaire pakket, heeft de helft van zijn leven in het buitenland doorgebracht. Maar nu is hij luitenant-generaal, een echte soldaat, en staat aan het hoofd van de “Speciale Strijdkrachten”. Dat is een soort gendarmerie, een elitekorps van bedoeïenen dat eigenlijk tot taak heeft oproer neer te slaan en terrorisme te bestrijden. Deze bedoeïenen hebben altijd de trouwe ruggengraat gevormd van het regime van Hoessein (bijvoorbeeld in de Palestijnse beroerte van Zwarte September in 1970), en Abdallah zou onder hen extreem populair zijn. Daarbij is de prins getrouwd met Rania, een Palestijnse – die dus de andere zestig procent van de Jordaniërs vertegenwoordigt. Op die manier heeft prins Abdallah een hoop troeven in handen waarmee hij het werk van koning Hoessein kan voortzetten. Alleen weet niemand hoe hij die zal uitspelen. Maar mischien weet de kleine koning dat.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content