Journalistiek is een bijna perfecte niet-exacte wetenschap, zij stelt de eerste kladversie samen van de geschiedschrijving, aldus oud-journalist en professor Eric Alterman ( What liberal Media? The truth about Bias and the News, 2003, blz. 104). Letterlijk luidt zijn stelling als volgt: ‘ Journalism, lest we forget, is a nearly perfectly inexact science, the first draft of history.’ Alterman verdedigt de behoefte aan goede journalistiek en onafhankelijke media. In de duale samenleving die de Verenigde Staten zijn geworden, inspireert zijn positie hem tot een forse aanklacht tegen het conservatieve, politiek-correcte gedachtegoed dat de Amerikaanse media overheerst. Dat staat haaks op de snelle analyse die bij ons populair is, volgens welke de media juist uitblinken door een onevenwichtige voorkeur voor progressieve ideeën.

Die populaire opvatting is ongenuan- ceerd en miskent de moeilijkheid van het journalistieke metier. We beseffen het te weinig, maar we krijgen dagelijks uitstekende journalistieke producten aangeboden tegen een zeer lage prijs. Gelukkig maar. Maar er is ook een minder waardevol aanbod, en beide kunnen opduiken in alle media.

Immers, media moeten ook het publiek bereiken. Hun instrument daartoe wordt betaald door de overheid en adverteerders (openbare omroepen), door de adverteerders (private omroepen) of door de lezers en adverteerders (kranten en weekbladen). In dat aanbod hebben alle mediabedrijven het moeilijk: de tektonische platen genereren trillingen en schokjes – nog geen majeure aardbeving. Maar die wordt wel gevreesd en de precieze datum waarop ze zich zal voordoen, is onvoorspelbaar.

Welke zijn die tektonische platen die het vandaag meer dan ooit instabiele fundament bieden voor mediabedrijven en journalistiek? De belangrijkste is de democratische rechtsstaat. Door onstabiele coalities van minderheden, brutale onderlinge omgangsvormen en het onvermogen om maatschappelijke projecten in lijn te brengen met een populistisch electoraal proces, vervreemdt het politieke bedrijf zijn burgers van de fenomenale verworvenheden van onze democratie.

Een tweede tektonische plaat is de economie, die de financiële draagkracht moet leveren. Door de economische crisis zijn de financiële middelen overal te beperkt. In een bijna-constante beweging verschraalt de motivatie van lezers om voor hun krant te betalen. Volgens de laatste CIM-cijfers hebben weer 1 op de 200 Vlamingen en 4 op de 100 Franstaligen afgehaakt. In hun adverteerdersmarkt worden kranten bedreigd door mededinging van de openbare omroepen en de behoefte om duurdere magazines bij hun krant te leveren.

De derde tektonische plaat is de fenomenale groei van het gratis informatieaanbod, niet het minst overigens door eigen websites van de mediabedrijven. Vaak zeer goede informatie, maar die weinig of geen inkomsten genereert, mede omdat ze wordt aangeboden in een internettsunami van pure rotzooi en vulgariteit waarin het moeilijk is om kwaliteit te onderscheiden en voorlopig onmogelijk om ervoor te laten betalen.

In dit milieu is er nog geen nieuw business model, zoals een beetje schrijnend blijkt uit een publicatie van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren ( Storm in de Media, Tony van der Meulen (red.), 2009). Al in 1989 wees Robert Entman ( Democracy without Citizens: Media and the Decay of American Politics, p. 17 ) op deze catch 22 waarin de media en onze democratie zich bevinden. De actieve en gemotiveerde burgerzin waarop democratie rust, vergt een gesofisticeerd media-aanbod, en om dat te maken hebben mediabedrijven een bereik nodig van een gemotiveerd en geïnteresseerd publiek. Maar dat publiek raakt ontmoedigd ten opzichte van een vaak cynisch politiek bedrijf en haakt af, zodat de mogelijkheid voor mediabedrijven om goede journalistiek te bedrijven gehypothekeerd wordt. Bevattelijke en degelijke nieuwsvoorziening en -duiding zijn noodzakelijk, méér dan cosmetische praatjes en luchtkastelen. Maar het algemene publiek krijgt meer van het laatste, onder meer via de gratis internettroep, en is ook minder bereid om te betalen voor het eerste. De belangrijkste westerse sociale innovatie, die van de democratische rechtsstaat, komt daardoor in een isolement. Politieke leiders, mediabedrijven en journalisten moeten elkaar eens zeer diep in de ogen kijken.

Leo Neels doceert mediarecht aan de K.U.Leuven en de UAntwerpen.

door Leo Neels

Alle mediabedrijven hebben het moeilijk: de tektonische platen genereren trillingen en schokjes, nog geen majeure aardbeving. Maar die wordt wel gevreesd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content