Een politieke dinosaurus kan zichzelf niet recycleren tot zappend huisdier. Dus hield Willy Claes zondag als van oudsher de vinger aan de pols.

Met zijn pianovingers ritselt Willy Claes door de stapels binnenlopende uitslagen. Gezicht op onweer. Roerloos. Af en toe een stille vloek. Zo om de tien A4’tjes pakt hij zijn pen en noteert zorgvuldig op een apart velletje één cijfer: de resultaten van zijn dochter Hilde. Even komt er een zweem van verbijstering op zijn gezicht. De tv braakt de uitslagen van Leuven: ook klappen voor Louis Tobback.

De scène speelt zondagavond elf uur in het bureau van de provinciale voorzitter van de SP-Limburg. Op de tafel lege koffiekoppen, Coca-Cola, sandwiches en stapels papier. Op twee tv-schermen lopen verkiezingshows. Karikaturale poppen van politici sieren de kasten. En ingelijst tegen de muur: de voorpagina uit 1995 van Het Belang van Limburg die het verkiezingsucces van de SP in Hasselt en omstreken uitschreeuwt.

De minister van state, ex-secretaris-generaal van de Navo, ex-partijvoorzitter, ex-minister zit erbij alsof hij hier nooit is weggeweest. En dat is eigenlijk ook zo, want na enkele donkere weken die volgden op zijn aftreden als opperbaas van de westerse militaire alliantie, stond Claes hier terug. Hij verscheen op lokale vergaderingen, bals of begrafenissen en ging zelfs naar het wekelijks SP-bureau in Brussel. Waar hij overigens méér dan eens de wereld uittekende voor Erik Derycke, die verbijsterd dacht dat hij minister van Buitenlandse Zaken was, maar wijselijk zijn mond hield. Er bestaat tenslotte een verschil tussen politieke beesten en meelopers. En: Claes stortte zich als niet-kandidaat weer in de verkiezingsstrijd. Weliswaar op de achtergrond, als een soort mentor van zijn dochter Hilde.

HET ALARMPEIL IS BEREIKT

“Toen ik aan de top stond, hield ik iedereen voor: waardeer het werk van de militant, wees bereid te werken op het laagste niveau. Dat breng ik nu in praktijk. Ik geniet daarbij overigens het volle vertrouwen van het lokale bestuur en: zelfs in mijn zwartste dagen heb ik bij de publieke opinie heel weinig afkeuring gehoord.” Dat voor Claes een leven zonder politiek géén leven is, wil hij niet geweten hebben. “Ik zou het gerust kunnen laten, maar kijk: de afdeling Hasselt scoort weer héél goed. Veronderstel dat het bestuur toch zegt: Goede vriend, wij gaan de verjonging zeer drastisch doorvoeren. Ik zal mij daar niet tegen verzetten. Ik heb er veertig jaar op zitten, ik moet niet meer in de schijnwerpers staan, ik heb mijn portie gehad.”

Niet iedereen is zo opgezet met Claes als SP-militant. In dit blad las de Gentse rechtsfilosoof en notoir linksdenker Koen Raes hem vorige week nog de levieten. “Nu leeft bij veel mensen het gevoel dat nog allerhande potjes gedekt blijven,” zei de professor. “Dit zorgt voor wantrouwen en dat heeft de partij aan zichzelf te wijten. Ik verwijt dat aan Willy Claes. Hij nam wel ontslag als secretaris-generaal van de Navo maar had ook binnen de SP een stap opzij moeten zetten.” Het onderwerp van het academisch misprijzen verroert geen vin, windt zich niet eens op. “Ik voel mij niet verantwoordelijk voor dit debacle. Ik ben veeleer een slachtoffer van die hele Agusta-affaire dan de oorzaak of de aanleiding van wat de partij nu electoraal meemaakt. Als ik het nuchter bekijk: ik ben volkomen ten onrechte veroordeeld. Raes praat over dingen waar hij totaal niks van kent. Hij insinueert in de fameuze brief die ook Lode Hancké ondertekende, dat Tobback, Frank Vandenbroucke en Karel Van Miert meineed zouden hebben gepleegd. Dat bewijst dat Raes totaal niet weet waar het over gaat.”

Wat is er dan wel aan de hand? Betaalt de SP – samen met de CVP – voor de kippencrisis en de complete misrekening van twee ministers? Neen, zegt Claes want het is oneerlijk alles aan de dioxineaffaire toe te schrijven. Hij noemt Agusta, de Witte Woede als oorzaken van de teloorgang, maar ook een slechte verkooppolitiek van zijn partij. “Puur budgettair-economisch deed deze regering het helemaal niet slecht. De SP heeft zich – buiten tewerkstelling – te veel thema’s laten ontglippen. Wij stonden niet op onze strepen en lieten de CVP met de pluimen lopen.”

Dat was vier jaar geleden al voorspelbaar, toen de Vlaamse socialisten ronduit zwakke ploegen naar twee regeringen stuurde. Maar Willy Claes krijgt het niet over zijn lippen dat de SP-ministers – op enkele uitzonderingen na – ondermaats presteerden. “Ik zeg liever: wij hebben mensen moeten opofferen. Tobback moest in dramatische omstandigheden opstappen, idem voor Johan Vande Lanotte. Wij hebben zo’n rijke reserves niet om dat probleemloos op te vangen. Waarom niet? Misschien is de verjongingsbeweging – Rosa, dus – iets te laat ingezet. Nu, als ik aan de top van de partij had gestaan, had ik het wellicht niet beter gedaan. Ik voel mij dus niet goed geplaatst om Fred Erdman of Tobback lessen te geven. Wat ik wel weet: met deze uitslagen zitten wij echt op een plancher. Als je daar nog onder zakt, beland je in een situatie zoals de communisten in ons land. Wij hebben het absolute alarmpeil bereikt. Goed, vroeger werden er ook wel eens dure eden gezworen die men ’s anderendaags liefst vergat, maar nu zitten we echt op de bodem.”

DE KIEZER KOOS OOK VOOR HITLER

Claes moet naar een verre achterkamer van zijn geheugen om zich nog zo’n rammeling als vorige zondag te herinneren. Dat was dan in 1965. De christen-democraten en socialisten van Théo Lefèvre en Paul-Henri Spaak verloren toen samen 39 Kamerzetels. “Alleen bleef toen het verlies binnen de klassieke families, nu gaat het vooral naar de kleintjes: het Blok, VU en de groenen. Wat mij al langer opvalt, is waar wij de hardste klappen krijgen. Duidelijk op plaatsen waar de partijstructuren verzwakt zijn: Antwerpen, Gent en zelfs Mechelen. Het is misschien gemakkelijk om vanuit een middelgrote stad als Hasselt te praten, maar weten wij pas sinds gisteren dat in die grote agglomeraties een aantal wijkkringen het zéér zwak doen, dat het aantal leden daar drastisch terugloopt? De SP moet die partijstructuren revitaliseren, dat is het enige antwoord op deze uitslag. Kijk naar Limburg: hier is verjongd en vervrouwelijkt. Ik had op voorhand met de provinciale voorzitter gewed dat wij in Limburg voor het Vlaams Parlement de grootste partij bleven en ik heb dus gewonnen. Daar ben ik dus fier over.”

Minder trots is de vroegere stemmachine op de insijpeling in Limburg van het Vlaams Blok. Het Blok presteert in die provincie nog altijd slechter dan elders in Vlaanderen. “Toch haalt het in mijn Hasselt 12 procent, in Beringen zelfs 20. Dan kan je wel zeggen: dit is een Europese trend, maar daar koop ik weinig voor. Die trend steunt op een dubbele pijler: racisme en het gevoel van onveiligheid bij de inheemse bevolking. Ik denk dat het onveiligheidsgevoel sterk gevoed wordt door een niet te miskennen criminaliteit, maar ook – dat vergeten wij altijd – door geweld dat uitgroeide tot een handelsproduct. Een normaal kind van 14 is op tv getuige geweest van zo’n 12.000 moorden. Het kapitalisme mag zichzelf daar wel eens over beraden want dat zijn cijfers uit onverdachte bron: de Unesco.”

Hoe moet het verder met dit land? De staatsman benijdt de dames en heren niet die het nu moeten doen. “Je kan niet eeuwig met informateurs blijven ronddraaien, maar onmiddellijk een formateur aanwijzen, daar moet je een kandidaat-zelfmoordenaar voor vinden.” Voor Agalev stuurde de kiezer een duidelijk signaal naar de politieke wereld (méér groen), idem voor de VLD (weg met deze coalitie) of het Blok (weg met alles). Willy Claes heeft het zo niet begrepen op al die signalen. “De kiezer is de partijen ontrouw en voor mij is dat een negatieve evolutie. Als zich dan iets voordoet, zeg maar zo’n dioxinecrisis, dreigt meteen de onbestuurbaarheid omdat de kiezer zich met geen enkele ideologie meer verbonden voelt. Voor mij heeft die oude rat van een Tobback gelijk als hij zegt: Wij zitten heel dicht bij de onbestuurbaarheid. Je kan van alles bedenken, ook de fameuze asymmetrische formules. Maar zo’n mozaïek leidt zelden of nooit tot veel coherentie en tot coalities die het lang uithouden. Nu, ik heb nooit beweerd: de kiezer heeft altijd gelijk. Het is geen vergelijking – ik onderstreep dat – maar een quasi meerderheid van de Duitsers heeft Hitler een mandaat gegeven. Je moet je als democraat bij de uitslag neerleggen, maar roepen dat de kiezer altijd gelijk heeft, is iets te gemakkelijk.”

Jos Grobben

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content