Anderhalf jaar geleden kwam Guido Wevers aan het roer van het Mechelse Miniatuur Theater (MMT). Hij blies het uitgebluste gezelschap nieuw leven in.

Guido Wevers begint er meteen zelf over: de recente theateradviezen. De commissie – die intussen met slaande deuren opgestapt is – heeft veel lof voor de nieuwe koers en het ingediende beleidsplan van het MMT, maar ze formuleert ook enige bedenkingen. Zo kreeg het MMT in het verleden ondanks negatieve adviezen steeds meer subsidies van de verschillende cultuurministers. Dat wil de commissie nu corrigeren: de subsidie zou vanaf 2001 met een tiende verminderen. Vooral het ‘aanrekenen’ van het MMT-verleden aan de nieuwe ploeg vindt Wevers vreemd: ‘Dat is om het zacht uit te drukken een vergissing. We zijn een specifiek soort van reisgezelschap met een gemiddelde van 250 voorstellingen per jaar – dat is nogal veel. En dat kun je natuurlijk alleen realiseren met een groot gezelschap.’

‘We hebben bovendien een breed repertoire. Vijf tot zes producties maken we per jaar: zowel grotezaalproducties, zoals dit seizoen Who’s afraid of Virginia Woolf of Tempeesten, als kleinezaalproducties zoals Coeurs blessés of het locatieproject Alletwee, een kleinschalige voorstelling in een café. Door die variatie krijg je verschillende publieksgroepen en heb je intern ook de mogelijkheid om je artistieke ontwikkeling voort te zetten.’

Van enige artistieke ontwikkeling was bij het MMT sinds de jaren ’80 geen sprake meer. Het Mechelse theater had een voorkeur voor eigentijdse (Vlaamse) dramaturgie die niet altijd van het hoogste niveau was. Erger nog was dat het zich van een platvloers anekdotisch naturalisme bediende dat we nu als soap zouden omschrijven. Het afgelopen decennium probeerden verschillende gastregisseurs daar wat aan te doen, onder andere Guido Wevers die bij het MMT vier jaar geleden Het uur dat we niets van elkander wisten van Peter Handke ensceneerde.

Wevers kan zich niet helemaal terugvinden in de kritiek: ‘Toen ik kwam, was er naar mijn idee veel ongegronde kritiek op het MMT. Ik kan het zeggen omdat ik een buitenstaander was – ik was helemaal niet bevooroordeeld. Ik kon redelijk open kijken naar de acteurs en de organisatiemogelijkheden van het gezelschap. Ik snap de kritiek op het vroegere MMT wel, maar daarom moet je het hele gezelschap nog niet onderuit halen. Mijn voorganger, Manu Verreth, is zo moedig geweest om te zeggen: wij hebben die enorme geschiedenis van het MMT, met zijn ups en downs, achter de rug en nu gaan we investeren in de toekomst van ons theater.’

ARTISTIEK POTENTIEEL

Wevers’ geloof in het acteurspotentieel van het MMT gaf de doorslag om anderhalf jaar geleden de leiding van het theater op zich te nemen. Iedereen keek verbaasd op dat net deze expat, die carrière had gemaakt in Nederlandse theaterwerkplaatsen als Het Kruis van Bourgondië in Maastricht, zich geroepen voelde. Wevers: ‘Ik stelde bij mijn gastregie al vast dat er een enorm artistiek potentieel aanwezig was in het gezelschap. Ik heb toen kunnen werken met alle acteurs en ik merkte dat er een grote wil was om te investeren in een artistieke ontwikkeling. Dan denk ik: wat heb je meer nodig? Het geloof in de kwaliteit van de acteurs en een acteursgroep die zo graag artistiek vooruit wil, die combinatie moest energie losmaken.’

‘Het MMT heeft een grote traditie in een soort van realistisch spelen. Het aardige is dat die realistische speelstijl stap voor stap – want het zijn natuurlijk ontwikkelingen die je niet van vandaag op morgen realiseert – en in samenwerking met collega-regisseurs en schrijvers steeds transparanter aan het worden is. Ik denk dat het gezelschap een speelstijl aan het ontwikkelen is die veel meer bij deze tijd hoort. We leven toch in een tijd waarin het in het theater niet volstaat om verhalen te vertellen. Theater is toch een plek geworden die inzicht biedt in de werkelijkheid, er vragen bij stelt, de complexheid van de werkelijkheid probeert te doorgronden en dan moet je verder gaan dan die realistische speelstijl.’

Het verschil met het vroegere MMT wordt langzaam maar zeker merkbaar. Niet alleen in de speelstijl, maar ook in het repertoire. Een jongere generatie toneelschrijvers (o.a. de Vlaming Stany Crets (ja, die) en de Duitser Daniël Call) maakt nu de dienst uit bij het MMT. Wevers: ‘Toen de acteurs en ik voor het eerst bij elkaar gingen zitten, hebben we elkaar goed in de ogen gekeken, om het even heel simpel te zeggen. We hebben gezegd: als we vandaag de dag een theater willen dat voor een breed publiek bedoeld is, waar moeten we het dan over hebben? Dan ben je vanzelfsprekend op zoek naar auteurs die iets over deze tijd te melden hebben en die op de een of andere manier de ‘vibraties’ van deze tijd vormgeven. Dat betekent dus ook dat je met elkaar een continu debat hebt over de werkelijkheid en hoe wij in de werkelijkheid staan. En hoe we daar, artistiek gezien, antwoorden op kunnen geven.’

Zo ook met Tempeesten, gebaseerd op The Tempest van Shakespeare. Diens theatertestament met de oude tovenaar Prospero in de hoofdrol is voor sommige regisseurs aanleiding om de grote spektakelkanonnen boven te halen. Voor Wevers daarentegen mag je het werkwoord uit de titel, tempeesten, haast letterlijk nemen: ‘Bij een eerste lezing had ik de indruk dat Shakespeare het over verzoening had. Maar bij een tweede lezing ontdekte ik dat hij mensen samenbrengt die allerlei kicks najagen. We hebben ons afgevraagd wat die koortsachtige jacht op kicks in onze tijd betekent. Bovendien laat de tekst ook de agressiviteit van deze tijd zien. Ik vond het spannend om dat uiteindelijk voelbaar te maken.’

Met themadagen over de plaats van het theater in onze samenleving, van het MMT in Mechelen en over het racisme in onze maatschappij werd het theater ook daadwerkelijk een discussieforum. ‘Een van de grote uitdagingen in deze eeuw is: hoe ga je om met een multiculturele samenleving? Hoe vinden we daar kracht in? Theater of kunst is een van de plekken waar je die vragen kan stellen’, merkt Wevers nog op.

CULTUREEL KLIMAAT

Hoe politiek is het werk van het MMT anno 2000 dan eigenlijk? Wevers: ‘Het is politiek in die zin dat het een uitspraak wil doen over de werkelijkheid. Maar we blijven in de eerste plaats toneelmakers, dus het is niet aan ons om politieke statements te doen. We hebben het politieke theater van de jaren ’70 achter de rug en het is duidelijk niet het pakkie-an van theatermakers nu. Maar er moet wel een verhouding tot de werkelijkheid zijn, hoe dan ook. Dat is wat we heel nadrukkelijk doen bij het MMT. We spelen onze voorstellingen, maar we proberen daar allerlei activiteiten rond te organiseren zodat je niet in het luchtledige bezig bent. Zeker in een stad als Mechelen, die vreemd genoeg de naam heeft een onveilige stad te zijn. Als je dat maar vaak genoeg zegt gelooft iedereen dat, terwijl het volkomen flauwekul is natuurlijk.’

Een aangewakkerd onveiligheidsgevoel waarvan onder meer het Vlaams Blok in de Dijlestad de politieke vruchten plukt. Wevers: ‘Het zou onzinnig zijn om voorstellingen te gaan maken tegen het Vlaams Blok. Daar gaat het ons helemaal niet om. Wat het theater vooral moet doen is perspectief scheppen. Hoewel we het in de kunst altijd zullen hebben over de ingewikkeldheid van het leven en de samenleving, betekent het niet dat theater geen perspectief kan bieden. Samen met de andere cultuurinstellingen in Mechelen proberen we zo het culturele klimaat en het leven in de stad te verbeteren. Op die manier ageren we met onze voorstellingen en activiteiten tegen het Vlaams Blok in Mechelen.’

Tempeesten. Van 1 april tot en met 14 mei in het MMT, Hanswijkstraat 63, Mechelen. Plaatsbespreking: tel.015-42.25.44.

Paul Verduyckt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content