De polemiek over de ratificatie van het verdrag van Nice werpt een schaduw op het aanstaande Belgische voorzitterschap.

In Nice is er hard geknokt en maandagochtend 11 december, na de langste Europese top in de geschiedenis van de Unie, leek het gevecht beslecht. Het was slechts schijn. De slag gaat verder, zij het met andere acteurs en in andere fora. Dan pas krijgt de tekst kracht van wet als alle nationale parlementen er zich mee akkoord verklaren. In landen met krappe meerderheden of wankele coalities zullen de regeringen de duimschroeven moeten aandraaien, zoniet dreigt een ongeluk. Daarom wordt met meer dan gewone belangstelling uitgekeken naar de beoordeling van het Europees parlement. Hoewel dat parlement het verdrag niet hoeft te ratificeren, zou een ‘nee’ een kettingreactie en misschien wel een kortsluiting kunnen veroorzaken. Er hoeft slechts één nationaal parlement Nice af te wijzen om het hele werkstuk in de prullenmand te doen verdwijnen. Nu al staat vast dat de heisa over de ratificatie zal wegen op het Belgische voorzitterschap. Vele nationale parlementen zullen met de ratificatie wachten tot zij de ‘Verklaring van Laken’ kennen.

Over Nice denken alle europarlementsleden voor één keer ongeveer hetzelfde. Ongeacht hun politieke kleur en nationaliteit is niemand er tevreden over. Voor Anne Van Lancker (SP) krijgt Nice een totaal onvoldoende: ‘Nice is een mislukking en zonder correctie dreigt Europa uiteen te vallen.’ Miet Smet (CVP) houdt het bij een onvoldoende, terwijl Jean-Maurice Dehousse (PS) het over een zeer slechte tekst heeft. ‘We bereikten precies het tegendeel van wat we noodzakelijk oordeelden. De besluitvorming wordt niet eenvoudiger, wel ingewikkelder.’ Alleen Dirk Sterckx (VLD) is mild. Na lang wikken en wegen noemt hij het een aanvaardbaar werkstuk.

Ook de grote kanonnen in het Europees parlement schieten met scherp. Volgens de Griekse socialist Dimitris Tsatos, met de CDU’er Elmar Brok een van de twee parlementaire waarnemers bij de onderhandelingen, gaat Nice niet ver genoeg: ‘De Unie is nog niet of slechts in zeer beperkte mate klaar voor de uitbreiding. Als zij desondanks toch verruimt, dreigt het risico van de zelfvernietiging.’ Voor Brok is Nice een ramp: ‘Voor het eerst werd in een verdrag tot minder integratie besloten.’ En verder tilt Brok er zwaar aan dat het evenwicht in de Unie grondig is verstoord. ‘De vijf grote landen hebben gewonnen. Al de anderen verloren.’

Toch is het onwaarschijnlijk dat het Europees parlement het verdrag van Nice verwerpt. Het gaat immers om een Europese staatszaak en vijftien regeringsleiders kijken erop toe dat de dingen niet uit de hand lopen.

SPITSVONDIGE STELLING

Hoewel een goedkeuring van het Europees parlement niet is vereist om de tekst van Nice rechtskracht te geven, zou een afwijzing de zaken flink bemoeilijken. De leiders van de grote fracties zijn trouwens al aan een pendeldiplomatie begonnen om de debatten te stroomlijnen. Daar is reden toe, want momenteel verschilt iedereen met iedereen van mening hoe het nu verder moet.

Toen Hans-Gert Poettering, fractieleider van de EVP, zich bij premier Guy Verhofstadt (VLD) uitnodigde om de houding van zijn fractie toe te lichten, reageerde zijn fractiegenoot Brok, eveneens Duitser en CDU, met een soortgelijke démarche. Terwijl Poettering de Belgische eerste minister duidelijk maakte dat de fractie Nice zou goedkeuren, legde Brok uit waarom hij een afwijzing noodzakelijk vond. De EVP mag dan iets groter zijn dan de Volksunie, als het over de Europese ‘grondwet’ gaat, is ze even stuurloos.

Ook bij de socialisten wijzen de neuzen in vele richtingen. Dehousse merkt op dat de Duitse socialisten zeer terughoudend zijn en dat een nee niet valt uit te sluiten. Dehousse, zelf een notoire dwarsligger, weet nog niet hoe hij zal stemmen. ‘Daar kan ik pas antwoord op geven als de definitieve tekst beschikbaar is en daar zijn we – vijf weken na Nice – nog niet aan toe.’ Van Lancker probeert dan weer de spitsvondige stelling te slijten dat het Europees parlement niet ja of nee hoeft te zeggen. ‘Aangezien dit parlement niet ratificeert, volstaat een diagnose en een oproep tot de nationale parlementen. Zij moeten garanties vragen dat Nice gecorrigeerd wordt. Bijgevolg moeten ze met de ratificatie wachten tot de Verklaring van Laken is afgerond.’

Zelfs de parlementsleden van goede wil wensen waarborgen. Zo eist Sterckx dat de onderhandelingsmethode verandert. ‘Niet alleen de regeringen, maar ook de parlementen horen over verdragswijzigingen te onderhandelen. Bovendien moet het Europees parlement mee ratificeren. Als we die waarborgen niet krijgen, zit het erin dat ik tegen Nice stem.’

Voor de Belgische regering wordt het er niet eenvoudiger op. Een meerderheid van het Europees parlement verwacht van premier Verhofstadt dat de Verklaring van Laken het moeizame compromis van Nice demonteert. Hoewel ze tot de oppositie behoort, was Miet Smet (CVP) in het Europees adviescomitee van Kamer en Senaat niet krenterig met goede raad. ‘Men verwacht zeer veel van het Belgische voorzitterschap, allicht te veel. Iedereen heeft er belang bij dat we het bij realistische doelstellingen houden.’

Reeds bij het bezoek van het duo Poettering-Brok begon het bij premier Verhofstadt te dagen dat hij in een groot plan van het Europees parlement paste. Het tweetal mocht dan al over veel van mening verschillen, over de ongemeen belangrijke opdracht van het Belgische voorzitterschap waren ze het roerend eens. Als België in Laken enkele moeilijke knopen kon doorhakken, zou het op de allergrootste sympathie van het Europees parlement kunnen rekenen. In het Europees adviescomitee temperde Verhofstadt het optimisme. ‘In Laken komt er geen blauwdruk van het nieuwe Europa. Hooguit komt er een akkoord over de timing, de onderhandelingsmethode en de agenda.’

DE KOEVOET VAN DE PREMIER

De regering overhandigde het Europees adviescomité vorige week een eerste draaiboek over het Belgische voorzitterschap. Toen premier Verhofstadt de inhoudelijke thema’s toelichtte, kon hij – ook bij de oppositie – op veel begrip rekenen. Alleen Karel Pinxten, die Mark Eyskens als CVP-woordvoerder van Buitenlandse Zaken hoopt uit te rangeren, probeerde de premier te tackelen. In minder dan een halve minuut maakte Verhofstadt korte metten met Pinxten.

Minder gemakkelijk had de premier het met de bedenkingen van de socialistische coalitiepartner. Van Lancker heeft het lastig met de koevoet die Verhofstadt in Laken wil bovenhalen. De premier wil eens en voorgoed de bevoegdheden van Europa vastleggen en daarmee veel wantrouwen tegen de Europese integratie wegnemen. Zo zou de besluitvorming efficiënter kunnen verlopen en de communautaire methode op het veiligheids- en defensiebeleid worden toegepast. Belgische parlementsleden, die leerden dat staten en grondwetten altijd in beweging zijn, hebben het sowieso moeilijk met Europese eindtermen. Daarnaast is er de vrees dat een definitieve begrenzing van de Europese bevoegdheden vooral een hefboom voor hernationalisatie, dus minder Europa wordt. Verhofstadt, die in een vorig leven harde liberale standpunten over een minimale staat verdedigde, zou zich dan als het Paard van Troje van de euro-sceptici kunnen ontpoppen. ‘Kortom,’ zo schrijft Van Lancker in Samenleving en Politiek, ‘deze discussie kan het acquis communautaire ernstig hypothekeren.’

Er is ongetwijfeld reden tot zorg. Niet zozeer wegens die koevoet – die wordt sowieso gebruikt – dan wel omdat het de enige manier lijkt om een historisch compromis tussen euro-sceptici, pragmatische Europeanen en overtuigde euro-federalisten te realiseren. Het enige alternatief voor de koevoet is een kern-Europa of een groot schisma.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content