Christophe Rousset, William Christie en René Jacobs dirigeren elk een Mozartopera. Van de jonge tot de rijpe componist.

Drie dirigenten die zich totnogtoe hoofdzakelijk met barokmuziek bezighielden, brachten toevallig bijna gelijktijdig een Mozartopera op de markt. Christophe Rousset nam de jeugdopera “Mitridate, re di Ponto” op, William Christie “Die Entführung aus dem Serail” en René Jacobs “Cosi fan tutte”. Opera’s die door hun opzet en karakter ontzettend veel van mekaar verschillen. “Mitridate” is een opera seria, “Enführung” een Singspiel en “Cosi” is een speciale mengvorm, een dramma giocoso. Respectievelijk een opera van een veertienjarige, van een zesentwintigjarige en van een man die een jaar voor zijn dood staat. “Mitridate” is een ernstige opera, geschreven volgens de oude Italiaanse tradities, zoals Haendel ook nog opera’s schreef.

“Entführung” is een poging van Mozart om de hegemonie van de traditionele Italiaanse opera in Wenen te doorbreken; er zijn gesproken tussenteksten, het gegeven is romantisch, bijna sentimenteel. “Cosi” is een opera die geschreven is volgens de recepten van de opera seria, maar die door de mengeling van grappen en ernst een echt dubbelzinnig, bijna sardonisch karakter krijgt. Daarbij dient opgemerkt dat de opera seria door zijn teveel aan ernst ons minder aangrijpt dan het zogenaamd meer luchthartige dramma giocoso. Natuurlijk evolueerde Mozart, een knaap van veertien heeft niet zoveel greep op het theater als een rijpe man. De jonge Mozart volgde de theaterconventies, de latere Mozart speelde ermee. Met andere woorden, voor Jacobs was het al van bij de start minder moeilijk om met “Cosi” te schitteren dan Rousset met “Mitridate”, en dat is wat er ook gebeurt.

Maar niet in de eerste plaats omdat de muziek van “Cosi” zoveel beter is. Jacobs doet gewoon meer met de partituur. Ze klinkt frisser, ze is dramatischer. Ieder woordje krijgt zijn specifieke kleur en zijn psychologische achtergrond.

Het orkest van Rousset is zijn huisensemble les Talens Lyriques, waarmee hij eerder al mooie zaken realiseerde. Christie werkte met Les arts florissants, en Jacobs nam op met het hem vertrouwde Concerto Köln. Als je op papier de bezetting van de zangers bekijkt, dan kan je niet anders dan constateren dat Rousset duidelijk in het voordeel is.

IDEALE STEMMEN

Hij mag werken met twee absolute sterren: Cecilia Bartoli en Natalie Dessay. Een voordeel dat voor Rousset uitdraait op een handicap. Want wie zet je in hemelsnaam naast een sublieme Bartoli? In deze productie steekt ze zo boven de anderen uit, dat ze moederziel alleen staat. Zelfs Dessay is niet in staat om haar van repliek te dienen. Het spetterendeduet tussen de twee op het einde van het tweede bedrijf klinkt eerder routineus dan bevlogen. Wat doet vermoeden dat Rousset niet goed weg wist met deze partituur, hij slaagt er niet in om er reliëf in aan te brengen en hij laat zich imponeren door deze luxueuze cast. De verdienste van Rousset is natuurlijk wel dat hij deze zelden gespeelde opera opnieuw onder de aandacht brengt. William Christie werkte ook met twee sterren: met de sopraan Christine Schäfer als Konstanze en met Ian Bostridge als Belmonte, twee frisse stemmen die heerlijk presteren en die mooi passen bij het klankideaal van Christie. De muziek moet bij hem licht, wendbaar, doorzichtig zijn, ver van iedere zwaarwichtigheid.

Schäfer en Bostridge hebben daarvoor de ideale stemmen. Jammer dat de rest van zijn cast niet hetzelfde niveau haalt. En op de duur begin je door de immer optimistische lezing van Christie wel te snakken naar een meer hartige interpretatie. Die krijg je dan van René Jacobs met zijn “Cosi”.

Jacobs is niet blind voor de donkere kanten van Mozart. Op een of andere manier slaagt hij erin om de gezongen woorden door een onverwachte klemtoon van bepaalde instrumenten een heel dubbelzinnige betekenis te geven. In de cast van Jacobs slechts één ster: Véronique Gens, die vorig seizoen al in de Vlaamse Opera in diezelfde rol van Fiordiligi te bewonderen was. Maar voor hem lijkt dat geen probleem. Al zijn stemmen harmoniëren perfect. Door zijn zangersverleden en vooral door zijn ervaring met kleine vocale bezettingen, klinkt deze “Cosi” als een pareltje van ensemblekunst. Bij de cd is nog een cd-rom gevoegd met historische en biografische gegevens, analyses en het libretto.

Mozart, “Mitridate, re di Ponto”, Christophe Rousset, Decca 460 772 2, 3 cd’s. Mozart, “Die Entführung aus dem Serail”, William Christie, Erato 3984- 25490-2, 2 cd’s. Mozart, “Cosi fan tutte”, René Jacobs, Harmonia Mundi, HMC 951663.65, 3 cd’s & cd-rom.

Lukas Huybrechts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content