Op 27 september kiest Duitsland een nieuw parlement en een nieuwe kanselier. Uitdager Gerhard Schröder heeft nog altijd een zeer comfortabele voorsprong op Helmut Kohl.

Zaterdagmiddag is het altijd druk op de Münsterplatz in Bonn. De warenhuizen liggen vlakbij en brengen veel volk op de been. Vandaag is een topdag. De lokale wijnboeren slijten hun waren. Er staan kraampjes en tenten opgesteld, er is voor amusement gezorgd. De mensen vliegen erop af. In de schaduw van de Romaanse kerk is het heerlijk uitblazen bij een fruitige Rijnwijn.

Minder dan een maand voor de algemene verkiezingen tekent ook de politiek present. Alle grote partijen hebben tafeltjes neergepoot, waarop de geïnteresseerden hun gading kunnen vinden. Het gaat er beleefd en vooral rustig aan toe. Geen gedrum, geen discussies. Een verplicht nummer van militanten, lijkt het wel.

De belangstelling van de burger is gering, zoniet onbestaand. Het zijn de laatste verkiezingen waarvoor Bonn zich nog als hoofdstad kan roeren. Volgend jaar verhuist de regering met heel haar hebben en houden naar Berlijn en gaat de Berliner Republik van start. Van deze verhuizing zullen de gevolgen tot ver buiten Bonn en de Duitse grenzen voelbaar worden.

Daarbovenop komt natuurlijk het waarschijnlijke afscheid van Helmut Kohl. Na zestien jaar moet de eeuwige kanselier zich op 27 september allicht gewonnen geven en het veld ruimen voor uitdager Gerhard Schröder. De kans is groot dat hij en niet Kohl, de man van de Duitse eenheid en de euro, Duitsland de 21ste eeuw zal binnenleiden.

Ondanks die inzet, die sommigen – in de partijen en in de commentaren – historisch noemen, maakt de verkiezingscampagne weinig emoties los. De verveling is niet ver af. De Duitsers hebben ondertussen hun bekomst van de vele rendez-vous met de grote geschiedenis, zoals de controverse (zie kaderstuk) rond het monument voor de slachtoffers van de holocaust bewijst. De Muur is weg, en het IJzeren Gordijn ook al; iedereen wil binnen de nieuwe grenzen op adem komen. De boekenwinkels liggen trouwens vol van historische publicaties. Kennelijk zagen de uitgevers brood in de 350ste verjaardag van de in Münster gesloten Vrede van Westfalen. De blikvanger in de etalages is echter Otto von Bismarck. Deze ook al “eeuwige” kanselier en net als Kohl bewerker van Duitse eenheid blies honderd jaar geleden zijn laatste adem uit. Na drie gewonnen oorlogen werd hij in 1890 door de keizer bedankt voor bewezen diensten en acht jaar later stierf hij op 83-jarige leeftijd als een verbitterd man. Honderd jaar later herleeft Bismarck in diverse nieuwe biografieën. Meestal wordt hij daarin opmerkelijk mild beoordeeld.

IN HET BELANG VAN HET VADERLAND

Vier jaar geleden slaagde Kohl erin een haast hopeloze situatie recht te zetten. Hij kon Rudolf Scharping, die zes maanden voordien nog onklopbaar leek, in extremis bijbenen. Opnieuw kijken CDU en de Beierse zusterpartij CSU tegen een grote achterstand aan, maar deze keer krijgen ze de kloof nauwelijks kleiner. Volgens de jongste peiling van het Emnid-instituut telt de SPD van Schröder nog altijd 4 punten voorsprong. Na een lichte terugval was ze weer 1 procentpunt gestegen en stond ze opnieuw op 42 punten tegen 38 voor CDU-CSU.

Toch geeft Kohl geen krimp. Achttienduizend enthousiaste partijleden juichen hun boegbeeld toe in de Westfalenhalle van Dortmund. Niemand staat stil bij de gedachte dat het misschien de laatste keer is. Zeker Kohl niet. “We moeten winnen, we kunnen winnen, we zullen winnen”, zegt hij met een zelfverzekerdheid die de achterban met dankbaar applaus bedenkt. Bijna een vol uur staat Kohl achter de micro. Hij brengt zijn gekend verhaal. Niet één keer noemt hij de uitdager bij naam. Alleen voor de trouwe vrienden, zoals de door hem aangewezen opvolger Wolfgang Schäuble, en de grote kanonnen van de internationale politiek Mikhail Gorbatsjov en George Bush kan er een compliment van af. Oskar Lafontaine, Scharping of Johannes Rau – allemaal socialistische kopstukken die Kohl in een vorige kiesstrijd al eens klopte en die nu met Schröder opnieuw campagne voeren -: de kanselier krijgt hun naam niet over zijn lippen. Allemaal quantité négligeable. Weltklasse für Deutschland, luidt de slogan waarmee de CDU campagne voert en Kohl gedraagt zich navenant. Aan het klein grut van de planeet maakt hij geen woorden vuil. Op enig oratorisch raffinement valt de kanselier overigens niet te betrappen. Hoewel hij deze toespraak al tientallen keren afstak, moet hij voortdurend spieken. Bij momenten wordt zijn verhaal langdradig en nooit krijgen de supporters de kans om zich voluit te laten horen. Kohl wil praten en zo weinig mogelijk onderbroken worden. Niemand neemt daar aanstoot aan. Op de slotoproep om “het werk af te maken, in het belang van Duitsland en het vaderland”, volgt een ovatie van acht minuten. Op dat moment hebben de achttienduizend aanwezigen er al drie uur politieke toespraken op zitten. Zowat alle partijprominenten mochten ruimschoots hun woordje plaatsen. Ook enkele notoire dwarsliggers, zoals Lothar Späth en Kurt Biedenkopf, werden gemobiliseerd. Kohl beseft dat hij, nu hij alle zeilen moet bijzetten, niet te kieskeurig mag zijn.

Op de SPD-meetings krijgen de politici minder de vrije hand. Alleszins dienen ze hun waarheid beknopter te formuleren. In het moderne socialisme van Schröder moet er plaats zijn voor entertainment en muziek. Het mag een beetje swingen: de SPD wil zich laten kennen als een partij waar vaart in zit. Op één dag organiseerde ze drie samenkomsten om die heisse Phase van de kiesstrijd in te luiden. Zowel in Berlijn, München als Bonn jubelen ze met duizenden het duo Schröder-Lafontaine toe. In Bonn heeft men het podium van Torhout-Werchter op de Rheinaue neergezet en wordt de weide afgebakend met een paternoster van kramen en bierstandjes. Tussen de bedrijven door mogen enkele ministers uit het schaduwkabinet gedurende vijf minuten hun beleidsplannen toelichten. Schröder en Lafontaine krijgen een halfuur, maar stoppen al na een kwartier. Tegen de regen kan niemand op, zelfs niet als je over een budget van 1,5 miljard frank beschikt en campagneleider Franz Müntefering in de VS, Groot-Brittannië, Zweden en Nederland mocht leren hoe je de conservatieven met hun eigen wapens moet kloppen.

KOHL MOET WEG, KOHL MOET WEG

Schröder, zo wordt algemeen aangenomen, wil een trendbreuk in het Duits socialisme forceren. Hij zou Tony Blair en New Labour bewonderen. In zijn toespraak valt de naam van de Britse premier, maar ook die van Lionel Jospin en de Nederlandse minister-president Wim Kok: allemaal voorbeelden die hem ervan overtuigd hebben dat Duitsland een ander beleid nodig heeft om een einde aan de werkloosheid te maken. In een rechtstreekse confrontatie met de basis blijft de SPD-top zich manifest als een onversneden socialistische partij profileren en benadrukt ze vooral de sociale thema’s. Als de modernistische issues al op de voorgrond geraken, worden ze begeleid door veel maars en indiens. De vrees om de traditionele militant voor het hoofd te stoten, is groot. Vooral Lafontaine hamert erop dat de sociale afbraak van het kabinet-Kohl ongedaan wordt gemaakt. Zoiets hoort het publiek graag en het reageert instemmend met een salvo “Kohl muss weg, Kohl muss weg”. Als de kanselier niet bestond, dan had de SPD hem ongetwijfeld uitgevonden. Kohl is de absolute boeman en zorgt ervoor dat de meningsverschillen tussen de diverse kopstukken worden toegedekt. Over heel Duitsland laat Schröder kaartjes uitdelen met daarop negen goede redenen om voor hem te stemmen. Op de achterkant staat de tiende: Kohl.

Hoewel zijn tegenstanders Schröder inhoudelijke vaagheid verwijten, weet iedereen onderhand dat bij hem tewerkstelling prioriteit geniet. Over het recept is hij minder duidelijk, tenzij dat hij de binnenlandse vraag wil stimuleren en dat alles bij consensus zal beslist worden. Als hij verkozen wordt, zal hij de sociale partners onmiddellijk op de kanselarij uitnodigen. Dan wordt overeengekomen wat nodig is en wie wat bijdraagt. De overheid moet er zich volgens Schröder toe verbinden om de randvoorwaarden voor meer groei en banen te verbeteren. De SPD-leider wil de bureaucratie aanpakken en verder moeten de belastingen omlaag, en de kwaliteit van onderwijs en research omhoog. Schröder is geen bevlogen redenaar en altijd let hij op dat hij zich niet te ver engageert of onhaalbare zaken belooft. Als het echter over vorming gaat, laat hij de remmen los. Dat is een terrein waar hij als promotor van de neue Mitte graag vertoeft.

Inzake tewerkstelling is de CDU op verdedigen aangewezen. Hoewel de werkloosheid dit jaar opmerkelijk daalde, zitten nog meer dan vier miljoen Duitsers zonder baan. Het wordt Kohl zwaar aangerekend. De christen-democraten verkiezen andere thema’s om zich te profileren en de SPD uit verband te spelen. De binnenlandse veiligheid, bijvoorbeeld, en de strijd tegen kindermisbruik. Ook in Duitsland is het een geladen thema en de christen-democratie heeft het zich toegeëigend. Elke uitspraak dat de politie alle steun verdient en alle middelen moet krijgen om de confrontatie met de criminaliteit aan te gaan, kan op een CDU-meeting op daverend applaus rekenen. Zo ook de oproep dat Duitsland minder en alleen voorbeeldige migranten moet opnemen. Op dat punt is Kohl heel duidelijk: “vreemdelingen die zich misdragen, hebben maar één plaats: raus.”

En dan zijn er nog de ex-communisten. Begin mei vormde de SPD in Saksen-Anhalt een minderheidsregering die door de PDS wordt gedoogd. Het gaf de CDU-CSU opnieuw hoop. Ze aarzelde geen moment om de oude retoriek weer van stal te halen en de trauma’s van het verleden op te roepen. Voor Kohl is het een uitgemaakte zaak dat Schröder de steun van de ex-communisten zal aanvaarden, als hij op die manier in Bonn aan de macht kan komen. “De praatjes over een grote coalitie zijn boerenbedrog. Daarmee vissen ze naar stemmen uit het centrum. In werkelijkheid wil rood-groen een andere republiek. Wij daarentegen willen deze republiek behouden.”

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content