Een op de drie jongeren met een cannabispsychose komt dat nooit te boven. Marleen Finoulst, arts en hoofdredacteur van het gezondheidsmagazine Bodytalk, vertelt het verhaal van haar zoon.

‘Ga even een rondje lopen op de speelplaats jongen’, adviseerde de juf van het vierde leerjaar toen mijn oudste zoon weer eens zat te wiebelen in de klas. Hij was snel afgeleid en liep over van energie. Een stevig temperament heeft hij altijd gehad, pienter, opvliegend soms, een haantje-de-voorste, nergens bang voor, en streken als geen ander. ‘Karakter’ heette dat toen. In die tijd was ADHD nog geen modeziekte, anders had hij dat etiket ongetwijfeld gekregen. De overgang naar de middelbare school liep niet van een leien dakje. Meer straf- dan huiswerk en vernietigende commentaren op schoolrapporten namen zijn laatste greintje motivatie weg. Daarnaast stak mijn rebellerende puber, zoals zoveel leeftijdgenoten, op zijn vijftiende of zestiende zijn eerste joint op.

Cannabis is minder onschuldig dan het lijkt. Schoolprestaties lijden eronder. Hoe vaker jongeren blowen, hoe kleiner de kans dat ze hun studie afmaken. Schoolmoeheid en spijbelen brachten mijn zoon naar verschillende scholen, tot er een schorsing volgde. Zeventien was hij toen hij de school definitief vaarwel zei. In het doolhof van versnipperde hulpverlening begon de zoektocht naar een alternatieve dagbesteding. Alle goede omkadering en intensieve begeleiding ten spijt had niemand in de gaten dat het cannabisgebruik stilaan problematisch werd.

Wie denkt dat een jointje af en toe geen kwaad kan, is geneigd cannabisgebruik te bagatelliseren. In de jaren tachtig, toen ik student was in Leuven, heerste er een procannabisklimaat. Blowen was cool, we voelden ons prettig, hebben ontzettend gelachen en nachtenlang gefilosofeerd op café. Het was nog een softdrug, een slappe drug – de echte, dat waren cocaïne of lsd, en daar bleef je af.

Alleen: de nederwiet van vandaag is in niets meer te vergelijken met de cannabis uit de jaren tachtig. Het spul bevat vijf tot tien keer meer tetrahydrocannabinol, de actieve substantie waar het allemaal om draait. Meer gebruikers raken in de problemen.

Het is met cannabis zoals met alcohol. Niet iedereen die drinkt wordt alcoholist, en niet iedereen die blowt wordt cannabisverslaafd. Sommige mensen zijn echter genetisch kwetsbaar en verslavingsgevoelig. Zo ook mijn zoon. Zijn gebruik liep uit de hand. Verhalen over achtervolgingen, verborgen camera’s, mensen die hem naar het leven stonden en stemmen in zijn hoofd deden hem stilaan wegglijden in een cannabispsychose. Geen rationeel argument was opgewassen tegen de irrationeel hevige paniekaanvallen. Hij zag zichzelf in stukjes uiteenvallen en vervreemdde compleet van zijn omgeving. De enige uitweg was een psychiatrische opname, antipsychotica en intensieve begeleiding. Onmiddellijk stoppen met blowen is uiteraard essentieel, maar dat stopt de psychose helaas niet. Die blijft vele maanden en vaak zelfs verschillende jaren voortduren.

Door de angst en de onrust vluchten jongeren soms opnieuw in cannabisgebruik. Maar dat verergert de psychotische aanvallen alleen maar. In de plaats komen dan andere drugs, zoals alcohol, en ten slotte depressie. Mijn zoon kreeg een ernstige depressie en wilde niet meer leven. Een opname in een beveiligde afdeling en een zeer intensieve elektroshocktherapie waren noodzakelijk om zelfdoding te voorkomen en zijn brein te resetten. Twintig was hij, en hij ging door de hel. Daar is hij, 23 ondertussen, na veel vallen en opstaan, zweet en tranen, eindeloos veel geduld en professionele begeleiding stilaan uit geraakt.

Eén op de drie jongeren met een cannabispsychose komt dit helaas nooit te boven. Tien procent pleegt zelfmoord. De psychiatrische centra in Vlaanderen zitten vol met jongeren met een cannabispsychose. Van de kinderen met ADHD raakt de helft op latere leeftijd verslaafd aan roesmiddelen, gokken of gamen. Als cannabis wordt gelegaliseerd, zijn zij de eersten die met de drug zullen experimenteren. Sensibiliseren voor de gevaren van cannabis heeft geen vat op die kwetsbare pubers.

Het is best mogelijk dat het decriminaliseren van cannabis voordelen heeft. Voor patiënten die het gebruiken voor medische doeleinden, bijvoorbeeld, of voor degenen die af en toe van een joint willen genieten. Ik wéét dat jongeren die zichzelf in de vernieling blowen een minderheid vormen. Maar sta mij toe, in naam van alle ouders van jongeren met een cannabispsychose, om er heel hard voor te waarschuwen.

Onmiddellijk stoppen met blowen is uiteraard essentieel, maar dat stopt de psychose niet. Die blijft vele maanden en vaak zelfs jaren voortduren. Marleen Finoulst

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content