Vijftigers worden in de Franse politiek niet zelden beschouwd als aanstormende talenten. De gemiddelde leeftijd in de Assemblée Nationale is ruim 61 jaar. ‘Een bejaardentehuis’, zo kwalificeerde de weggestuurde minister Arnaud Montebourg het parlement twee jaar geleden. In die context baart het opzien dat president François Hollande twee sleutelposities in het kabinet vergeeft aan de jonkies Emmanuel Macron en Najat Vallaud-Belkacem, beiden 36. Wie zijn zij?

EMMANUEL MACRON: ‘DE ZAKENBANKIER’

Emmanuel wie? Vrijwel niemand uit het grote publiek had ooit van Emmanuel Macron gehoord toen hij vorige week werd benoemd tot minister van Economische Zaken, als opvolger van de in onmin geraakte Arnaud Montebourg.

Dat zal de komende maanden snel veranderen. Macron gaat een hoofdrol spelen bij de invoering van het verantwoordelijkheidspact, dat president François Hollande als het belangrijkste pakket maatregelen van zijn eerste en wellicht enige presidentiële termijn beschouwt (zie: ‘De gok van Hollande’ op blz. 68). Als adjunct-secretaris op het Elysée, het presidentiële paleis in Parijs, was hij ook een van de voornaamste architecten van het pact, dat wordt toegejuicht door het Franse bedrijfsleven.

Macron vertegenwoordigt een linkse stroming die in Frankrijk tot voor kort nauwelijks voet aan de grond kreeg, maar die elders in de westerse wereld al langer in zwang is: het sociaalliberalisme. ‘De ideologie van klassiek links stelt ons niet in staat om over de huidige werkelijkheid na te denken. We hebben daar de middelen niet voor’, zei hij in een interview een jaar geleden met de journalistieke website Mediapart.

Hij legt daarin uit dat bedrijven in zijn ogen niet langer een plek zijn waar de klassenstrijd moet worden uitgevochten, zoals veel Fransen dat nog steeds vinden. ‘De strijd dient niet gevoerd te worden binnen de onderneming, het gaat om de verovering van nieuwe markten en nieuwe klanten. Hoe meer toegevoegde waarde een Frans bedrijf kan creëren en hoe meer het kan groeien, des te meer valt er ook te herverdelen.’

Diezelfde denktrant gebruikt Macron in zijn kritiek op de 35-urige werkweek, die zijn socialistische collega’s anderhalf decennium geleden instelden in de hoop de beschikbare werkgelegenheid onder meer mensen te verdelen. Critici vinden dat de maatregel economische groei belemmert en stellen dat de kortere werkweek de staat jaarlijks meer dan 20 miljard euro kost aan compensaties. De vorige president Nicolas Sarkozy maakte al uitzonderingen mogelijk en als het aan Macron ligt moet een verdere uitkleding plaatsvinden.

Hollande wilde Macron naar verluidt al eerder opnemen in de regering, maar liet zich weerhouden door het gegeven dat hij nog nooit een gekozen politiek mandaat heeft bekleed. De loopbaan van Macron, afkomstig uit het Noord-Franse Amiens, is atypisch te noemen voor een Franse bewindsman.

Zijn parcours begint nog wel klassiek. Zoals de meeste politieke kopstukken doorloopt hij de prestigieuze Ecole Normale de l’Administration en gaat hij daarna aan de slag bij de Inspection Générale des Finances, die is voorbehouden aan de beste studenten. Binnen die instelling maakt hij snel promotie, ook omdat bijna al zijn jonge, getalenteerde collega’s in 2007 worden weggeplukt door Sarkozy en zijn verwanten.

Macron zelf krijgt een aanbieding om toe te treden tot het kabinet van minister Eric Woerth (Begroting), maar kan dat niet rijmen met zijn linkse DNA. Hij gaat wel in op een aanbieding van Jacques Attali, oud-raadgever van François Mitterrand en nog altijd zeer invloedrijk, om in opdracht van Sarkozy mee te werken aan een rapport met suggesties om de economische groei weer op gang te krijgen – een rapport waarmee uiteindelijk niets gebeurt.

Dan kiest Macron een andere weg. Attali introduceert hem bij de zakenbank Rothschild, waar hij kennismaakt met de internationale business en de wereld van het grote geld. Ook daar maakt hij bliksemsnel carrière en in 2011 is hij de jongste partner bij de bank.

In die tijd werkt hij al mee aan het economische programma van Hollande, waardoor een overstap naar het Elysée na de linkse verkiezingsoverwinning in 2012 een logisch vervolg is. De komende maanden zullen uitwijzen of zijn talenten ook in de volle schijnwerpers tot uiting komen.

NAJAT VALLAUD-BELKACEM: ‘JONG, VROUW EN IMMIGRANT’

Najat Vallaud-Belkacem is sinds vorige week de eerste vrouwelijke minister van Onderwijs in Frankrijk. Ze wordt beloond voor ruim twee jaar trouwe en foutloze dienst, eerst als staatssecretaris van Vrouwenzaken en sinds een halfjaar is haar portefeuille uitgebreid met Stadsbeleid, Jeugdzaken en Sport.

Tot dit voorjaar was ze bovendien woordvoerder van de regering. Gewapend met een mooie glimlach en in vlekkeloze ambtenarentaal slaagde ze erin de standpunten van het kabinet te verdedigen en – belangrijk – hield ze zich op de vlakte bij interne onenigheid over het te voeren beleid. Loyaliteit stond bij haar voorop.

Cynici zien de bliksemcarrière van Najat Vallaud-Belkacem niet los van eigenschappen die weinig met haar capaciteiten hebben te maken: als jonge vrouw van buitenlandse afkomst verenigt ze drie belangrijke minderheidscriteria. Op internet doet zelfs een gerucht de ronde dat ze eigenlijk Claudine Dupont zou heten, maar een exotischer naam gebruikt omdat dat beter zou zijn voor haar carrière. Onzin, maar veel Fransen geloofden het.

Als minister van Onderwijs is ze een van de pijlers van het kabinet. Hoewel de economie nu de meeste aandacht opeist, stelde Hollande in zijn verkiezingscampagne dat één criterium voor hem het allerbelangrijkst zou zijn: Franse jongeren moeten na vijf jaar Hollande betere toekomstkansen hebben. De sociale ladder, die ervoor zorgt dat kinderen van bescheiden afkomst die goed hun best doen het ver kunnen schoppen in het leven, moet weer naar behoren functioneren. Vallaud-Belkacem heeft de taak om een van de opvallendste beloften van Hollande waar te maken: 60.000 nieuwe banen in het onderwijs. Vooralsnog zijn er vooral stageplekken gecreëerd en lijkt het een bijna onmogelijke opgave.

Voor haarzelf heeft de sociale ladder prima gewerkt. Ze werd geboren in het Rifgebied in Marokko en voegde zich op haar vierde met moeder en zus bij haar vader in Noord-Frankrijk, die daar werk had gevonden in de bouw. Ze groeide op in Arras en Amiens, net als collega-minister Emmanuel Macron.

In Parijs studeerde ze politieke wetenschappen aan het vermaarde Institut des Etudes Politiques (‘Sciences-Po’). Haar politieke engagement begon op 21 april 2002, voor links Frankrijk een traumatische dag waarop Jean-Marie Le Pen de socialist Lionel Jospin versloeg in de presidentsverkiezingen en doordrong tot de beslissende tweede ronde.

Aanvankelijk koos ze de zijde van Ségolène Royal, de linkse presidentskandidaat van 2007 die het in 2012 nogmaals wilde proberen, maar toen haar rol na de voorverkiezingen was uitgespeeld, sloot ze zich aan bij de ex van Royal, François Hollande.

De tegenstanders van ‘NVB’, zoals ze soms genoemd wordt, bevinden zich vooral in nationalistische en conservatief-katholieke hoek. De aanhang van Marine Le Pen van het Front National vindt het maar niets dat ze een dubbele nationaliteit heeft (Frans en Marokkaans) en vraagt zich af of ze zich wel volledig voor Frankrijk kan inzetten.

Conservatief Frankrijk, nog steeds verbolgen over het homohuwelijk dat sinds vorig jaar wettelijk is toegestaan, valt haar aan omdat ze voorstander zou zijn van de théorie du genre, de gendertheorie die gedrag en identiteit van een sekse los ziet van de biologische eigenschappen (jongens mogen ook met poppen spelen en meisjes zijn net zo goed geschikt voor exacte wetenschappen).

Als staatssecretaris lanceerde ze een boekje over de gelijkheid van de seksen op school, dat op veel kritiek stuitte in rechtse kringen en dat uiteindelijk werd ingetrokken. De conservatieven zien de benoeming van Vallaud-Belkacem op Onderwijs als ‘een onacceptabele provocatie’ en de tegenstanders van het homohuwelijk hopen dat het een aanleiding kan zijn om de protestbeweging van destijds nieuw leven in te blazen.

DOOR OLIVIER VAN BEEMEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content