Met de nieuwe wet op schijnhuwelijken wil de overheid een van de laatste poorten voor economische migratie afgrendelen. Nergens stond die poort wijder open dan in Brussel. Twee Vlaamse politievrouwen getuigen over de jacht op schijnhuwelijken in de hoofdstad. ‘De verantwoordelijkheid weegt zwaar. Het laatste wat we willen, is iemands huwelijksgeluk in de weg staan.’

De nieuwe wet op schijnhuwelijken is alleen maar toe te juichen, vinden Wendy Coremans (32) en Kathleen Calie (50). Coremans draait al zes jaar mee in de cel Schijnhuwelijken in politiezone Brussel Noord, de eerste in ons land. De voorbije twee jaar stond ze er aan het hoofd. De expertise, opgedaan in Schaarbeek, Sint-Joost-ten-Node en Evere, sijpelde door naar andere korpsen in de hoofdstad. Zo ging eind vorig jaar ook politiezone Brussel Zuid met een gespecialiseerde, zevenkoppige cel van start. Kathleen Calie is de verantwoordelijke die in Anderlecht, Sint-Gillis en Vorst de jacht op schijnhuwelijken coördineert. Maar hoe doe je dat, ware liefde van valse onderscheiden, laat staan oprechte trouwplannen van frauduleuze?

Om te beginnen: waarom is de strijd tegen schijnhuwelijken zo belangrijk?

KathleenCalie: Omdat het voor illegalen zowat de enige manier is om nog aan papieren te komen. Asiel aanvragen, studentenvisa onbeperkt verlengen, al die poortjes zijn door de strengere regelgeving nagenoeg gesloten. Zo blijft alleen nog het schijnhuwelijk over, een piste die tot voor kort nauwelijks werd gecontroleerd. In onze politiezone werd vroeger de wijkagent ingeschakeld als er een vermoeden van schijnhuwelijk bestond. Dat werkte niet goed. Wijkagenten zijn daar niet voor opgeleid, en ze hebben geen tijd voor echte controles – bovendien vloeken die met hun rol als vertrouwenspersoon.

WendyCoremans: Kleine gemeenten schakelen nog altijd de wijkagent in, als ze al controleren. Positief is wel dat het shoppen achteruitgaat. Toen wij in 2006 begonnen, ging het er zo toe: een koppel meldde zich bij de ambtenaar van burgerlijke stand, de instantie die finaal moet beslissen of een burgerlijk huwelijk al dan niet kan worden gesloten. Als hij onraad rook en weigerde, trok dat koppel naar een andere gemeente, waar de ambtenaar geen weet had van hun eerdere poging. Dat is fel verminderd, sinds de gemeenten verplicht werden alle gemengde huwelijksaanvragen van een EU-burger en een illegaal bij de Dienst Vreemdelingenzaken aan te geven, waardoor de DVZ ook kan nagaan of de betrokkene al eerdere pogingen heeft ondernomen.

Wat is de rol van de politie bij een schijnhuwelijk?

Coremans: Stel: een koppel waarvan één partner geen papieren heeft, komt bij de ambtenaar van burgerlijke stand een datum voor een huwelijk vragen. Maar de ambtenaar twijfelt. Omdat de antwoorden op zijn vragen over hun relatie hem niet overtuigen, bijvoorbeeld. Of omdat het dossier van de Dienst Vreemdelingenzaken verdachte elementen bevat – dat kan een eerdere huwelijkspoging zijn, maar evengoed een afgewezen asielaanvraag of een studentenvisum waar geen enkele inschrijving in een school tegenover staat. In dat geval stelt hij zijn beslissing uit en schakelt hij het parket in, dat de politie met een onderzoek gelast. Wij hebben dan twee maanden om een advies te geven, op basis van minstens twee onaangekondigde huisbezoeken en een interview met elk van de partners. Dat moet simultaan of opeenvolgend, zodat ze hun verhaal niet op elkaar kunnen afstemmen. Bij een negatieve beslissing kunnen de kandidaat-trouwers beroep aantekenen, en dan krijgen wij drie maanden extra tijd om bijkomend onderzoek te verrichten.

Calie: Schijnhuwelijken zijn de enige materie waarin het parket ons advies vraagt, in alle andere onderzoeken beperken we ons louter tot constateringen. Onze mening is zelfs doorslaggevend. Het gebeurt zelden dat het parket of de ambtenaar van burgerlijke stand ons advies naast zich neerlegt.

Coremans: Die adviesrol werkt erg motiverend, maar de verantwoordelijkheid weegt zwaar. Trouwen is een mensenrecht. Het laatste wat we willen, is iemands huwelijksgeluk in de weg staan. We gaan objectief en zorgvuldig te werk. Een advies loopt snel uit tot tien pagina’s.

Met welke nationaliteiten – de Belgische buiten beschouwing gelaten – worden jullie het vaakst geconfronteerd?

Calie: In onze zone zijn dat Marokkanen, wat logisch is gezien de samenstelling van de bevolking. In Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node hebben ze om die reden meer met Turken te maken. Afgezien daarvan is diversiteit troef. Ik zie bijvoorbeeld veel Brazilianen, een gemeenschap die in Sint-Gillis ongelooflijk groeit. Ook Afrikanen zijn vaste klanten, vooral Kameroeners en Ghanezen. Meestal zijn dat mannen die een rijpere Belgische vrouw strikken voor een grijs huwelijk, een term die we gebruiken als een van de partners oprecht verliefd is.

Komt dat vaak voor?

Coremans: Ja.Een echt schijnhuwelijk is duur, we horen bedragen van 7000 à 9000 euro. Er wordt in schijven betaald: 2000 bij het sluiten van de deal, 2000 na het bezoek aan de burgerlijke stand, de rest als de verblijfsvergunning in orde is. Niet iedereen kan dat betalen. Wie geen geld heeft en toch aan papieren wil komen via een huwelijk, moet proberen hier een partner te versieren. Meestal zijn het de mannen die de vrouw manipuleren, al kan het ook andersom – ik heb zelfs al twee grijze homohuwelijken onderzocht.

Grijze huwelijken leiden vaak tot schrijnende toestanden. Na drie jaar kan men scheiden zonder de voordelen te verliezen die aan het huwelijk gekoppeld waren – denk aan de verblijfsvergunning maar ook aan sociale zekerheid of een uitkering. Dus wat zien we vaak gebeuren? Na drie jaar en één dag trapt manlief het af, in sommige gevallen blijft de vrouw zelfs achter met een kind. Bébés papiers, ze zijn een nieuwe trend. Kinderen worden speciaal verwekt om een schijnhuwelijk te doen slagen.

Hoe bewijs je dat een gepland huwelijk grijs is?

Coremans: Dat is erg moeilijk, want ze weten hun slachtoffers te kiezen. Vaak gaat het om oudere vrouwen die in de puree zitten. Twee keer gescheiden, werkloos met een stel kinderen, eenzaam en snakkend naar affectie. Of anders pikken ze er jonge meisjes uit die hun hele leven in een instelling hebben gezeten en nooit liefde hebben gekregen, die vallen voor de eerste de beste donjuan. Hoogopgeleide vrouwen komen we zelden of nooit tegen.

Calie: Je mag nooit op het uiterlijk afgaan, maar soms zie je het meteen. Als een zwaarlijvige vrouw met een slecht gebit en onverzorgd haar komt aanzetten met een veel jongere gigolo, dan klopt er iets niet. Ik zeg dat ook vlakaf tegen zo’n gast, maar dan voeren ze hun nummertje op. ‘U vergist zich. Ze is echt de liefde van mijn leven, ik val trouwens op mature vrouwen.’

Moet je zo’n vrouw niet op andere gedachten brengen?

Coremans: Dat is sneller gezegd dan gedaan. Verliefde vrouwen, dat is het ergste wat er bestaat, die zijn voor geen rede vatbaar. Tránen dat er tijdens zo’n gesprek vloeien. Ik heb altijd een doos Kleenex op mijn bureau staan, op het einde van de week is die leeg.

Calie: Ik ben daar hard in. ‘Mevrouw,’ zeg ik, ‘bekijk nu eens die twee foto’s. Gelooft u nu echt dat die bink verliefd is op u, terwijl er zo veel jonge, knappe meisjes rondlopen?’ Maar zoals Wendy zegt: ze willen niet luisteren.

Jullie opdracht is niet alleen preventief. Behalve geplande huwelijken worden ook afgesloten huwelijken onderzocht. Op welke basis?

Coremans: Als er een klacht wordt ingediend en uit ons onderzoek blijkt dat die gegrond is, kan de procureur voor de rechtbank de nietigverklaring vorderen. Dat is altijd een race tegen de tijd, want als het koppel na drie jaar uit elkaar gaat, wordt het veel moeilijker om de verblijfstitel nog ongedaan te maken. Meestal begint zo’n onderzoek met de wijkagent die vaststelt dat een pasgetrouwd koppel helemaal geen gemeenschappelijk leven heeft. Of we krijgen een tip van familie of buren, doorgaans mensen uit dezelfde cultuur. We springen daar voorzichtig mee om, want soms schuilt er een aanslepende vete achter. Vaak zijn de tipgevers slachtoffers van grijze huwelijken die nattigheid voelen. ‘We zijn pas getrouwd,’ komen ze dan vertellen, ‘maar mijn man ziet me niet meer staan.’

Calie: Je moet dat soms met een korrel zout nemen. Er komen ook klachten van partners die willens en wetens in een schijnhuwelijk zijn gestapt, maar zich anders voordoen. Ze stappen naar de politie omdat de andere zich niet aan de afspraken heeft gehouden, door bijvoorbeeld te verdwijnen zonder te betalen zodra hij zijn papieren heeft. Dan krijg je vaak het hele verhaal. Dat de man papieren wilde om een uitkering te versieren. Twee keer langs de kassa passeren dus, want ’s nachts ging hij al in het zwart werken. We moeten er niet flauw over doen: ze willen allemaal in België verblijven voor onze sociale voorzieningen.

Coremans: Door dat soort klachten kennen we ook de tarieven voor een schijnhuwelijk. Dat staat nergens op papier, alles gaat handje contantje. Schijnhuwelijken zijn keiharde business, en het is de partner met papieren die meestal de eisen stelt. Ocharme, denk je, als je weer zo’n jong meisje met een veel oudere man ziet opdagen. Maar dat meisje heeft haar voorwaarden opgelegd, en niet alleen financieel. ‘Oké,’ zegt ze, ‘je mag een paar onderbroeken in mijn kleerkast komen leggen. En je mag twee maanden komen logeren, de periode waarin de politie een onaangekondigd huisbezoek kan brengen. Maar jij slaapt op de bank en handen thuis. En na die twee maanden eruit, zonder discussie.’ Als je in het rijksregister kijkt, ontdek je vrouwen die al vijf keer getrouwd zijn, om de drie jaar een nieuwe man. Die hebben een half appartement met schijnhuwelijken afbetaald.

Liefde en huwelijk zijn cultureel bepaalde concepten. Is het dan niet lastig om pakweg Marokkaanse of Turkse trouwplannen te beoordelen?

Calie: We zijn daarvoor opgeleid. Ik heb mijn team laatst nog naar een studiedag over het huwelijk in Marokko en het functioneren van Marokkaanse families gestuurd. Anderlecht is ook geen dorp, ik ga al dertig jaar dag in, dag uit met mensen van alle mogelijke culturen om. In ons korps zitten intussen verschillende allochtonen, en we kunnen altijd op onze tolken terugvallen.

Coremans: Ach, je leert het ook al doende. Toen ik zes jaar geleden begon, stond ik ervan versteld dat Afrikaanse vrouwen over hun man spreken als ‘monsieur’. Zo afstandelijk, dacht ik, dat zal wel een schijnhuwelijk zijn. Intussen weet ik dat het om een traditie gaat.

Calie: Voor alle duidelijkheid: met liefde heeft ons werk weinig te maken. Partners hoeven helemaal niet verliefd te zijn om een wettelijk huwelijk aan te gaan. Een gearrangeerd huwelijk? Perfect legaal, zolang het opzet niet frauduleus is. Dat is onze kerntaak: aantonen dat het de trouwers alleen om de papieren te doen is.

Welke vragen stellen jullie zoal tijdens een interview?

Coremans: Vroeger gebruikten we een vaste vragenlijst, tot we ontdekten dat die op allerhande internetforums circuleerde. Sommigen zaten in de wachtzaal met een kopie in de hand. Het begon op te vallen, ze gaven het antwoord al voor het einde van de vraag.

Calie:(grinnikt) Ook meegemaakt: een man kon een vraag niet beantwoorden. ‘Maar ik weet wel hoeveel ze weegt’, zei hij trots. Ik was helemaal niet van plan die vraag te stellen, maar ze stond wel op de lijst die ze van het internet halen.

Coremans: Grijze huwelijken zijn moeilijk te bewijzen omdat de partners echt samenleven en elkaar goed kennen. Maar een echt schijnhuwelijk? Als je goed doorvraagt, vallen de meesten door de mand. Variatie inbouwen is de kunst, en thema’s uitdiepen. Hoe goed kennen ze de gezinssituatie van hun aanstaande? Als je op trouwen staat, mag je wel weten hoeveel broers en zussen je partner heeft.

Calie: Sommige verhalen zijn echte evergreens. Marokkanen, bijvoorbeeld, hebben elkaar altijd in hetzelfde café ontmoet, op de hoek naast de Beurs.

Coremans: Oh ja? Bij ons zijn tram 55 en het Atomium de klassiekers. En als ik naar hun voorbije weekend pols, zijn ze altijd een snack gaan eten.

Hoeveel foute antwoorden kan een stel zich permitteren?

Coremans: Het is echt niet zo dat we voor de minste tegenspraak negatief adviseren. Een paar missers, dat zou mij ook overkomen. Maar wat als de versies helemaal uiteenlopen? De vrouw zegt dat ze het hele weekend samen televisie hebben gekeken, terwijl de man beweert dat hij de hele tijd in de garage van zijn buurman aan een auto heeft zitten sleutelen. Het blijft me verbazen hoe slecht ze zich voorbereiden. Eén gezamenlijk cafébezoek volstaat echt niet om de violen gelijk te stemmen en ons te misleiden.

Calie: Soms zitten ze in de wachtzaal nog te bespreken wat ze ons gaan wijsmaken. Dat valt natuurlijk op, onze collega’s van het onthaal hebben hun ogen ook niet in hun zak. Ik heb er al een betrapt die tijdens het interview onder de tafel zat te sms’en naar zijn vrouw in de wachtzaal. Sindsdien moeten alle gsm’s tijdens het gesprek op tafel.

Stellen jullie ook intieme vragen? Zelfs over het seksleven van de aanstaanden?

Coremans: Dat gebeurt. Ze zijn niet verplicht om te antwoorden, dat wordt hen bij het begin van iedere sessie duidelijk verteld. Maar intieme vragen kunnen nuttig zijn. De eerste kus, de eerste keer seks, dat zijn vragen waar ze zich op voorbereiden. Vreemd genoeg laten velen zich verrassen als je vraagt wanneer ze het laatst seks hebben gehad. Ik begin daar niet graag over, zeker niet als aan de overkant van de tafel een piepjong meisje met een hoofddoek zit dat te verlegen is om je zelfs maar aan te kijken.

Calie: Latino’s hebben daar geen moeite mee. Brazilianen, bijvoorbeeld, doen niks liever dan over seks praten. Wat ook een goeie is: ‘Heeft uw partner intieme lichaamskenmerken waarvan alleen u op de hoogte bent?’ Ik vraag dat meestal op het einde, als ik nog twijfels heb. Zo was er een vrouw die meteen opbiechtte dat haar man een schoonheidsvlek op zijn geslacht had. Bon, dacht ik, dat weten we dan ook weer. Toen haar man binnenkwam, moest ik dat natuurlijk checken. Een intiem kenmerk waar enkel zijn vrouw van wist? ‘J’ai une tache de beauté sur mon sexe,’ zei hij, ‘en als u wilt, laat ik het even zien.’

Door de strengere controles op schijnhuwelijken prefereren steeds meer gegadigden een verklaring van wettelijk samenwonen. Kunnen jullie daartegen optreden?

Coremans: Nu wel, de nieuwe wet geldt ook voor wettelijk samenwonen. Vroeger was het dweilen met de kraan open. Ik heb het zelf gezien op het stadhuis van Schaarbeek: koppels die door de ambtenaar van burgerlijke stand werden geweigerd, gingen een loket verder een ticket nemen voor wettelijk samenwonen. Dat werd niet gecontroleerd, terwijl het statuut evengoed recht geeft op een verblijfsvergunning en andere voordelen.

Calie: De creativiteit kent geen grenzen. We hebben het nog niet over carrouselhuwelijken gehad, in Anderlecht een specialiteit van de Pakistani. Ze zijn getrouwd in Pakistan, maar zien meer toekomst in België. Wat doen ze dan? Ze scheiden ginder, en verhuizen naar België waar ze een schijnhuwelijk aangaan. Na drie jaar scheiden ze opnieuw, en hertrouwen in Pakistan met hun eerste vrouw. En dan komt het doel in zicht: na een paar jaar kunnen ze de hele familie met kinderen en al in het kader van gezinshereniging naar België laten overkomen.

Coremans: Ik heb een grijs carrouselhuwelijk gekend van een Belgische vrouw met een veel jongere Marokkaan. Hij had een tatoeage op zijn borst, de naam van zijn moeder zogezegd. De vrouw was tot over haar oren verliefd en geloofde alles, ook dat hij drie jaar lang geen seks wilde omdat hij haar zo erg respecteerde. Natuurlijk heeft hij haar in de steek gelaten zodra zijn statuut in orde was. Ze was er ondertussen achter gekomen dat de naam op zijn borst die van zijn Marokkaanse echtgenote was. Dat is trouwens een verhaal op zich. Die Marokkaanse echtgenote stond eerst sceptisch tegenover het plan. Migreren naar België via een schijnhuwelijk? Allemaal goed en wel, maar wat als je ginder echt verliefd wordt? Om haar gerust te stellen had hij die tatoeage laten zetten.

Is België een dankbaar land voor huwelijksmigranten?

Coremans: Ja. In Nederland is de wet veel strenger, daarom is de Belgische route er zo populair. Een illegaal komt met een Nederlands meisje naar België, ze doen hier een huwelijksaanvraag en keren terug zodra de papieren in orde zijn. Ze kunnen ook blijven plakken, of terugkeren maar toch een fictief adres aanhouden zodat ze hier een uitkering kunnen krijgen.

Mooi hè, de liefde? Geloven jullie er nog in?

Calie: Mij maken ze niks meer wijs. Ik ben intussen zelf een gescheiden vrouw van vijftig.

Coremans: Geloof het of niet, maar ik ben een maand geleden met mijn vriend getrouwd.

DOOR ERIK RASPOET, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELEN

‘Sommige vrouwen zijn al vijf keer getrouwd: om de drie jaar een nieuwe man. Die hebben een half appartement afbetaald met schijnhuwelijken.’

‘Soms ben ik hard. “Mevrouw, gelooft u nu echt dat die bink verliefd is op u, terwijl er zo veel jonge, knappe meisjes rondlopen?”‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content