Solo-tentoonstellingen van Jean-Marc Bustamante en Sean Scully in Parijs.

HIJ ONTVOUWT zijn beelden in een suite van grote zalen in het Parijse Musée du Jeu de Paume als een ?Lent retour?. Langzaam keert de kijker terug van het verste punt, het raam met het uitzicht op de bomen in de Jardin des Tuileries en het abstracte ?Paysage au retour?, naar het begin, de schichtig scherpe silhouetten van een bos vol witte ?Arbres deNoël? (1994-96). De tentoonstelling van Jean-Marc Bustamante (44) kan in twee bewegingen bekeken worden. Eerst de verkennende wandeling langs onbenoembare maar strak omschreven objecten met gladde of afgepuimde oppervlakken, scherp gesneden kanten en een afwerking die zowel industrieel als ambachtelijk kan ogen. Sommige dingen verhouden zich specifiek tot de muur (als schilderkunst), of tot de grond (als sculpturen) ; andere hebben een vrijere rol in de ruimte (als installaties). Er openbaart zich een abstract landschap met een ritmische ruimtelijke ordening, gepunktueerd door vooral menierood en wit gekleurde objecten van een grote stralingskracht.

Gevoed door het beeld van de tuin aan het keerpunt een beredeneerd geordend stukje natuur in de stad volvoert de kijker bij het teruglopen een mentale topografie van het hem al half vertrouwde beeldenlandschap. En hij blijft in het domein van het ongewisse en het onbesliste steken.

Hij betrapt zichzelf op een vertraagde beweging, vanwege de tijd die de gelaagde, rijk gedetailleerde objecten vragen om visueel te worden doorlopen en met elkaar verbonden in een dynamische zone. Er ontstaat een open situatie tussen elementen van het gebouwde en het geschilderde, het gemaakte en het gefotografeerde, het artificiële en het natuurlijke. ?Wat me aan kunst lijkt te raken, is wanneer de vragen niet opgelost zijn,? zegt Bustamante.

BASTAARDEN.

Van een grote interne samenhang is ook de tentoonstelling met abstracte schilderijen van Sean Scully (51) op het gelijkvloers. Toen hij aan het eind van de jaren zeventig besloot om zijn kunst van alle ballast te ontdoen, hield hij enkel nog een fundamenteel structurerend element over : vertikale en horizontale stroken. Wat pure, cerebrale minimal painting had kunnen worden, ontstak weldra door Scully’s onblusbare kleurgevoel, de dikte van de doeken, de terugkeer van de zichtbare, doorploegde toets en de rafelige overgangen tussen de zones in een fysiek en sensueel vreugdevuur. De verzadigde of met wit contrasterende kleuren doen de doeken van binnenuit oplichten. Ze dienen dan ook om een innerlijke ruimte te verlichten.

Scully brengt twee kleuren met mekaar in spanning in naast elkaar liggende banen die zich binnen het beeldvlak herhalen. Hij confronteert ze met een patroon van eveneens gepaarde kleurenbanen binnen hetzelfde vlak of laat ze als geometrische volumes uit de muur in de ruimte springen, zoals bij de recente Floating Paintings. Hoe ook, het zijn de blazoenen van zijn innerlijk leven (in de heraldiek werd het gestreepte blazoen aan de bastaarden, en later aan de geïnterneerden en de gekken toegewezen). Sinds 1979 roept de kunstenaar elk jaar zijn beste schilderij uit Catherine Painting. Die is dan bestemd voor zijn vrouw, de schilderes Catherine Lee. Deze werken moeten samenblijven en zullen te gelegener tijd in hun geheel naar één museum gaan. Het Jeu de Paume laat zien welk een overweldigende picturale ervaring dat zal zijn.

J.B.

Jean-Marc Bustamante/Sean Scully tot 1.12.96 in het Jeu de Paume, Parijs.

Jean-Marc Bustamante, Arbres de Noël (detail), 1994-96 : langzame terugkeer.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content