INFO : De auteur is natuurkundige.

Toen het nog volop Koude Oorlog was, hebben Europa en Noord-Amerika gezamenlijk een verdedigingssysteem opgebouwd om te reageren op de dreiging uit het Oosten. De NAVO stond paraat. Bij elke verdachte beweging in de Sovjet-Unie stegen haar vliegtuigen onmiddellijk op, uitgerust met de middelen om het reusachtige land ten westen en ten oosten van de Oeral te verwoesten.

De NAVO bestaat nog altijd. De Sovjet-Unie is ondertussen op een andere manier verdwenen en het Atlantisch bondgenootschap zoekt naar een nieuwe bestaansreden. Sommigen willen de nutteloos geworden organisatie opdoeken; anderen, zoals secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer, zijn bezig haar actieterrein te verleggen. Naar Irak bijvoorbeeld. Wie zoekt, vindt altijd wel een vijand, liefst iemand met een grote mond en zonder de wapens die wij hebben, zodat wij winnen.

Allebei hebben ze echter ongelijk, de opdoekers en de oorlogzoekers. De NAVO is onmisbaar. We hebben haar nodig, niet omdat zij in staat is te verwoesten, maar omdat zij in die bekwaamheid nog overtroffen wordt door de natuur en ze ons tegen het natuurgeweld in bescherming moet nemen. Alleen al de voorbije tien maanden verloren honderdduizenden mensen het leven door aardbevingen, orkanen en tsunami’s.

De NAVO hoeft geen nieuwe vijand te zoeken, ze heeft de grootste waarvan ze kan dromen: de aarde. Op de moordende aanslagen van de aarde zou de defensieorganisatie kunnen reageren met alle middelen waarover ze beschikt: reddingshelikopters, transportvliegtuigen, veldhospitalen, tenten en communicatieapparatuur, het materiaal dat dringend nodig is en dat opgeslagen ligt in haar hangars. Waarom doet zij niets?

Indien de Sovjet-Unie het destijds had gewaagd om vanuit Siberië een raket richting Florida te sturen, zou binnen de tien minuten vanuit North Dakota een vernietigend antwoord richting Moskou gevlogen zijn. Die technologie stond op punt. Toen vorige week duizenden mensen in Kashmir onder het puin lagen, hebben zij dagen moeten wachten vooraleer het eerste vliegtuig uit Europa opsteeg om hulp te bieden.

Met zekerheid weten we dat nieuwe aanslagen volgen. Lang zal het niet duren of de bodem beeft weer, een volgende keer kan het in San Francisco zijn, in Tokio of in Tongeren. Op een dag spoelt de zee over Bangladesh, of verdwijnt Napels onder de as van de Vesuvius. Wat we dan nodig zullen hebben – snel en massaal – om mensen te redden, is het gereedschap waarover de NAVO beschikt.

Wat moet gebeuren, ligt voor de hand. De NAVO moet zich omvormen tot een internationale hulporganisatie. Haar kernbommen, luchtdoelraketten of landmijnen beschermen ons tegen geen enkel gevaar, integendeel, ze zijn zelf een gevaar. Reddingswerkers met helikopters kunnen hulp bieden. In snelle, grootschalige, wereldwijde hulp- en reddingsoperaties zou de NAVO haar definitieve bestaansreden kunnen vinden.

België, waar de organisatie haar hoofdkwartier heeft, zou op die koerswending moeten aandringen. De oprichting van een Europese Rapid Reaction Force, al dan niet in de schoot van de NAVO, kan een stap in de goede richting zijn indien deze ‘strijdkracht’ tot doel heeft om bij elke volgende catastrofe, waar ook ter wereld, uit te rukken met de snelheid van een luchtafweergeschut en hulp te bieden met de efficiëntie van een moderne organisatie.

Toen vorige week de bevolking van Kashmir om hulp riep, zaten in Europa duizenden soldaten in hun kazernes geduldig te wachten op een vijand. Ze zitten er nog.

Gerard Bodifiée

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content