Sinds 1995 zijn meer dan 160 instellingen van onderwijs buiten de universiteit herschikt tot 29 hogescholen. Dat aantal zal wellicht nog afnemen.

Vijf katholieke hogescholen ondertekenden een intentieverklaring met het oog op een fusie in 2001. Deze nieuwe hogeschool, marktleider op een aantal belangrijke studiedomeinen, zal ongeveer 12.000 studenten en 1200 personeelsleden tellen. Hierdoor wordt ze de grootste hogeschool van het Vlaamse land. Het kleinschalige van vroeger is bewust verlaten en maakte plaats voor een totaal andere onderwijsorganisatie.

Luc Van de Velde, secretaris-generaal van de Vlaamse Hogescholenraad (Vlhora) : ‘Een tiental jaren geleden telde de gemiddelde hogeschool zowat 500 studenten. Vandaag stijgt het gemiddelde studentenaantal tot boven de 3400 studenten per instelling. Aan deze schaalvergroting zijn voordelen verbonden. Grotere hogescholen maken een wisselwerking mogelijk van studierichtingen en interdisciplinaire uitwisseling tussen docenten en studenten.’

‘Dit spreidt kennis en ervaring en verhoogt de keuzemogelijkheden van de studenten. De grotere verantwoordelijkheid en het betere management van de hogescholen vereisen een adequate besteding van de financiële middelen. Nu is het mogelijk om kostbare apparatuur, bibliotheken, sociale voorzieningen en andere vormen van dienstverlening aan studenten meer te concentreren. Ten slotte profileren grotere hogescholen zich veel beter tegenover het bedrijfsleven en de non-profitsectoren. De schaalvergroting leidde tot een herwaardering. Hogescholenonderwijs werd aantrekkelijker. Het aantal studenten steeg tussen 1995 en 2000 met meer dan tien procent tot boven de 100.000.’

‘Onderwijs is en blijft de eerste opdracht van de hogescholen. We stemmen de onderwijsinhoud beter af op de maatschappelijke verwachtingen. We introduceren kwaliteitszorg en vernieuwen de onderwijsmethodieken (zelfwerkzaamheid, studielandschappen, informatie- en communicatietechnologie…). Voorts dragen we zorg voor de permanente vorming en een betere aansluiting van het Vlaams hoger onderwijs op de internationale markt. Meer dan vroeger zijn de hogescholen actief op de terreinen van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek en de maatschappelijke dienstverlening. Hogescholen zijn ‘beroepsgericht’. De meerwaarde van een degelijke samenwerking met het bedrijfsleven is dan ook groot, onmiddellijk voelbaar en toepasbaar.’

‘Toch belast de schaalvergroting de hogescholen met de nodige kommer en kwel. Duidelijk ontoereikend en onaangepast is het huidige financieringsmechanisme. Dat houdt nagenoeg geen rekening met de forse toename van het aantal studenten, de kosten van de gunstige uitstapregeling voor oudere docenten en de extra taken voor bijvoorbeeld kwaliteitszorg. Wij stellen vast dat de gemiddelde overheidssubsidie voor een hogeschoolstudent de helft lager ligt dan die voor een universiteitsstudent en zelfs lager is dan voor een leerling uit het secundair onderwijs. Er is dus meer geld nodig voor zowel onderwijs, onderzoek als voor investeringen in gebouwen en apparatuur. De Vlhora berekende vorig jaar dat de overheid aan de financieringsenveloppe jaarlijks ongeveer drie miljard frank zou moeten toevoegen.’

‘Daarnaast ontvangt vandaag een hogeschool voor haar sociale voorzieningen per student ongeveer de helft van het bedrag dat de universiteiten voor hun studenten krijgen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content