Eastwood ondermijnt zijn imago in het Death Row drama “True Crime”.

Voor wie graag opsommingen bijhoudt: “True Crime” is de eenenveertigste film waarin Clint Eastwood de hoofdrol speelt, de eenentwintigste die hij zelf regisseert en de achttiende zelf geregisseerde film waarin hij ook acteert. Hij heeft een indrukwekkende staat van dienst. Eastwoods dooraderde granieten kop is dan ook al decennialang een van de onbetwistbare iconen in het Amerikaanse filmlandschap.

“True Crime” is vooral boeiend als een nieuw hoofdstuk in de autobiografisch getinte publiekscinema van de ster/regisseur van “Pale Rider” en “Unforgiven”. Niet dat we in zijn films zitten te wroeten naar overeenkomsten met zijn privé-leven. Wel is er meestal een sterke spanning tussen de rol die hij speelt en zijn imago. Het boeiende bij Eastwood is dat hij zijn imago tegelijk bevestigt én ondermijnt, maar in dit laatste nooit echt te ver gaat, met als gevolg dat hij versterkt uit de zelfontluistering te voorschijn komt. Eastwood balanceert voortdurend op die grens en is als weinigen in staat om op die smalle richel het evenwicht te bewaren. Niet voor niets is hij de enige grote actiester in de Amerikaanse film die geen karikatuur is van zichzelf.

Eastwood speelt in “True Crime” een aan lager wal geraakte reporter uit Oakland. Steve Everett krijgt de opdracht om een reportage te maken over een jonge zwarte ( Isaiah Washington) die in de dodencel van San Quentin op zijn nakende executie wacht – hij geraakt ervan overtuigd dat de man onschuldig is.

Eastwood spaart zichzelf niet, zo blijkt al van bij zijn introductie: hij zit dronken in een schaars verlichte bar en wordt afgescheept door de vrouwelijke collega die hij probeert te versieren. Later krijgt hij toch een wat jongere vrouw in bed: het blijkt de verwaarloosde echtgenote van een collega te zijn – ze doet dit alleen om haar man een hak te zetten. Bij het stoeien zien we Eastwood in zijn gerimpeld bloot bovenlijf en oogt de acteur ondanks zijn goede conditie ook zijn leeftijd – 68. Ook zijn partner heeft de opmars van de cellulitis geen halt kunnen toeroepen. Wat een raar zicht in een Amerikaanse prent: seks tussen mensen die er niet als modellen uitzien!

EEN RACE TEGEN DE KLOK

“True Crime” wijkt wel meer af van de Hollywoodformule: de held met wie we het moeten doen, is in zijn privé-leven totaal onbetrouwbaar, verwaarloost zijn gezin, liegt en bedriegt. Als hij dan toch dochtertje lief meetroont naar de zoo, raast hij in zo’n hoog tempo door de dierentuin dat het kind tegen de grond wordt gesmakt en met lichte schaafwonden bij moeder wordt gedeponeerd.

Oké, de uitgebluste Everett herpakt zich wel, uiteindelijk is zijn zucht naar de waarheid sterker dan zijn bitterheid en melancholie, en wordt “True Crime” het verhaal van zijn verlossing – maar intussen hebben we het maar gehad.

De film is opgebouwd als een race tegen de klok: zal Eastwood erin slagen om de onschuld van de man te bewijzen voor het te laat is? Een nogal geforceerde constructie. De suspensmechaniek stuwt het verhaal vooruit, maar is ook wat Eastwood – liefhebber van jazzimprovisaties – het minst interesseert en het minst beheerst. Zo mag alleszins blijken uit de belabberde finale. Het procédé van de “last minute rescue” is zo oud als de straat, maar veel erger is dat Eastwoods technieken hier bot, elementair en primitief zijn.

Behalve de ontspoorde eindsprint is “True Crime” een prima karakterstudie. Niet alleen van de figuur van de reporter, een rol die Eastwood trouwens met zijn ogen dicht zou kunnen spelen. Maar er zijn ook aangrijpende en waardige portretten van de zwarte betichte en zijn gezin, terwijl James Woods als hyperagressieve hoofdredacteur – hij lijkt wel een snauwende pitbull – dan weer voor de komische terzijdes zorgt. Parallel met het koortsachtig onderzoek van Everett, krijgen we ook een quasi-documentaire blik achter de schermen van het executieritueel. Terwijl sommigen zich menselijk proberen te gedragen bij het uitvoeren van de inhumane straf, laten anderen – de aalmoezenier – zich van hun kleinste kanten zien. Ook als Eastwood klappen uitdeelt, gebeurt dit snel, raak en efficiënt. Dezelfde kwaliteit die Eastwood tot zo’n rasecht filmacteur maakt, typeert ook zijn regie: spaarzaamheid. Eastwood houdt niet van tierelantijntjes, maakt geen koude drukte. De economie waarmee “True Crime” is ingeblikt, vloekt nog geen klein beetje met de verspilzucht in het huidige Hollywood.

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content