Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Michel D’Hooghe kijkt met grote tevredenheid terug op Euro 2000, het hoogtepunt van zijn carrière als Belgisch bondsvoorzitter.

Vierdes! In Mensen van het jaar van Knack. Slechts vierdes, brengen wij een noodzakelijke nuance aan. Want ook al laat je daarmee het gros van de andere Belgen achter je, dan nog blijft het een te karige beloning. Wat voor ondankbare mensen zijn wij Vlamingen eigenlijk ? Krijgen we een keer een mooi Euro 2000 cadeau, plus een injectie in onze economie van een paar miljard frank, staan we nog te klagen. En voor wie kiezen we ? Voor een wollewuit uit Hasselt, een wierewapper die ons gratis op bus en tram laat rijden.

Enfin, op het humeur van Michel D’Hooghe heeft het geen invloed. Integendeel, de Belgische bondsvoorzitter is opgetogen over zijn nominatie, samen met toernooidirecteur Alain Courtois, in de algemene categorie Mensen van het jaar België. Zodat wij bijzonder hartelijk in zijn kantoor ontvangen worden, wat niet onaangenaam is voor iemand als uw verslaggever die vaker de achterdeur dan de voordeur achter zich heeft weten sluiten.

Niet dat die vriendelijkheid onze kritische geest aantast, maar die had voordien van de feiten al een paar fikse optaters gekregen. Was Euro 2000 in de soep gedraaid, zoals wij in dit blad meermaals met grote stelligheid hadden voorspeld ? Geenszins. Zijn onze steden en dorpen vernield tijdens woeste hooliganoorlogen ? Welnee, een beetje regen en in een doorsnee Vlaamse gemeente heb je meer schade. Is Charleroi afgebroken tijdens Duitsland-Engeland ? Ook al niet. Een paar plastic stoeltjes en misschien, maar zelfs dat is niet zeker, hier en daar een ruit. Zijn er dan tenminste doden of gewonden gevallen in het volstrekt onveilige Stade du Pays ? Helaas, ook hier is het antwoord ontkennend. Geen schram. Het budget ! Catastrofale rode cijfers bij de eindafrekening ? Ook weer nee. Er zijn bedrijven in Vlaanderen waarover in de eerste helft van dit jaar minder rampspoed is afgeroepen dan over Euro 2000, maar die eens puntje bij paaltje zal komen de Vlaamse spaarders en belastingbetalers heel wat meer zullen kosten.

Niet één van onze zwartgallige voorspellingen is uitgekomen. En de enige positieve die we deden (België haalt de tweede ronde) kwam evenmin uit. In een geval als dit rest slechts één uitweg, enkele al te drastische niet te na gesproken : ons ongelijk toegeven en Michel D’Hooghe zijn succes annex plezier gunnen.

Michel D’Hooghe : De nominatie voor Mensen van het jaar van Knack verheugt mij, ook omdat ik dacht dat die categorie voor politici voorbehouden was. Deze vorm van erkenning doet me met genoegen terugdenken aan artikels van Koen Meulenaere, die in hetzelfde blad Euro 2000 als een catastrofe zonder weerga aankondigde.

Zwijg ons van die kerel. Heeft al veel kwaad aangericht.

D’Hooghe : Ik heb ook teruggedacht aan Steven Desmet, de politiecommissaris van Gent, die Euro 2000 met een concert van de Rolling Stones in een parochiezaal vergeleek. Ik heb teruggedacht aan de vroegere minister van Binnenlandse Zaken, die ons veertien dagen voor het begin van het toernooi met de grond gelijk gemaakt heeft. Ik dacht aan de Vlaamse parlementairen die op zending naar Charleroi gingen, daar plotseling ontdekten dat ze experts in stadionbouw waren en die het ontslag van de minister van Binnenlandse Zaken eisten nog voor er één bal had gerold. Ik heb ook gedacht aan het ministerie van Volksgezondheid, dat enkele dagen vóór de openingswedstrijd waarschuwde voor vreemde ziekten die het land zouden worden binnengebracht. Op al die verwijten en onheilstijdingen heb ik nooit gereageerd, omdat ik mijn energie voor positieve zaken nodig had. En nadien vond ik het de moeite niet meer om erop terug te komen. Begrijp dus de voldoening over deze nominatie, die mij niet toekomt maar het hele team van Euro 2000, de tweehonderd professionals, de vierduizend vrijwilligers en nog zovele anderen die getoond hebben dat wij in dit land ook iets kunnen.

Als Bruggeling ken ik heel goed de leuze van de heer van Gruuthuse : ‘Plus est en vous.’ In feite viseerde hij daarmee de voorbijvarende schepen die te weinig waren declareerden om zo aan de belastingen te ontsnappen. Maar de filosofische draagwijdte van zijn woorden is intussen verhevener geworden. Vóór Euro 2000 kon je de televisie niet aanzetten of de ene dag werden de hooligans van Engeland met een reportage vereerd, de volgende die van Duitsland en weer een dag later die van Patagonië. Mijn vrouw heeft me gezegd: ‘Ik vrees dat we na het toernooi zullen moeten verhuizen.’ Na afloop durf ik nog meer dan toen zeggen : laten we ons op de heer van Gruuthuse inspireren. We zouden in veel domeinen verder staan als we wat meer in onszelf geloofden.

Was de publieke belangstelling voor Euro 2000 wat u ervan verwacht had ?

D’Hooghe : Meer dan dat. Wij hadden gerekend op een stadionbezetting van negentig procent. In werkelijkheid was het zes of zeven procent meer, dat is nooit eerder gebeurd. En de mensen hebben waar voor hun geld gekregen, want sportief was het een hoogstaand toernooi. Ik heb 19 van de 31 wedstrijden bijgewoond en ik heb zo goed als elke keer enorm goed voetbal gezien. En verschillende malen de hoogste dramatiek beleefd, die inherent is aan deze sport. Frankrijk-Portugal, met een grensrechter die wellicht als enige in het stadion de handsfout zag die door een Portugese verdediger werd gemaakt en die ondanks de enorme consequenties zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. Ik denk aan Nederland-Italië, met de voor Nederland zo dramatische strafschoppenreeks. En aan de finale tussen Frankrijk en Italië, waar de Fransen pas in extremis gelijk maakten en de zaak dan met de golden goal beslisten. Die momenten zijn van een zeldzame intensiteit, zowel voor de winnaar als voor de verliezer. Qua spelniveau, spanning en tragiek, stond Euro 2000 op een heel hoog niveau.

Van de horeca hoorde je klachten : de hotels zaten niet vol.

D’Hooghe : Dat sommige hoteliers die tegen alle afspraken in hun prijzen fors omhoog hebben gejaagd met lege kamers zijn blijven zitten, is mogelijk. Maar het is hun eigen schuld. Ik weet dat ik in Brugge een hotelkamer heb moeten zoeken voor Ulrich Lefèvre, de Deense ex-speler van Club die naar Denemarken-Frankrijk wou komen kijken, en dat ik de grootste moeite heb gehad om nog een zolderkamertje te vinden. Het toeristische effect van een toernooi als dit moet je trouwens op langere termijn bekijken. Ik ben in Brugge aangesproken door Franse supporters die niet wisten wie ik was en vertelden dat ze Brugge niet kenden, maar zeker met hun familie zouden terugkomen om de stad te bezoeken. Ik ontmoette ooit een wijnboer uit de Elzas, die me zei : ‘U weet dat wellicht niet meer, maar België heeft op het EK ’84 hier in Straatsburg tegen Denemarken gespeeld.’ Ik zeg : ‘Ah nee zeker, dat is nog altijd een trauma. We stonden 0-2 voor en hebben met 3-2 verloren.’

Doelpunt Preben Larsen, vijf minuten vóór tijd.

D’Hooghe : Correct. Wel, die man vertelde me dat er vele jaren later nog altijd Deense toeristen in zijn streek op vakantie kwamen. Terwijl ze er vroeger nooit een Deen hadden gezien. Het effect van Euro 2000 op het toerisme kun je niet precies berekenen, maar dat het een positieve invloed heeft, staat buiten kijf. Probeer maar op een andere manier zoveel mensen met de naam van je land en je steden vertrouwd te maken. Euro 2000 heeft wereldwijd een visibiliteit gehad van tussen de acht en negen miljard kijkers. Dat is van onschatbare waarde voor een land waarvan het internationale imago fors geschonden was.

Eén van de grote verwezenlijkingen is de stadioninfrastructuur.

D’Hooghe : Dankzij Euro 2000 beschikken wij over een nationaal stadion van vijftigduizend zitplaatsen en over stadions in Charleroi, Luik en Brugge die klaar zijn voor het Europese voetbal van de komende 25 jaar. Met Anderlecht en Genk erbij zijn het er zes. Terwijl we vier tot vijf jaar geleden onder de kritiek bedolven werden wegens onze voorhistorische accommodaties. Ik blijf trouwens bij mijn stelling dat de stadions die met gemeenschapsgeld zijn herbouwd, door alle Europees spelende clubs gebruikt moeten kunnen worden.

Vooraf was de grootste vrees het hooliganisme. Dat is beperkt gebleven.

D’Hooghe : Er zijn in Brussel incidenten geweest en een paar in Charleroi. Die laatste toevallig pal onder het balkon dat door cameraploegen was ingehuurd. Ik ben geneigd te denken dat het ene niet losstaat van het andere. De voetbalwereld heeft een grote stap vooruit gezet met de beslissing om de Engelse ploeg naar huis te sturen, indien zich opnieuw rellen hadden voorgedaan. Tegenstanders noemden dat een inbreuk op de ethiek van de sport, omdat een ploeg het niet kan helpen als haar supporters zich misdragen. Dat is juist, maar er is een grens aan de ethiek van de sport en die ligt waar de veiligheid van de maatschappij in het gedrang komt. Eén uur na ons dreigement hadden we de excuses van de Britse premier al. Ik was niet ongelukkig toen de Roemenen Engeland uitschakelden. Nochtans hou ik van het Engelse voetbal en de Engelse ploeg, draag ik een monument als Kevin Keegan op handen en hou ik van de sfeer die Engelse supporters rond een veld brengen. In het stadion zelf hebben ze zich trouwens heel goed gedragen. Maar wat sommigen daarbuiten aanrichten, is onduldbaar. Als ik zie wat Duitsland heeft gedaan om de hooligans te verhinderen naar ons land te reizen, dan zeg ik dat de Britse regering, ondanks beloften vooraf, zwaar tekort is geschoten. En ze besefte het.

Het supportersgeweld heeft geen kans gekregen. Blijft de vraag of het verantwoord is iets te organiseren waarvoor zoveel rijkswacht en politie nodig is.

D’Hooghe : Er rustte na het Heizeldrama een zware hypotheek op België. We hadden geen keuze : er mocht niet het minste risico worden genomen. Ondanks de kritiek die vaak op minister Duquesne wordt gegeven, vind ik dat die man uitstekend werk heeft geleverd. Met Euro 2000 hebben we bewezen dat we wel degelijk bij machte zijn om de orde te handhaven. Wie problemen heeft met de kostprijs, signaleer ik dat de staat meer dan terugbetaald is. Als je alleen maar de taksen en de BTW-inkomsten optelt die uit het toernooi voortspruiten, zijn de uitgaven meer dan gecompenseerd. En dat zonder het imago-effect te becijferen. Zodra Engeland uitgeschakeld was, hadden we de ordehandhavers bij wijze van spreken naar huis kunnen sturen. Ik heb de dag van de finale door de binnenstad van Rotterdam gewandeld. Daar zwierven duizenden Franse en Italiaanse supporters door elkaar, zonder enig incident.

Een van de organisatorische problemen was de samenwerking met ISL, dat de commerciële rechten van het EK uitbaat en zich baas waant in de speelsteden.

D’Hooghe : Dat is een probleem voor alle organisaties. Of het nu ISL of een andere firma is, zij vertegenwoordigen de commerciële partners die bijzonder veel betalen. Ze proberen voor die sponsors een maximale return te behalen en uiteraard botst dat met andere commerciële belangen. In dat debat voelt iedereen zich tekort gedaan. Met ISL waren er elke dag disputen, maar uiteindelijk zijn ze allemaal opgelost.

Stoort het niet dat de Uefa, via ISL, een miljard of vijf aan Euro 200 verdient, zonder er veel voor te doen ?

D’Hooghe : Oei, dat is een zware onderschatting van het werk van de Uefa. Vergis u niet, er zijn een heleboel commissies die een organisatie als het EK op de voet volgen. Elk denkbaar onderdeel wordt door Uefa-mensen gecontroleerd. Uefa maakt inderdaad veel winst, soms ten koste van de lokale organisator. Maar die winst wordt volgens het basisprincipe van de solidariteit gebruikt om het amateur- en jeugdvoetbal te stimuleren en om de ontwikkeling van infrastructuur te steunen in landen die achterop zijn geraakt, zoals in Oost-Europa. Zweden ’92 was deficitair, Engeland ’96 was deficitair, Euro 2000 heeft met winst afgesloten. Ook dat mag benadrukt worden.

Dat is natuurlijk het voordeel als je samen met Nederlanders organiseert.

D’Hooghe : Dat klopt, de Nederlanders zijn heel scrupuleus in het volgen van de financiële regels. Maar onderschat onze eigen penningmeester Germain Landsheere niet.

De man die aan het rinkelen van een muntstuk kan horen of het om één, vijf of twintig frank gaat.

D’Hooghe : Ik ben hem dankbaar voor zijn nauwgezette controles. Ook de Belgische Voetbalbond houdt een flink bedrag aan het EK over, maar niemand moet daar aanspraak op komen maken. On a déjà donné. Via alle mogelijke rechtstreekse en onrechtstreekse belastingen hebben wij de kosten al ruimschoots vergoed. De winst gaat integraal naar de jeugdwerking, onder meer naar het jeugdcentrum dat wij in Tubeke willen uitbouwen. Dat is centraal gelegen, pal op de taalgrens, en is makkelijk bereikbaar. Al zijn er bezwaren gerezen bij een horticultuurschool die daar een concessie heeft.

Een horticultuurschool ? In Tubize ?

D’Hooghe : Blijkbaar. Wij hebben uitstekende contacten met burgemeester Langendries, een groot voetbalfan, maar als de politieke weerstand tegen dat jeugdcentrum te groot is, zijn er andere gegadigden. En ik wil het een beetje laten vooruitgaan.

Hoe evalueert u de samenwerking België-Nederland ?

D’Hooghe : Die is perfect verlopen. Het is één toernooi in twee landen geweest en niet twee toernooien. Toen de knoop moest worden doorgehakt of de finale in Rotterdam of Amsterdam zou worden gespeeld, hebben de Belgen mee gestemd. Met mijn Nederlandse collega Jeu Sprengers heb ik nooit één probleem gehad. De zeldzame keren dat de belangen van Nederland en België strijdig waren, hebben we dat in alle objectiviteit opgelost. Ik heb er wel van in het begin mee ingestemd om de finale in Nederland te laten plaatsvinden. Zij hebben meer inwoners, een nationale ploeg die eventueel de finale had kunnen halen en globaal genomen een betere infrastructuur. In ruil hebben wij de openingsmatch en de twee lotingen gehad. Onderschat de telegenieke uitstraling van de lottrekking niet. Met als extra dramatisch piment het feit dat Duitsland-Engeland voor Charleroi uit de bus kwam.

Waardoor die arme stad in heel Europa negatief in het nieuws kwam.

D’Hooghe : Dat is de schuld van de media. In het stadion van Charleroi hebben zich geen problemen voorgedaan, dat is het beste antwoord op al die voorbarige kritiek. Ik heb veel respect voor de mensen van Charleroi, die ondanks al dat doemdenken niet voor hun taak zijn gevlucht en de als verschrikkelijk aangekondigde Duitsland-Engeland toch mogelijk hebben gemaakt. Ik onderstreep trouwens de grote verdiensten van alle lokale organisatiecomités. Misschien hadden we nog iets meer moeten professionaliseren. Om budgettaire redenen hebben we het aantal voltijdse medewerkers beperkt gehouden. En aan vrijwilligers, hoe goed ze ook werken, mag je niet te veel eisen stellen.

Uit Nederlandse hoek werd geklaagd over de onmogelijke structuur van de Belgische overheid.

D’Hooghe : Voor een buitenlander is het kluwen van regeringen bij ons volstrekt onontwarbaar. Wij hadden het dan weer moeilijk met het grote verschil tussen het betaalde en het niet-betaalde voetbal in Nederland, dat de KNVB-mensen in hun bewegingsruimte beperkt. Het heeft mij laten besluiten dat het zo slecht niet is om die twee onder dezelfde koepel te houden. Maar dat er af en toe een beetje gemopperd werd, betekent niet dat er onoverkomelijke problemen zijn geweest.

Wordt de knowhow die met Euro 2000 is opgebouwd voor volgende toernooien gebruikt ?

D’Hooghe : Ongetwijfeld. Binnen de Uefa was al beslist om een cel op te richten die van EK naar EK zal reizen en de algemene knowhow uit het verleden aan de specifieke situatie van de nieuwe organisator zal aanpassen. Daarvoor zijn al namen van Nederlanders en Belgen geciteerd. Niet alleen Alain Courtois, maar ook Michel Sablon die voortreffelijk werk heeft geleverd. Ik ben blij dat ik hem heb kunnen overtuigen om voor de leiding van ons technisch centrum te kiezen.

Het is moeilijk om u een slecht woord over Euro 2000 te ontlokken. Maar over de vroege uitschakeling van de Rode Duivels kan u niet tevreden geweest zijn.

D’Hooghe : Dat was een kwaad moment. Al breng ik meteen in herinnering dat de nationale ploeg tien maanden vroeger als hopeloos was opgegeven. We hebben gewonnen tegen Zweden. Italië konden we niet aan, maar de Italianen hebben ei zo na het EK gewonnen, dus dat was geen schande. En tegen Turkije hebben we pech gehad. Hadden we meer behoudend moeten spelen en op één punt mikken ? Dat is praat na de vaak. Om kwart voor tien kent iedereen de juiste tactiek.

Is Euro 2000 het hoogtepunt van uw carrière als bondsvoorzitter ?

D’Hooghe : Eén van de hoogtepunten. Samen met het nieuwe bondsgebouw en het nieuwe Heizelstadion. Als het jeugdcentrum gerealiseerd kan worden, zullen we aan de volgende generatie een mooie basis hebben nagelaten.

En dan rest voor uzelf het voorzitterschap van de Uefa ?

D’Hooghe : Geloof me, dat houdt me op dit moment niet bezig. Die verkiezingen hebben zowel in de Fifa als in de Uefa pas in mei 2002 plaats. Tegen dan kan er veel gebeuren. Ik denk dat Sepp Blatter wel een tweede ambtstermijn bij de Fifa zal willen en ook zal krijgen. Lennart Johannsson zou het bij de Uefa voor bekeken houden, maar dat moet nog blijken. Als het ooit zover komt, zal ik mezelf twee vragen moeten stellen. Ten eerste : heb ik voldoende zin om die veeleisende taak op mij te nemen ? En ten tweede : maak ik een kans om verkozen te worden ? Want je kandidaat stellen om dan te worden afgeslacht, is ook niet verstandig.

U kan alvast afwachten hoe het Jacques Rogge vergaat, als hij zich kandiaat stelt om voorzitter van het IOC te worden.

D’Hooghe : Jacques maakt een grote kans. Wij kennen mekaar heel goed, hebben samen op school en op de universiteit gezeten en hebben samen gevoetbald. Vanuit mijn eigen internationale contacten weet ik dat hij hoog aangeschreven staat. Dat hij uit een klein land komt, kan evenzeer een voordeel als een nadeel zijn. Hij is buitengewoon verstandig en als Belg weet hij wat het zoeken naar compromissen inhoudt. Er wordt gezegd dat als Jacques IOC-voorzitter wordt, ikzelf mogelijke aspiraties moet laten varen, maar het een heeft met het ander niets te maken.

In eigen land blijft er heel wat werk te doen. Dreigt het nationale voetbal onder de druk van het Europese te versmachten, met de Champions League op kop?

D’Hooghe : Dat hoeft niet en dat mag ook niet. De Champions League moet een stimulans zijn. Het heeft mij verheugd hoe Anderlecht weer in zichzelf is gaan geloven. Ik hoop dat dat niet aangetast wordt door de nederlaag in Madrid. Plus est en vous, dat is ook de filosofie van Aimé Anthuenis. Wie Manchester, PSV en Kiev achter zich houdt, wie zo indrukwekkend speelt als Anderlecht tegen Lazio, die moet met opgeheven hoofd elk veld opstappen. Wij moeten ons de Nederlandse mentaliteit wat meer eigen maken. Over twee seizoenen hebben we twee vertegenwoordigers in de voorronde van de Champions League, mede dankzij Club Brugge, en op de Fifa-ranglijst we zijn tien plaatsen gestegen. Ik ben een gelukkig man, al besef ik dat alles in veertien dagen tijd weer kan omslaan.

Maar wat als Anderlecht en Club Brugge naar de Euroleague overstappen ?

D’Hooghe : Ik zie die Euroleague, net zoals de Europese competitie van de G-14, meer als een drukkingsmiddel dan als een echt project. In het huidige Europese voetbal is de ongelijkheid veel te groot, vooral door de televisierechten. Om het even welke club uit de Engelse Premier League puurt daar veertig keer meer uit dan de top in België. Dan spreek ik niet eens over de Europese topploegen. Om die ongelijkheid te verminderen, streven clubs uit kleinere landen naar een schaalvergroting, die hen meer televisie-inkomsten moet opleveren. Maar een betere verdeling van de Europacupkoek zou ook aan hun verzuchtingen tegemoet kunnen komen. Daarvoor is een hervorming van de Uefacup noodzakelijk, want het verschil met de Champions League is te groot. Ook in de Uefacup kan men met poules werken, zodat elke geplaatste club van minstens zes wedstrijden verzekerd is.

Komt de inkrimping van eerste klasse er ?

D’Hooghe : Ik denk het wel. De clubs zijn, tot mijn verbazing, met de voorwaarden van het licentiesysteem akkoord gegaan. Dat moet binnenkort tot een natuurlijke selectie leiden. Het kan niet meer zijn dat clubs overleven omdat de voorzitter elke maand zijn eigen spaarrekening aanspreekt of omdat sommige bestuurders een hypotheek op hun huis nemen. En het is even ongezond als men zijn lot in handen van buitenlandse geldschieters geeft, die niet altijd even betrouwbaar zijn. Een beperktere eerste klasse heeft als voordeel dat de topclubs een nationaal en een internationaal programma kunnen combineren. Want als Anderlecht en Brugge uit het Belgische voetbal zouden stappen, is het gedaan met de Belgische competitie. Ik denk niet dat dat hun bedoeling is.

Het televisiecontract loopt volgend seizoen af. Komt er een explosieve stijging van de televisierechten ?

D’Hooghe : Een beetje realiteitszin is geboden. De profliga wil zelf over het contract voor de competitie onderhandelen. Ik ben daar niet a priori tegen. Wij, van de bond, zullen wel over de beker van België en de nationale ploeg onderhandelen. Dat maakt het mogelijk de competitie aan het ene station te verkopen en de beker en de Rode Duivels aan het andere. Al wil ik eraan toevoegen dat de clubs niet veel te klagen hebben over het contract dat wij de vorige keer uit de brand hebben gesleept. Ik heb de tijd meegemaakt dat wij op de Reyerslaan anderhalf uur in de gang moesten staan wachten tot de hoge heren van BRT en RTB ons binnenlieten om, vanachter een tafel uit het Politbureau, mee te delen dat ze een contract van drie jaar zouden maken: achttien miljoen het eerste jaar, negentien het tweede en twintig het derde. Daarna mochten we hen bedanken en weer naar buiten gaan.

Pas maar op, want op de VRT gaat dat nog altijd zo.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content