Wat vrede betreft, is Guatemala beslist een achterblijvertje in Midden-Amerika. Pas eind vorig jaar werd het laatste deelakkoord tussen de rebellen en de regering getekend.

President Alvaro Arzú kon zijn koffers pakken en naar het Westen vliegen, om daar de miljarden te innen, die hem vorig jaar als lokkertje waren voorgehouden om haast te maken met het vredesproces. Zijn sprokkelronde door Europa was alvast bepaald lucratief. Europees Commissaris Manuel Marin zegde hem vorige week in Brussel acht miljard frank toe, die hij tussen nu en het jaar 2000 in delen binnenkrijgt. Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels (CVP) beloofde hem zestig miljoen frank, te spenderen aan opleidingen voor ambtenaren in mensenrechten, aan onderwijzers in de inheemse indiaanse talen en aan het vredesproces in het algemeen. In totaal een behoorlijk bedrag toch, al is er, volgens Arzú, nog eens zo’n 65 miljard frank nodig om het vredesproces echt te doen slagen.

Het papieren einde van de burgeroorlog en het bezoek van Arzú aan Brussel was voor minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke (SP) het sein om aan te dringen op een onderzoek naar vier vermiste en vermoorde Belgen. Derycke liet weten, best geld te willen overdragen aan de ?Waarheidscommissie?, die de VN instelt om de schendingen van de mensenrechten in de afgelopen veertig jaar uit te pluizen. Die commissie moet dus ook de moorden op vier Belgen bekijken. Derycke wil echter alleen met geld over de brug komen als die commissie schuldigen mag aanwijzen, en ?serieus te werk gaat.?

Allereerst is daar het nooit opgeloste raadsel van Serge Berten, die in 1982 van de aardbodem verdween. Ook de moorden op Walter Voordeckers (’80), Ward Capiau (’81) en Fons Stessel (’94) kunnen opnieuw worden doorgelicht. Zeker is dat ze alle vier slachtoffer werden van een van de vele soorten milities, die het tot zwijgen brengen van vredesduiven, zoals de missionarissen, tot hun hoogste doel hadden gemaakt.

ÉÉN MOORD IS NIET STRAFBAAR

Voor het slagen van zo’n commissie doemen echter een paar problemen op. Zo moet het onderzoek binnen zes maanden afgerond zijn : haastwerk, gezien de burgeroorlog bijna veertig jaar duurde. En als er al namen boven water komen, zal het daarbij blijven al weegt dit ?brandmerken? naar Latijns-Amerikaanse begrippen zwaar door.

Processen zullen er in ieder geval niet in overvloed gevoerd worden. De militairen hebben namelijk een nogal cryptisch omschreven amnestieregeling weten af te dwingen in het vredesoverleg. Die komt neer op : ?misdaden gerelateerd aan de oorlog worden niet berecht, behalve de schendingen tegen de mensenrechten.? Deze ?Nationale Verzoeningswet? houdt ongeveer in dat één of twee moorden níet maar het platbombarderen van een heel dorp wél strafbaar wordt. Vorige week deden al drie militairen een beroep op deze passage in de wet.

Daarnaast wil Arzú, een schatrijke zakenman met dezelfde no-nonsense aanpak als zijn Peruviaanse collega Alberto Fujimori, dit hoofdstuk afsluiten, om van Guatemala zo snel mogelijk een normaal land te maken waarmee de wereld zaken kan doen. Economie en hervormingen zijn voor hem prioriteit.

Dat moet ook wel, want het vredesakkoord heeft de oorzaken van de burgeroorlog niet weggenomen. In navolging van de akkoorden moeten alle rebellen van de Unitad Revolutionario Nacional Guatemalteca (URNG) hun wapens inleveren en terugkeren naar de burgermaatschappij, en moet het regeringsleger met een derde inkrimpen. Dat zijn zo’n twintigduizend mensen die een groot deel van hun leven niets anders omhanden hadden dan geweren en al die andere dingen die een burgeroorlog met zich meebrengen. Guerrillo’s en de milities rekruteerden op de koop toe vaak in dezelfde dorpen, dezelfde straten. Aangezien iedereen wel een familielid heeft die door de oom of zoon van de buurman is vermoord, kan de terugkeer wel eens ingewikkelder worden dan gehoopt. Opflakkeringen van geweld door mensen die wapens achterhouden, lijken daarom onvermijdelijk.

Van de zeer gehate burgerpatrouilles, verantwoordelijk voor een groot deel van de moorden, is overigens nu al duidelijk dat zij ontwapening weigeren. En in de ontvlambare gebieden constateert men dat dorpen en grootgrondbezitters zich alweer aan het hérbewapenen zijn. Daarbovenop komt het deel van het leger dat mag blijven bestaan, maar dat zich niét meer met alles mag bemoeien. Gezien de aard van het beestje, ligt het niet voor de hand dat die zich nu opeens voorbeeldig gaan gedragen, laat staan zonder morren hun macht overdragen aan de politie.

En dan is nog niet eens begonnen met het échte probleem, namelijk land. In een staat waar grond zowat alles betekent, kan zich geen echte democratie installeren als de grond niet evenredig verdeeld is. Vooralsnog is het grootste deel van het land in handen van een paar mensen. Die elite lijkt echter niet van plan zomaar land, invloed en rijkdom, kortom macht, af te staan aan een indiaanse meerderheid die ze al een paar eeuwen als idioot en achterlijk beschouwt.

Kortom, het zenden van 150 waarnemers, waartoe de VN na enig dwarsliggen van China vorige week besloot, is niet overbodig. Zij kunnen er op toezien dat iedereen doet wat hij in het akkoord zei te zullen doen, te weten de burgeroorlog te beïndigen. Dat het akkoord het paradijs op aarde zou brengen, was niet per se bedoeling.

Jan Lodewijk Hazevoet

President Azrù van Guatemala en Rigoberta Menschu op bezoek in België : vrede kost geld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content