Griekenland werd op de Europese top de wacht aangezegd. Premier George Papandreou vertrok uit Brussel met woorden van solidariteit in de oren, maar ook met rode wangen. Athene moet op dieet. Europees Parlementslid Stavros Lambrinidis: ‘Het is tijd dat de augiasstal wordt uitgemest.’

Het was de bedoeling om in de discrete charme van de Bibliothèque Solvay van gedachten te wisselen over de economische relance. Maar de eerste informele top die Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, bijeenriep ging zo goed als helemaal op aan de begrotingscrisis in Griekenland en de gevolgen daarvan voor de euro. De kwaal is bekend: Athene kreeg de toetreding van het land tot de eurozone in 1999 voor elkaar met opgesmukte balansen en bijgewerkte statistieken. De waakhonden die daar voor de Unie op moesten toezien, zagen het niet. Wellicht omdat het politieke raison voorging op het economische. In tijden dat alles op wieltjes liep, was het belangrijker dat Griekenland meedeed dan dat het niet meedeed.

‘Iedereen heeft boter op het hoofd’, knikt Stavros Lambrinidis. Hij werd in 1999, het jaar dat over de euro werd beslist, door de socialistische regering van Costas Simitis aangesteld tot rondreizend ambassadeur. Hij is gevormd aan de Amerikaanse Yale University en is vandaag een kundige ondervoorzitter van het Europees Parlement. ‘Griekenland krijgt de zwartepiet toegespeeld, en we hébben zeker zware fouten gemaakt.’ Die schuift hij vervolgens iets te gemakkelijk in de schoenen van de vorige, conservatieve regering van Kostas Karamanlis. ‘We hebben een puinhoop geërfd.’

Dat is voor een deel waar. Maar ook de socialisten van de Pasok hebben de vastgoedspeculatie jarenlang door de vingers gezien. Bosbranden zijn in Griekenland vaak niet meer dan een voorwendsel om aan goedkope bouwgrond te komen. De socialisten kregen de grootschalige belastingontduiking niet onder controle, en ze slaagden er net zo min als de conservatieven in om de voordelen van de levenslang benoemde ambtenaren te beperken. ‘Toch’, zegt premier George Papandreaou, ‘is de huidige crisis een gedeelde verantwoordelijkheid. Europa was te traag om van koers te veranderen en te bang om in te grijpen.’

Lambrinidis bevestigt. ‘Maar Brussel heeft ook gelijk als het ons niet meteen geld belooft of toezegt dat het Internationaal Monetair Fonds zal bijspringen. Het is in ons eigen belang dat we zelf orde op zaken stellen. Waar is het geld naartoe van de leningen die we vroeger kregen? Het is niet naar onderwijs gegaan. Het is niet in de gezondheidszorg geïnvesteerd. En het is ook niet gebruikt om groei te bevorderen. Het werd weggegooid. Alleen discipline kan die scheve situatie rechttrekken.’

Euro-obligaties

De Amerikaanse Nobelprijswinnaar voor de Economie Joseph Stiglitz, die de Griekse regering nu van advies dient, vindt dat de Europese Unie overdrijft met haar obsessie voor begrotingen in evenwicht. ‘Maar de eurozone is Amerika niet, met zijn hoge flexibiliteit’, zegt Lambrinidis. ‘Griekenland tekent voor nauwelijks meer dan 2,5 procent in de omzet van de zestien landen die de euro gebruiken, maar de smetvrees is groot. Als Portugal volgt, is er weinig aan de hand. Als Spanje valt, zit de hele eurozone met een groot geloofwaardigheidsprobleem. Minister van Financiën Giorgios Papakonstantinou heeft de juiste aanpak: hij wil het geld halen waar het zit. Hij wil ontdoken belastingen invorderen en overheidsbedrijven privatiseren. Samen goed voor 7,5 miljard euro.’

Dat is niet meer dan een schijntje van wat Athene nodig heeft om zijn begroting te saneren. ‘Dit jaar moeten we 54 miljard euro vinden’, weet Lambrinidis. ‘We zijn wat klunzig omgesprongen met de verkoop van staatsbons. Dat de Chinezen interesse toonden, deed ons geen goed. Brussel heeft ons nu verplicht om het begrotingstekort tegen eind dit jaar met 4 procentpunt te verminderen – dat wil zeggen dat we 10 miljard euro moeten vinden. Het tekort is opgelopen tot 12,7 procent van het bruto binnenlands product. Vóór Papandreou eind 2009 aan de macht kwam, was 3,7 procent voorspeld. Het besparingsplan van de regering is streng maar rechtvaardig. Wie geen geld heeft, wordt gespaard. Wie knoeit, wordt gepakt. Het gaat om hogere taksen op alcohol, olieproducten, tabak. De ambtenarenlonen worden bevroren. Overheidsprojecten en subsidies worden geschrapt. En het zou geen goed idee zijn om Duitsland voor onze fouten te laten opdraaien. Een uitverkoop van onze schulden is niet aan de orde. Ik voel meer voor de uitgifte van euro-obligaties.’

Dat laatste is overigens een idee van Guy Verhofstadt (Open VLD), die nu de liberale fractie leidt in het Europees Parlement. Lambrinidis: ‘De Unie moet nadenken over de financiële instrumenten die ze wil ontwikkelen om de euro te verstevigen. De munt was overgewaardeerd. Een kleine waardedaling komt de uitvoer ten goede. Maar een algemene aanval van speculanten op de munt moet worden vermeden. Ik ben daarom blij dat Europa maandelijks strikt op de uitvoering van onze besparingsmaatregelen zal toekijken. Zolang het sociale project maar niet wordt vergeten: er is geld nodig voor arbeid en voor groene groei. Het uur van de waarheid slaat in maart.’

Een opsteker voor de Grieken is dat het sociale protest tegen de aangekondigde besparingen binnen de perken bleef. De ambtenarenbetoging trok maar 5000 man. Het zet Papandreou aan om door de zure appel te bijten. ‘Vergeet niet’, besluit Lambrinidis, ‘dat de vakbonden eigenlijk achter ons staan. Het is hoog tijd dat we de augiasstal grondig uitmesten.’

DOOR LUKAS DE VOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content