Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Antwerpen pakt de Georgische goudhandelaars aan door hen in containers te stoppen. Ondanks het negatieve advies van de politie kon het Georgische milieu van de Pelikaansstraat vorige week een zeer voordelig akkoord in de wacht slepen.

Ook op zaterdag, tijdens de sabbat, blijven de winkels van de Pelikaansstraat open, terwijl de rest van het diamantkwartier uitgestorven is. Op zondagmiddag kan men er zelfs over de koppen lopen. Honderden Nederlanders, die ’s morgens al de Vogelmarkt bezocht hebben, flaneren onder de arcaden van het Centraal Station. De tientallen sieradenwinkeltjes lokken de toeristen met uitbundige reclame voor het goedkoopste goud van Europa: “goud aan groothandelsprijzen”; “de laagste prijs per gram”; “alles met certificaten en garanties”… Boven de oude panden denderen de treinen voorbij, zodat de ringen en kettingen in de schalen rinkelen. De handelaars zijn bijna allemaal Georgische joden. Aan de overkant begint de traditionele joodse wijk en de diamantwereld, waar men al jaren met de vinger wijst naar de Georgische nering, omdat die het blazoen van de hele sector zou besmeuren.

De Pelikaansstraat is de beroemdste straat van Antwerpen geworden. Ze heeft al in alle grote buitenlandse bladen gestaan, zij het steevast in een context van “Russische maffia”. Onder de arcaden dreven vroeger Belgische joden textielzaken, papierwinkels, parfumerieën, horlogewinkels en kapsalons, maar al die panden zijn de voorbije tien jaar in hoog tempo in Georgische handen overgegaan. Er was al sprake van intimidatie en bedreigingen om de Belgen eruit te krijgen. Maar meestal werden zij gewoon uitgekocht met een zogenaamde pas de porte of overnamesom, die tot tien miljoen frank en meer kon bedragen. Ook in de winkels aan de andere kant, althans in het eerste stuk van de Pelikaansstraat, zitten er nu Georgische juweliers. De zestien winkels onder de Fortunia-building werden in 1989 zelfs letterlijk en bloc overgekocht door een Georgisch-Russische groep. Inmiddels zwermt de goudhandel nu al verder uit over de De Keyserlei en het Astridplein.

De enige bedreiging voor dat florissante goudparadijs was de ingrijpende verbouwing van het Centraal Station, waar de werken voor de Noord-Zuidverbinding volop bezig zijn. Omwille van die werken zouden alle 63 winkeliers van de NMBS een opzegging in drie maanden krijgen, zoals voorzien is in de contracten, die “te allen tijde” opzegbaar zijn. De eerste vijf moesten al tegen 1 februari 1998 de winkels ontruimen. De Georgiërs hebben zich daar echter niet goedschiks bij neergelegd, maar zich verenigd en een advocaat in de arm genomen. Ze weigerden de panden te verlaten, daagden de NMBS uit om een proces te beginnen, en lieten duidelijk verstaan dat de werken dan jarenlange vertraging zouden oplopen. Dat risico wou de NMBS niet nemen, ook al zou zij een proces ongetwijfeld winnen. Een individuele winkelier, die al in 1995 zijn opzegging had aangevochten, werd door de rechter in het ongelijk gesteld, maar de procedures hadden wél drie jaar aangesleept.

Het voorbije jaar heeft ook de stad Antwerpen, die deze toeristische attractie koste wat het kost wil behouden, er alles aan gedaan om de Georgiërs een alternatief te bieden. Op initiatief van de Antwerpse winkelmanager Raoel Verhulst werd hen eerst zelfs voorgesteld om de goudwinkels te hervestigen in het prostitutiekwartier van de Korte en Lange Winkelhaakstraat. Maar de juwelenhandelaars vertikten het om in die naargeestige hoerenbuurt te gaan hokken. Daarna heeft het college van burgemeester en schepenen op 9 juli 1998 zijn goedkeuring verleend aan het plan om elke winkelier een container op de stoep van de Pelikaansstraat te bezorgen. In september werd de bouwvergunning zonder probleem afgeleverd. Het betekent nochtans een drastische ingreep voor de wijk, want er moet een verbreding van het voetpad komen, waardoor maar één rijstrook meer overblijft – en dat in een straat met een zeer druk busverkeer. Het is ook geen kortstondige noodoplossing, want de containers zullen er minstens zeven jaar blijven.

IN DE CATACOMBEN

Een week geleden hebben de advocaat van de Georgiërs en de advocaat van de NMBS na langdurige onderhandelingen een akkoord (of dading) op punt gesteld – met erg gunstige afloop voor de goudhandelaars. De eerdere opzegging wordt geannuleerd, en iedereen, zonder onderscheid, krijgt een gepantserde container tot 2005. Het worden goudkleurige containers, voorzien van meubilair en sanitair, en met aan de voorkant een vitrine. De bakken worden momenteel geproduceerd door het Gentse bedrijf Polycab. De handelaars krijgen ofwel een hele container van zeven meter op vier, ofwel de helft ervan. Er komen in totaal 53 containers, waarvan er zes zelfs vlak voor de monumentale ingang van het station worden geplaatst. Zij moeten zelf de productiekosten (ongeveer 600.000 frank) voorschieten, maar de NMBS betaalt dat terug door een vermindering van de huurgelden. Een vreemde zaak, want de containers komen niet meer op NMBS-terrein maar op de openbare weg te staan.

Dat huurgeld, dat de concessionarissen voor hun winkelruimte betalen, is altijd legendarisch laag geweest. Tot 1995 was het nauwelijks 12.000 frank per maand. Daarna heeft de NMBS het opgetrokken tot 30.000 of 40.000 frank, wat nog altijd bitter weinig is in vergelijking met wat andere winkeliers in het diamantkwartier en op de De Keyserlei betalen. Erger nog is dat veel concessionarissen hun pand zelf onderverhuren voor het drie- of vierdubbele van wat zij aan de NMBS afdragen. Tot 1992 werd de verhuur van de winkels door de stationsdienst in Antwerpen geregeld, maar daarna werd de Dienst Concessies in Brussel daarvoor bevoegd. Jaak Peeters, verantwoordelijk voor het concessiebeleid van de NMBS: “De prijzen zijn niet zo hoog omdat de NMBS nooit in die catacomben heeft willen investeren. De winkeliers hebben hun pand meestal zelf moeten opknappen en inrichten.”

Maar hét grote raadsel is hoe bijna alle concessiecontracten op enkele jaren tijd in handen van Georgiërs konden vallen. De voorbije jaren werd meer dan eens (al dan niet anoniem) klacht ingediend tegen vermeende “smeergeldpraktijken” van NMBS-ambtenaren. Jaak Peeters: “Ik weet dat er recent een intern onderzoek geweest is naar de overdracht van die contracten. Maar ons antwoord is simpel: wij zijn gewoon altijd ingegaan op het voorstel van de vroegere exploitanten, die zelf een nieuwe kandidaat aanbrachten als ze ermee stopten. Meestal werd de zaak op naam van een bvba gezet, en dan hebben we altijd de oprichtingsakte gecontroleerd. Strikt gezien mag een concessie niet overgedragen worden en mag er dus geen overnamesom betaald worden. Strikt gezien mag er ook niet onderverhuurd worden. Maar als die zaken in de praktijk toch gebeuren, kunnen wij dat moeilijk tegenhouden.”

EEN HAND BOVEN HET HOOFD

Het laat zich raden dat het coulante containerakkoord nog op protest zal stoten, want het duistere juwelencircuit van de Pelikaansstraat is velen al lang een doorn in het oog. Ook in het recente rapport van de senaatscommissie over georganiseerde misdaad liggen “de Georgische criminele organisaties” onder vuur: “Door het parket-generaal wordt bevestigd dat er zware criminaliteit kan worden vastgesteld onder deze personen. Het gaat dan enerzijds om de verkoop van nepjuwelen, sigarettensmokkel, drugs, bedreigingen, zelfs moordpartijen, prostitutie, illegale werkkrachten en ook verkoop van namaakmerken. Het feit dat voor de huur van enkele vierkante meter van een winkelpand honderdduizend frank wordt betaald, wijst op zich al op bedrieglijke praktijken. Er zijn in dit Georgische en Russische milieu zeer zware criminelen, leden van misdaadorganisaties die zeer internationaal opereren en voor wie de juwelenhandel vermoedelijk slechts een dekmantel is.”

De senaatscommissie drukt herhaaldelijk haar onbegrip uit over het feit dat er in Antwerpen niet tegen de “goudzwendel” wordt opgetreden: “Bepaalde criminele organisaties hebben zich in de sector van de juwelenverkoop ingenesteld. Waar de Belgische wetgeving gouden sieraden aan bepaalde normen onderwerpt en onze juwelenhandel eertijds een zeer goede reputatie genoot, wordt nu vastgesteld dat op de Belgische markt juwelen van tien karaat en minder verschijnen. Georgische handelaars (met name in de winkeltjes onder het Centraal Station te Antwerpen) schijnen zich gespecialiseerd te hebben in deze praktijken. De diamantsector heeft reeds herhaalde malen hierover zijn beklag gedaan bij de overheid, maar blijkbaar zonder gevolg. Enerzijds wordt de verantwoordelijkheid voor het toezicht van de ene overheid op de andere geschoven, anderzijds wordt beweerd dat de opsporingsambtenaren bevreesd zijn om op te treden tegen deze georganiseerde criminaliteit.”

De commissie noemt met name de Pelikaansstraat en het Falconplein (het zogenaamde Rode Plein) als de twee zwarte punten van de stad. “Er zijn aanwijzingen dat de handel in namaakartikelen aan het Falconplein verband houdt met de handel in nepjuwelen onder de arcaden van het Centraal Station te Antwerpen.” En de senaat verwondert er zich over dat het Falconplein nu wel grootschalige controles krijgt, maar dat “de illegale en geïnfiltreerde kleinhandel in juwelen kennelijk ongemoeid blijft”. De commissie hamert erop dat vele Georgische juweliers illegaal in het land verblijven en toch niet uitgewezen worden: “Vandaar dat geruchten de ronde doen dat bepaalde personen hen de hand boven het hoofd houden.” Wat volgens een in het rapport geciteerde gerechtelijke commissaris aan “corruptie” te wijten zou zijn. Tot slot klaagt de senaat ook aan “hoe weinig belang het parket aan de juwelenzwendel hecht: 90 gevallen van flagrante fraude werden zonder meer geseponeerd”.

DE AANPAK MET FLUWELEN HANDSCHOENEN

Om al die redenen stelde de politie (op initiatief van het korps uit de Zone Centrum) een negatief advies over het containerplan op voor het stadsbestuur – en als de goudhandelaars toch een container moeten krijgen, zou men van de gelegenheid moeten profiteren om alleen diegenen in aanmerking te laten komen die met alle wettelijke vereisten in orde zijn, aldus de politie. Maar dat advies wordt vermoedelijk in de wind geslagen. Het lijkt nochtans het ideale moment om schoon schip te maken: gezien de vele rapporten en verslagen over georganiseerde misdaad in de juwelenhandel, zouden op zijn minst een selectie en screening logisch lijken, in plaats van zomaar iedereen klakkeloos een (gouden) container te geven. Maar het Antwerpse stadsbestuur heeft, ook in andere dossiers, nooit onder stoelen of banken gestoken dat het economische belang primeert en dat de handel met fluwelen handschoenen aangepakt moet worden.

Een andere instantie, die al een half jaar geleden een protestbrief stuurde aan de Antwerpse burgemeester Leona Detiège, is het Nationaal Comité van Juweliers, Uurwerkmakers, Goud- en Zilversmeden. Die organisatie schrijft al jarenlang de bevoegde ministers aan en diende al talloze klachten in bij de inspectiediensten tegen de goudhandelaars onder het station, die de wetgeving op de handelspraktijken aan hun laars lappen. Het Comité spreekt over “de gramverkopers”, omdat de Georgiërs de juwelen degraderen tot een per gram verkocht object, waardoor ze de concurrentiepositie van de bonafide juweliers helemaal ondergraven. De permanente dumpingprijzen zijn op geen enkele manier te verklaren, tenzij de winkels als dekmantel dienen voor andere, illegale activiteiten. Bovendien krijgt het Comité voortdurend klachten van bedrogen klanten, vaak uit Nederland. Sommige toeristen denken een ketting van 18 karaat te kopen, terwijl achteraf blijkt dat alleen het sluitinkje van echt goud is.

Secretaris Joe Claessens: “Bij aankoop van juwelen is het vertrouwen in het vakmanschap van de juwelier een van de belangrijkste argumenten. Maar ondanks deze zware verantwoordelijkheid is het beroep van juwelier nog steeds niet beschermd. Gelijk wie kan morgen juwelen gaan verkopen. Met alle gevolgen van dien voor de argeloze koper. In onze sector, die zo’n 2800 zaken telt, spreekt men van ‘het Antwerps probleem’. Maar dat probleem is zich als een olievlek aan het uitbreiden: ook in Mechelen en Hasselt gaan dergelijke winkels open. Om toch wat weerwerk te bieden, gaan wij nu een gedragscode ontwikkelen, waardoor de klant een garantie krijgt van een professioneel advies, een onbetwiste kwaliteit en een wettelijke handelwijze. Elke juwelier die de gedragscode onderschrijft, krijgt een kwaliteitslabel.” Dan zal het Nationaal Comité wel snel moeten zijn, want de Georgische winkeliers van de Pelikaansstraat pakken weldra met een eigen keurmerk uit.

TWAALF MOORDEN IN TIEN JAAR TIJD

Volgens de senaatscommissie zijn er al twaalf moorden gepleegd op tien jaar “sedert het neerstrijken van deze Russische of Georgische maffia in Antwerpen”. De term “Russische maffia” wordt door de senaat trouwens misleidend genoemd, want “de bedoelde criminele organisaties bestaan op dit ogenblik immers hoofdzakelijk uit Georgiërs”. In de Pelikaansstraat zelf werden in 1992 twee goudhandelaars op gruwelijke wijze afgemaakt door Georgische daders, die later in Israël werden opgepakt. In 1995 werd een jonge Georgische handelaar in zijn winkel onder de arcaden doodgeschoten, vermoedelijk omdat hij weigerde “beschermingsgeld” te betalen. En vorige zomer werd vlakbij de De Keyserlei Rachmiel “Mike” Brandwain, een van de meest bekende figuren uit de zogenaamde Russische maffia in Antwerpen, door professionele killers omgebracht. Hij was indertijd zijn carrière begonnen met een sieradenwinkel onder de spoorwegdam ( NV Edele Metalen).

De eerste Georgische joden mochten al in de jaren zeventig, onder president Leonid Breznjev, de Sovjet-Unie verlaten en kwamen vaak via Israël naar Antwerpen afgezakt. Een aantal heeft inmiddels de Belgische nationaliteit verworven. Velen hebben de Israëlische nationaliteit, of een dubbele nationaliteit, waarvan ze handig gebruikmaken om heen en weer te reizen tussen Antwerpen en Tel Aviv als de grond te heet onder hun voeten wordt. Zelfs volgens hun eigen advocaat hebben de meeste Georgische handelaars niet de vereiste beroepskaart. De moeilijkheid voor speurders is dat er in de winkels voortdurend andere stromannen of zetbazen staan, terwijl de echte zaakvoerders of eigenaars zelden te vinden zijn. Vennootschappen worden even snel opgedoekt als ze werden opgericht. De Rechtbank van Koophandel kloeg eerder al dat het grote aantal faillissementen in Antwerpen mee te wijten was aan het feit dat de “Russische maffia” zoveel nepfirma’s failliet laat gaan.

Volgens een politiespeurder, die de wijk als zijn broekzak kent, is racketeering of afpersing een gewone praktijk in de Pelikaansstraat: “Een Indiër die daar een winkel wou openen, kreeg meteen een stel Georgiërs op bezoek. Hij moest afdokken of ophoepelen.” En de beschuldiging van witwasserij berust ook op meer dan alleen maar geruchten: “Ruim een jaar geleden hebben we al een Georgiër opgepakt omdat hij in twee jaar wel 700 miljoen frank in wisselkantoren had witgewassen. Hij haalde het geld op in de winkels onder de arcaden. En dat geld kwam niét van de verkoop van ringen en kettingen.” Veel geld werd intussen in de gebouwen van de De Keyserlei en omgeving geïnvesteerd. Zelfs de bomaanslag in het Century Center van vorig jaar, heeft volgens deze politiespeurder mogelijk te maken met pogingen van de Georgiërs om daar winkels over te nemen. In de politiecomputer zitten nu liefst 3300 namen van mensen die aan de zogenaamde “Russische maffia” in Antwerpen gelinkt worden.

Dat is blijkbaar niet de eerste zorg van het stadsbestuur en de NMBS, die het goudcircuit van de Pelikaansstraat vooral als een economische troef zien. Het is overigens geen geheim dat Georgische handelaars de voorbije jaren openlijk “relatiegeschenken” aanboden aan stadsbestuurders. Zegt Jaak Peeters van de NMBS: “Russische of Georgische maffia? Dat is toch iets van het Falconplein? In de Pelikaansstraat hebben wij nooit last gehad. Bovendien gaat dat aspect onze verantwoordelijkheid te buiten.” Terwijl andere NMBS-winkels een opzegging krijgen zonder dat hen enig alternatief geboden wordt, zullen de goudhandelaars onder het Antwerpse station nu in februari en maart de eerste containers ontvangen. Dan zal de Pelikaansstraat voortaan wijd en zijd bekend staan als de Straat van de Gouden Containers en nog meer kooplustige toeristen én enthousiaste misdaadverslaggevers uit heel Europa aanlokken.

Chris De Stoop

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content