Ecolo heeft glansrijk de verkiezingen gewonnen. Het is nu zaak om ook de formatiegesprekken met PS en CDH tot een goed einde te brengen en die nieuwe kiezers bestendig aan de partij te binden.

Alles zat Ecolo mee dit keer. Grote broer op links, de PS, ging gebukt onder onophoudelijke schandalen. MR-voorzitter Didier Reynders zat in een lastig parket door Fortis en zijn arrogante, soms cynische campagnetoon vormde een lelijke dissonant in sombere economische tijden. Ook het CDH was niet in vorm. De partij kwam niet uit de verf en zo bleef uiteindelijk alleen nog Ecolo over. Ecolo, dat als enige federale Franstalige oppositiepartij alle ruimte had gekregen om te groeien tijdens de politieke impasse na de federale verkiezingen van 2007. Voeg daarbij de toegenomen urgentie van het klimaatvraagstuk – ecologie is zelfs heel erg trendy dezer dagen – en de onverhoopte populariteit van covoorzitter Jean-Michel Javaux, de Waalse publiekslieveling met de looks van de ideale schoonzoon en de consensusgerichte debatstijl. ‘Jean-Mi’, zoals hij liefkozend wordt genoemd, speelt de bal en zelden de man, en dat slaat kennelijk aan.

Maar de verkiezingsoverwinning van Ecolo is niet alleen het resultaat van een gelukkige samenloop van omstandigheden. Ze is eveneens de bekroning van jaren hard labeur en een diepgaande reorganisatie van de partij. Dankzij dat werk staat Ecolo anno 2009 opnieuw op zijn electorale niveau van 1999. De partij doet het vandaag zelfs beter dan toen, want ze scoort nu ook in de oude industriële centra van Wallonië. ‘Bovendien heeft Ecolo bij de Europese verkiezingen haast 23 procent van de stemmen behaald’, zegt een bevoorrechte waarnemer. ‘Dat is bijna evenveel als de CD&V in Vlaanderen. Dan spreek je niet meer van een nichepartij maar van een volkspartij, een groene volkspartij welteverstaan.’ Maar het belangrijkste verschil lijkt toch dat het nu bijna dertig jaar oude Ecolo lering heeft getrokken uit de beginnersfouten en strategische flaters die volgden op de verkiezingsoverwinning van 1999.

Wurggreep

Luttele dagen vóór de federale verkiezingen van 18 mei 2003 verliet Ecolo, na een conflict over de nachtvluchten, voortijdig de paars-groene regering van Guy Verhofstadt (Open VLD). Een onhandig en roemloos einde van een lastige regeringsdeelname. De rekening volgde: Ecolo verloor meer dan de helft van zijn kiezers. Die onredelijke, doctrinair verblinde groenen werden gezien als onbetrouwbaar en als doodgravers van de werkgelegenheid.

Wat ging er mis? Nogal wat. Om te beginnen was Ecolo in de paars-groene formule rekenkundig niet nodig. Bovendien had de woelige groene achterban de regeringsdeelname slechts met een krappe meerderheid goedgekeurd. De eigen onderhandelaars werden dan ook permanent gewantrouwd. Jacky Morael, de voornaamste architect van de verkiezingsoverwinning van 1999, mocht van zijn eigen partij zelfs niet naar de federale regering. Als regeringspartij beoefende Ecolo de schizofrene deugd van het organiseren van haar eigen oppositie. Het ging bewust met één been binnen en één been buiten de regering staan. De coalitiepartners werden er knettergek van.

Ecolo kreeg ook te kampen met een op wraak beluste Elio Di Rupo. De PS-voorzitter had het vaste voornemen opgevat Ecolo in de loop van de regeerperiode te reduceren tot een voor hem aanvaardbare score, namelijk het Europese groene gemiddelde van 7 à 8 procent. De PS was met andere woorden op het oorlogspad.

De Franstalige groenen waren dan weer nauwelijks vertrouwd met het pokerspel van regeringsonderhandelingen, en ook binnen de regering werden ze naderhand regelmatig door MR en PS gerold. Ecolo probeerde dat te compenseren door via een omweg zijn gelijk te halen, met systematische lekken naar de pers. PS-topcabine-tards als Jean-Claude Marcourt zagen tot hun afgrijzen tijdens onderlinge kabinetsvergaderingen gemaakte opmerkingen letterlijk in de krant staan. Ecolo gaf intussen het beeld van een partij die niet sterk genoeg stond om binnen de regering haar slag thuis te kunnen halen.

In 2002 volgde bijna het genadeschot. Ecolo sloot met de PS de convergences de gauche, geen kartel maar een pre-electoraal programmatisch verbond, en werd welhaast doodgeknuffeld in de verstikkende wurggreep van Di Rupo. Kiezers zagen niet meer waar Ecolo nog het verschil kon maken. Het principiële groene verzet tegen de verlenging (met een jaar) van tabaksreclame in Francorchamps viel in het door hoge werkloosheid geteisterde Wallonië ook aan geen hond uit te leggen. Ecolo ging electoraal af in 2003 en 2004, en erger nog, niemand wilde zich nog met de partij vertonen.

Politiek raspaardje

Vandaag is Ecolo een andere, meer volwassen partij geworden. Medestanders van het eerste uur, die alle ups en downs hebben meegemaakt, staan zelf van die transformatie te kijken. Ecolo komt dan ook van ver. Oncontroleerbare militanten die zich tijdens algemene vergaderingen tot heuse koppensnellers ontpopten. Partijvoorzitters die doorlopend de eigen ministers onder vuur namen. Interne crisissen die bol stonden van melodrama. Het was smullen voor de pers, maar Ecolo reed zichzelf ermee in de vernieling. Wat een rust staat daar vandaag tegenover. ‘De militanten lijken even redelijk te zijn geworden als de partij zelf’, zegt een kaderlid.

Het politieke personeel is verjongd, er is programmatisch vernieuwd, er is een denktank Etopia met honderden verbonden onderzoekers uit universiteiten en onderzoeksinstellingen maar vooral, er heerst opnieuw eensgezindheid in de partij. Het waterhoofd van vrijwilligers en onbezoldigde voorzitters dat de partij probeerde te leiden is vervangen door een meer centraal gezag. Ook al is basisdemocratie er bepaald geen loze kreet, toch is Ecolo qua interne organisatie een meer traditionele partij geworden. Dat is allemaal in grote mate te danken aan Jean-Michel Javaux. ‘Hij heeft de partij geprofessionaliseerd, eenheid gebracht en het enthousiasme doen terugkeren’, zegt Jacky Morael, de politieke vader van Javaux. Maar Javaux stond niet alleen. Een groep van tien à vijftien mensen, onder wie Isabelle Durant, Jean-Marc Nollet, Marcel Cheron, Eric Biérin en Christos Doulkeridis, een hecht team met een duidelijke taakverdeling, is al vijf jaar doelgericht bezig de partij inhoudelijk te vernieuwen en klaar te stomen voor machtsdeelname.

De rivaliserende strekkingen en clans in de partij – fundi’s en realo’s, donkergroenen en roodgroenen – die hun dagen vulden met elkaar het leven zuur maken, zijn verdwenen. Waren in het verleden de persoonlijke relaties binnen de veelkoppige leiding van Ecolo vaak barslecht, dan opereren Isabelle Durant en Jean-Michel Javaux, het ongecontesteerde voorzittersduo van vandaag, wel heel complementair. En Javaux is behalve gerespecteerd door de zijnen ook ‘oprecht geliefd’, aldus Morael.

Toch was Javaux niet meteen een politiek raspaardje. Het duurde een paar jaar voor zijn partij en het grote publiek hem in de armen sloten. ‘Men vergeet dat weleens, maar Javaux heeft eerst drie jaar lang moeten ploeteren’, zegt een medestander. Zo kreeg Javaux wel de tijd om in zijn rol te groeien. In juli 2003 trad hij aan als een van de drie nieuwe partijsecretarissen. Maar pas in 2006 begon de politieke kassa te rinkelen, toen hij het tot ieders verbazing tot burgemeester schopte in Amay, traditioneel een dieprode burcht. Met Javaux heeft Ecolo nu een onbetwiste kopman. Er was een tijd dat Ecolo gruwde van persoonlijk politiek succes. Het feit dat vandaag niemand daar nog graten in ziet, kenmerkt de evolutie die Ecolo heeft doorgemaakt.

Volgens Morael heeft Javaux in zijn dooie eentje ook ‘een nieuw soort poli-ticus’ uitgevonden. ‘Om aan de top te kunnen meedraaien moet je bikkelhard zijn en een killersinstinct bezitten, wordt vaak beweerd. Maar Jean-Michel bewijst het tegendeel. Zijn grote kwaliteit is dialoog tot stand brengen. Hij heeft een aangeboren afkeer van persoonlijke conflicten. Hij zal nooit iemand rechtstreeks aanvallen. In die zin is hij de anti-Reynders. Bij Javaux gaat het over ideeën en programma’s’, zegt Morael. Hoewel ze politiek elkaars tegenpolen zijn, is Javaux persoonlijk bevriend met Reynders, net zoals zijn geestelijke vader Jacky Morael trouwens. Maar ook met de andere Franstalige partijvoorzitters heeft Javaux een goede verstandhouding.

Na de afgang van 2003 en 2004 ging Javaux samen met Durant heel Wallonië rond. Ver van de camera’s bezochten ze talloze bedrijven, zelfstandige ondernemers, vakbondsvertegenwoordigers. Ecologie is de toekomst van de economie, luidde de boodschap, terugplooien op de eigen groene fundamentals was de strategie. Niet meer in elk dossier een standpunt innemen en zo behoedzaam de eigen geloofwaardigheid opnieuw opbouwen.

Er werd ook ideologische ballast overboord gegooid. Nadat Ecolo midden jaren 1980 extreemlinks buiten de deur had gezet, ontdeed de partij zich midden jaren 2000 van de groene activisten. De communicatie werd positiever en minder intellectueel hoogdravend. Bangmakerij voor een ecologische apocalyps, iets waar groene politici in de jaren tachtig en negentig in uitblonken, werd ook afgevoerd. ‘Ecolo wil niet langer de partij zijn van de problemen, maar van de oplossingen’, zegt woordvoerder Eric Biérin.

Terwijl Groen! en SP.A communicerende vaten lijken in Vlaanderen, lukt het Ecolo in Franstalig België om kiezers aan te trekken uit alle partijen. De nieuwe Ecolokiezers op 7 juni, zo is gebleken uit postelectoraal onderzoek, kwamen met name in groten getale uit liberale hoek.

Papa

Er gaapt dan ook een behoorlijke kloof tussen dat stuk van het electoraat van Ecolo dat voor de partij koos om van de verfoeide PS verlost te raken, en de echte militanten, waarvan het hart duidelijk links klopt, zeker in Brussel. Voor het partijkader zat er met deze verkiezingsuitslag, waarbij de PS verrassend goed standhield, dan ook weinig anders op dan samen met CDH groen licht te geven voor de vorming van centrumlinkse olijfboomcoalities in Brussel en Wallonië. ‘Je mag je eigen organisatie niet bruuskeren’, zegt een partijkader over de optie voor centrumlinks.

Dit belet niet dat er bij Ecolo groot wantrouwen heerst tegenover de PS. De partij is immers groot geworden door zich te presenteren als een modern, groenlinks alternatief voor de verstarde, verkalkte PS. Het planten van de olijfboom gaat daarom niet helemaal van harte. Covoorzitter Javaux benadrukt ook dat de weg van de regeringsonderhandelingen nog lang is, en niets is definitief beklonken.

‘Als het even had gekund, dan had de Ecolotop voor de MR gekozen, daar ben ik zeker van’, zegt politicoloog Pascal Delwit (ULB). ‘Het droomscenario was misschien een olijfboomcoalitie in Brussel en een Jamaicacoalitie met MR en CDH in Namen. Maar de score van de MR in de Franse Gemeenschap was gewoon te slecht om die keuze te verantwoorden en te kunnen doordrukken bij de achterban.’

Bovendien wilde CDH-voorzitster Joëlle Milquet absoluut verder met de PS, ook al strijkt ze daarmee een deel van haar partij tegen de haren in. Maar het doorslaggevende argument voor centrumlinks lijkt toch de dramatische financiële situatie in Brussel en Wallonië te zijn geweest, zoals die na de verkiezingen aan het licht is gekomen. Bezuinigen is nooit een prettig vooruitzicht, maar bezuinigen met een vernederde PS in de oppositie en de belofte van groot sociaal oproer is een regelrecht horrorscenario.

De formatiegesprekken voor de olijfboomcoalities zijn gestart en handelen onder meer over politieke ethiek. Het thema nieuwe politieke cultuur, bij ons allang dood en begraven, is in Wallonië springlevend. Dat mag wat frivool lijken in het licht van de economische crisis, maar voor Ecolo is ‘la malgouvernance’ een wezenlijk aspect van de Waalse ziekte. ‘Toch moet de partij uitkijken niet al haar kruit te verschieten in deze soms steriele politieke gevechten. Wat Ecolo voorstelt als cumulatieregeling is bovendien volstrekt onuitvoerbaar’, zegt politicoloog Pascal Delwit.

In het debat over nieuwe politieke zeden sputtert het CDH nog het hardst tegen, zo viel vorige week te vernemen. Bij de PS zien sommige hervormers zoals Rudy Demotte, Paul Magnette en Jean-Claude Marcourt Ecolo’s eisen van goed bestuur als een handige stok achter de deur om bepaalde veranderingen binnen de eigen partij door te drijven. Maar vrolijke politieke superster Michel Daerden, de ontslagnemende Waalse minister van Begroting die in zijn arrondissement Luik 65.000 stemmen behaalde (ter vergelijking, MR-voorzitter Didier Reynders had er 17.000 in Luik) hoeft zich misschien toch niet echt zorgen te maken. Leek Ecolo in eerste instantie nog een halszaak te maken van het vertrek van papa, dan wordt daar nu zedig over gezwegen. ‘Hoe meer we daarover zeggen, hoe groter de kans dat we hem terugzien’, klink het bij Ecolo. Of heeft de partij ingezien dat PS-voorzitter Di Rupo het resultaat van zijn Luikse mascotte haast onmogelijk kan negeren, gesteld nog dat hij dat zou willen?

Van de twee olijfbomen wordt de Waalse zonder twijfel de grootste gok. In Wallonië is Ecolo namelijk mathematisch overbodig en wordt de partij toegevoegd aan de goed op elkaar ingespeelde aftredende meerderheid van CDH en PS. Sommigen vrezen dan ook dat Ecolo in de volgende Waalse regering vijf jaar lang ‘gekloot en gesaboteerd’ zal worden. Bij Ecolo is het hopen op een snelle voorzitterswissel bij het CDH. Staat Milquet heel dicht bij Di Rupo, dan geldt dat een stuk minder voor haar gedoodverfde opvolger Benoît Lutgen. Javaux en Lutgen samen kunnen Di Rupo wel in het stof doen bijten, zo wordt geloofd.

Ecolo heeft op 7 juni, met het vooruitzicht van een politieke stijlbreuk – ‘een programma kwam er eigenlijk helemaal niet aan te pas’, zegt Pascal Delwit – het electorale protest in Brussel en Wallonië weten te kanaliseren. Het komt er nu op aan die nieuwe groene aanhang bestendig te maken. Ecolo heeft tot dusver een foutloos parcours gereden. Maar de echte vuurproef wordt het regeringswerk, met nauwelijks budgettaire ruimte voor de groene reconversie van de economie die Ecolo voor ogen heeft. Politicoloog Pascal Delwit wijst erop dat Ecolo nog nooit twee keer na elkaar verkiezingen heeft gewonnen. Maar, in de woorden van Isabelle Durant, het hoeft geen dogma te zijn dat groene regeringsdeelname slecht afloopt. Voldoende expertise in huis halen mag alvast geen probleem vormen. De verkiezingsoverwinning heeft Ecolo, conform de wet op de partijfinanciering, een financiële bonus van meer dan één miljoen euro opgeleverd.

DOOR HAN RENARD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content