Claus of de vertegenwoordiger van de paus, Rogge of de dalai lama, Rubens of Fabre, Bayern of Anderlecht: de wereld lijdt aan haar afgoden.

Zijn dood bleek voorgeprogrammeerd. En verraste dus niemand, de media nog het minst, want de loftuitingen stroomden onmiddellijk uit over de katernen, overal. Dat het lezen van al die opgewarmde kost onverteerbaar zou blijken, had iemand daar rekening mee gehouden? De kleine, chronologische opsomming van zijn leven en werk was de enige hommage die doel trof: wat deed die man, wat betekende hij voor de literatuur? Net zo voorgeprogrammeerd, de melding dat zijn zelfgekozen stervensuur het signaal was van de vrijheid voor allen. De enig mogelijke zege op het lijden en de dood. We voelen de aftakeling naderen en geven onze omgeving de opdracht om tijdig het licht uit te doen, na onze laatste woorden te hebben genoteerd. ‘Het is tijd dat het licht uitgaat’. Of ‘meer licht’, of ‘meer niet’.

Van de bekende schrijver het levenseinde, opgedist als een voorbeeld om na te volgen. Of aanstoot aan te nemen. Hugo Claus is opgevoerd als de paus van de vrijzinnige kerk, tegenspeler van de vertegenwoordiger van de katholieke paus in België. Alleszins was zijn morele gezag zo zorgvuldig door zijn volgelingen gecultiveerd, dat het opwoog tegen dat van Godfried Danneels. De boodschap van de kardinaal, zelf door het aura van zijn instituut verheven tot orakel, klonk zo bezwerend als vroeger de prediking tegen de antichrist. Ge zult afzien tot het bittere eind en daarin het mysterie van de dood tegemoet treden. Had de herder dat niet gezegd, dan was zijn kudde in verwarring achtergebleven. Iemand moet herhalen dat lijden en dood een zin hebben (die duidelijk zal worden in het hiernamaals), of de kerk stort in elkaar, bij gebrek aan bereidwilligen om blijmoedig te dementeren.

Voorgeprogrammeerd, zo dodelijk voorspelbaar ook. Heeft niemand een origineel idee om grote morele vraagstukken te tackelen? Wat zegt de Boeddha? De Boeddha heeft even geen tijd, zo druk heeft hij het met het aansturen van zijn vertegenwoordiger op aarde. De wereld moet weten dat de dalai lama vrede op aarde wil, geen opstand van monniken tegen bezettingsmacht China. Jammer dat zijn immense morele gezag niet volstond om de Tibetanen er überhaupt van te weerhouden, zich kansloos voor geweren te werpen. Niemand durft te veronderstellen dat de opstand geprogrammeerd was voor het moment waarop de Chinezen door hun eigen Olympische Spelen konden worden gegijzeld. Ze zijn nu aangewezen op de autoriteit van het gedachtegoed van baron De Coubertin. Het toeval wil dat er iets onvoorstelbaar dwingends en sussends uitgaat van de stem van IOC-voorzitter Jacques Rogge. The Games must go on, en zwijgt nu allen maar.

Vlaming zijn om olympiër te worden, paus in sport, kunst of geloof. In het Louvre maakt Jan Fabre, verkleed als dwerg, zich klaar om Rubens de les te lezen: ‘Hij schildert de glorificatie van de macht en stelt koningen voor als godenkinderen.’ De grote Belgische voetbalclubs hervormen de competitie in het nadeel van de kleintjes en willen alleen nog onder elkaar en tegen Bayern München spelen. Je kunt er vergif op innemen dat er achter de ijver van onze aanbeden afgoden niet enkel morele belangen schuilgaan.

door Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content