De hervormingsgezinde president Khatami is de grote overwinnaar van de parlementsverkiezingen in Iran. De vraag is nu hoe ver hij kan en wil gaan.

Dit waren de ingewikkeldste verkiezingen ooit, maar het enthousiasme van de mensen was niet te temperen. Omdat het systeem niet tijdig klaar was besloot men uiteindelijk toch niet met computers te tellen. Dus hoefden de kiezers de identificatiecode voor de kandidaten op de stembiljetten ook niet meer in te vullen om geldig te stemmen, maar velen deden het toch. Al wat de modale kiezer moest doen, was zich met zijn identiteitskaart naar een stemlokaal begeven en daar dertig namen op een formulier schrijven. Het formulier in de witte stembus, identiteitskaart terug, en klaar. Aan de muur hing wel een lijst met kandidaten, voor wie er nog niet uit was.

Iran heeft eigenlijk geen echte politieke partijen. Jarenlang waren ze gewoon verboden en nu nog hebben de klerikale machthebbers het er moeilijk mee. De tientallen groepen die zich bij deze gelegenheid manifesteren, zijn meestal gevormd rond elitegroepen die een gooi naar de macht willen doen. Volgens lucide waarnemers zullen ze na de verkiezingen algauw weer verdwijnen. Dat geldt zowel voor de rechter- als de linkerzijde (die termen worden trouwens op een volstrekt ondoorzichtige manier door elkaar gebruikt), voor de reformisten als voor de conservatieven. Het Participatiefront (IPPF), dat geleid wordt door Mohammedreza Khatami, de broer van de president, en dat als grote overwinnaar uit deze proef lijkt te komen, bestaat zelf uit meer dan 10 groepen waarvan iedereen zegt dat die, zodra het parlement bijeengeroepen is, algauw weer onder elkaar zullen beginnen te vechten.

Daarbij voegt men geredelijk de liberale businesspartij Kargozaran van oud-president en politiek veteraan Ali Akbar Rafsanjani, die graag parlementsvoorzitter was geworden maar daar nu naast lijkt te grijpen, om een ‘reformistisch blok’ te vormen dat in feite niet bestaat. Tussen de twee blokken in – reformisten en klerikale conservatieven – zweven dan enkele tientallen ‘onafhankelijke kandidaten’, van wie meestal aangenomen wordt dat ze zich, eenmaal verkozen, door de meest biedende zullen laten kopen. De finesses van de ontluikende Iraanse politiek – na twintig jaar anathema – zijn onuitputtelijk en het beste wat de buitenstaander kan doen, is glimlachen en het al blij aanvaarden.

RECHT VAN ANTWOORD

De Iraniërs zelf lieten dat intussen niet aan hun hart komen. De politieke ‘partijen’ hadden kaartjes uitgedeeld met hun eigen 30 kandidaten erop, die de kiezer maar te kopiëren had. De meer politiek alerte burgers hadden ofwel al lang hun eigen mening gevormd, ofwel de vroege dag met familie en vrienden doorgebracht in radeloze pogingen om tussen al het geboefte dertig fatsoenlijke mensen te vinden – met niet te veel bloed aan hun handen – op wie ze konden stemmen.

Er is immers haast niemand die deze verkiezingen ideaal vindt, het blijft een keuze tussen mollahs en mollahs, klerikalen en klerikalen – en de klerikalen komen dit volk nu stilaan wel de strot uit – en overal hoor je het berustende commentaar dat het nu eenmaal erop aankomt de minste van twee kwalen te kiezen.

President Mohammed Khatami – de hervormer – is intussen wel razend populair. Ongeveer net zo populair als zijn grote tegenstander, de conservatieve ‘gids’ Ali Khamenei, en voorganger Rafsanjani impopulair zijn. Op Khatami stemmen – dat wil zeggen op de lijst van zijn broer, het IIPF – werd voor veel kiezers een soort van recht van antwoord tegen het regime waar ze al die jaren op gewacht hadden: ze zouden die kans niet laten voorbijgaan. De jongeren, die stemmen vanaf 16 jaar, en de vrouwen konden deze gelegenheid te baat nemen om iets over hun toekomst te zeggen. Maar zelfs de mannen lijken niet voor Rafsanjani gestemd te hebben.

Het is een aardverschuiving geworden, met een recordopkomst van meer dan 80 procent. Kandidaten moesten 25 procent van de stemmen behalen om in de eerste verkiezingsronde van vorige vrijdag direct verkozen te zijn – een tweede ronde komt er mogelijk eind april. Toch waren zondagmiddag, met twee derde van de stemmen geteld, al 86 zetels door ‘hervormers’ ingenomen, twintig zetels door conservatieven en 36 door ‘onafhankelijken’.

De uitslag in Teheran, dat met zijn twaalf miljoen inwoners recht heeft op 30 van de 290 zetels in de Majlis (parlement), zal pas later deze week bekend worden. Maar Isfahan, de heilige stad Mashad en Zuid-Sjiraz zijn duidelijk in hervormershanden. De rest van het land lijkt dezelfde weg op te gaan, de rechts-conservatieve leider Mohammedreza Bahonar gaf zondag al de nederlaag van zijn kamp toe: ‘Onze voorspellingen voor de provincies waren juist,’ zei die, ‘maar ik denk dat de resultaten in Teheran niet zijn wat we gedacht hadden.’

Dit is de derde verkiezing die door Khatami en zijn aanhangers gewonnen wordt, en als de tweede ronde de eerste bevestigt, zal het zijn grootste overwinning zijn. Iedereen kijkt nu naar de president: heeft hij nu macht genoeg om zijn beloofde hervormingen waar te maken? Men zegt wel dat het zijn laatste kans is. En de krant Arya kopte: ‘Het volk schonk z’n vertrouwen aan hervormingen, en Khatami glimlachte.’

Sus Van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content