?Tannhäuser? in de Vlaamse Opera.

De Vlaamse Opera viert zijn Paasritueel. In plaats van de moeilijk te realiseren ?Parsifal? programmeert Marc Clémeur nu ieder jaar gewoon een Wagneropera. Dit jaar is dat ?Tannhäuser?, en daarmee is de cyclus, op het geldverslindende ?Die Meistersinger van Nürnberg? en de titanische ?Der Ring des Nibelungen? na, bijna rond. Dat hij ?Tannhäuser? zo lang voor zich uitschoof, zal wel zijn reden hebben gehad. Het is een lastige opera met een ongeloofwaardige plot. De heidense godenwereld bestaat er nog parallel met de devote katholieke kerk. De zonde van ?Tannhäuser? is dat hij van de geneugten van Venus heeft geproefd en daardoor zelfs van de paus geen vergiffenis meer kan krijgen. Alleen door de opoffering van Elisabeth wordt hij uiteindelijk toch van de hel gered. Een veelvuldig terugkerend motief bij Wagner.

De componist doet zijn naam alle eer aan door muzikaal briljante episodes af te wisselen met uitgesponnen oninteressante, uiterst vervelende scènes. Voor de regisseur geen makkelijke taak om de voorstelling te redden. Daar slaagt Hans Hollmann ook niet in. Hij kiest om het verhaal te situeren al was het slechts een droom van Tannhäuser, die op zijn beurt verdacht veel op Wagner zelf lijkt. Een theatertruukje dat we iets te veel hebben gezien.

Het redt evenmin de opera. De personenregie is zeer zwak, de zangers voelen zich slecht in hun vel en pakken uit met brede pathetische operagebaren. Sommige theatereffecten zijn ronduit ridicuul, zoals een belichting die rood wordt wanneer er sprake is van passie. Het decor is een lange spiraal hemelwaarts, dat zowel een theaterzaal, een fabriek of een tribune kan voorstellen. De kleding is hybride negentiende eeuws-middeleeuws.

Stefan Soltesz, scheidend muziekdirecteur van de Vlaamse Opera die voor de laatste keer als dusdanig op het schavotje staat, redt de voorstelling uit de middelmaat. Hij stuurt zijn orkest scherp door de stroomversnellingen, kneedt het klankmateriaal tot een dynamisch mengsel. De muziek bruist. Hij let niet op de kleintjes. Een onduidelijk nootje schaadt het geheel niet. De Amerikaanse tenor Gary Lakes debuteert in de titelrol. Het vocaal materiaal en de kracht is er, jammer genoeg ook de stress. Als vanouds geeft de Fin Jorma Hynninen zijn partij (Eschenbach) waardigheid en diepte mee, Yvonne Naef ziet er als Venus wel belachelijk uit maar vocaal staat ze er. Het is de Zweedse sopraan Nina Stemme die van de voorsteling uiteindelijk een aanrader maakt. Ze zingt haar Elisabeth soeverein, jong, doorleefd, beheerst, met de juiste overgangen. Het koor schittert.

Lukas Huybrechts

Wagner, ?Tannhäuser?, Opera Gent op 12, 15, 19 en 22/4.

Tannhäuser : de muziek bruist.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content