Eind dit jaar draagt generaal Jozef Schoups het bevel van de VN-troepenmacht in Oost- Slavonië over aan generaal Michel Hanset. ?Ik had hier mijn werk graag afgemaakt.?

EEN BERICHT UIT VUKOVAR

Eindelijk is het weer rustig op de ruïnes van Vukovar. Op 12 november van vorig jaar tekenden volksserviërs en Kroaten een akkoord met VN-onderhandelaar Thorvald Stoltenberg en de Amerikaanse ambassadeur in Kroatië, Peter Galbraith. Het laatste stukje door volksserviërs bezet gebied in het oosten van Kroatië zou weer Kroatië worden. Het Erdut-akkoord regelde de ontwapening van de Servische milities en verzekerde de vreedzame teruggave van de Baranja, de westelijke Srem en van Oost-Slavonië. De Verenigde Naties keken nauwgezet toe of iedereen zijn beloften zou houden. De militaire vleugel van de United Nations Transitional Administration for Eastern Slavonia, Western Sirmium and Baranja (Untaes) kreeg een gespierd mandaat om de administratieve vleugel te ondersteunen en het pad te effenen naar democratische verkiezingen in het voorjaar van 1997. De Amerikaan Jacques Klein fungeert tijdens de overgangsperiode als de hoogste burgerlijke autoriteit, de Belgische generaal Jozef Schoups hield als opperbevelhebber van de internationale VN-troepenmacht voor Oost-Slavonië tijdens het afgelopen jaar in militair opzicht de druk op de ketel. Half januari ruimt Schoups de baan voor Michel Hanset, die het verlengde VN-mandaat als opperbevelhebber afrondt.

Het stukgeschoten stadje rond de vuurtoren, Vukovar, symbool van de oorlogsgruwel en vijf jaar oorlogsellende in Oost-Slavonië, ligt er nu vreedzaam bij. Alleen de overvloed aan militairen, stuk voor stuk tot de tanden gewapend, verstoort er de rust van het straatbeeld.

Die derde december kondigt Schoups ?hoog bezoek? aan. Enkele uren later rijdt de Kroatische president Franjo Tudjman het VN-hoofdkwartier binnen. Een symbolische visite : voor het eerst sinds, in september 1990, de volksserviërs Oost-Slavonië onafhankelijk verklaarden, zet Tudjman weer voet aan de grond in dat deel van de voormalige Servische Republiek Krajina.

Heeft het bezoek van Tudjman alleen maar symbolische waarde ?

JOZEF SCHOUPS : De symbolische waarde is doorslaggevend, vooral omdat Tudjman toch aan het eind van zijn politieke carrière is gekomen. Voor de Kroatische vluchtelingen uit de Untaes-regio is er op 3 december een belangrijke mentale klip genomen. De komst van Tudjman bewijst nogmaals dat we het ernstig menen met de reïntegratie. Bovendien leerden we tijdens het bezoek dat de mensen achter Tudjman in dezelfde lijn denken als hij. Defensieminister Gojko Susak, bijvoorbeeld, zou geen andere koers varen.

Vukovar staat bol van de symboliek. Een gewezen Kroatische vesting, vol beschermde monumenten die aan flarden geschoten werden. Waarom wilde u de internationale troepenmacht precies daar stationeren ?

SCHOUPS : Een internationale troepenmacht die vrede wil stichten, moet zich in het middelpunt van het strijdtoneel vestigen. Dat is een signaal van haar toewijding. Toen ik op een hoofdkwartier in Vukovar aandrong, onderzochten we verschillende mogelijkheden. In het Donau-hotel moesten we bij wijze van spreken alleen de Servische vlag door een VN-wimpel vervangen. Heel het hoofdkwartier kon in en rond het hotel een plaats vinden. Maar de huidige lokatie, aan de rand van de binnenstad, vlak buiten de stadskern, is beter gelegen. We moesten veel bouwen, maar psychologisch zowel als sentimenteel biedt een hoofdkwartier net buiten de stad veel voordelen. Naarmate de Servische generaal Dusan Loncar zijn leger afbouwde, bouwde ik het mijne op. Waardoor er voor de bevolking, die het hier gewoon is om een leger in de straten te zien, een bepaalde continuïteit gecreëerd werd. Onze vijfduizend manschappen hoefden het vertrouwen van de bevolking niet meer te winnen ; ze namen gewoon de taak van Loncars ontbonden leger over.

U volgde generaal Freddy Van de Weghe op als bevelhebber van de troepen in Oost-Slavonië. U kreeg een heel andere taak, u vulde die ook op een heel andere manier in.

SCHOUPS : Het verschil tussen generaal Van de Weghe en mezelf was het mandaat waarmee we werkten. De internationale troepen zaten hier sinds april 1992 in een container en mochten niets doen. In Vukovar is er jarenlang niks gebeurd, niks gebouwd of hersteld. Zo zou het nog jaren doorgegaan zijn.

Zeker naar VN-normen kreeg u van de onderhandelaars in Erdut een fors mandaat mee.

SCHOUPS : We konden in dit gebied alleen op die manier werken. We kregen hier af te rekenen met verscheidene paramilitaire groepen, die de streek veel beter kenden dan wij. Je kan je soldaten dan niet zomaar onbeschermd op straat sturen en eisen dat ze die groepen én het leger ontwapenen. Wij beschikten over een streng mandaat, volledig ondersteund vanuit de Navo. Dat geeft ook een houvast : onze rechten en plichten waren heel precies afgebakend.

Het leger was ontzettend snel operationeel.

SCHOUPS : Roep zo hard als je wil, als niemand je ziét, hoort niemand de bevelen. Daarom moest de internationale troepenmacht tegen eind april klaar zijn om het volkservisch leger te vervangen. Zo gaven we de overgangsadministratie (TA) precies één jaar de tijd om de burgerautoriteit te installeren en de regio tegen juli 1997 officieel aan Kroatië over te dragen. Volledige ontplooiing was onmogelijk, of we moesten van de TA eisen dat ze de klus in zes maanden zou klaren. Een onmogelijke taak. De troepen lagen al lang in stelling voor hun kamp gebouwd was. Ik had elke eenheid gevraagd om minstens twee maanden selfsupporting te zijn. Alleen op het vlak van de communicatie rezen er problemen tussen de troepen. Iedereen spreekt hier wel Engels, maar binnen een internationale strijdmacht heeft niet elk woord voor iedereen dezelfde betekenis.

Wat waren de belangrijkste doelstellingen van de troepenmacht in de beginperiode ?

SCHOUPS : Onze eerste bekommernis ging uit naar het herstellen van de communicatie. We werkten aan bruggen, doorgangen, wegen. De regio moest zo snel mogelijk weer op de internationale wegenkaart. De vrijmaking van Deletovci vanaf half augustus was cruciaal voor de geloofwaardigheid van de Ifor-troepen : de Belgen en de Jordaniërs namen daar de olievelden over, waaruit de hele regio zijn inkomsten puurde. De inkomsten daarvan vloeiden de afgelopen jaren terug naar de Serviërs, die daarmee een deel van de administratie betaalden. Na de overname door Untaes was het werk daar stilgevallen, maar iedereen besefte dat Deletovci zo snel mogelijk weer operationeel moest zijn. Half augustus sloten we daarover een contract af met de Kroatische oliemaatschappij INA. De openstelling van de ontmijnde verbindingsweg tussen Zagreb en Lipovac, de verkeersader die Zagreb met Belgrado verbindt, en de herstelling van de brug in Njemci waren een volgende stap.

De ontwapening was vlug voltooid. De deadline van 1 juli haalde u met de glimlach : tegen 20 juni waren alle zware wapens uit de regio weg.

SCHOUPS :Alles wat achterblijft, is van mij en wordt vernietigd, had ik bij het begin van de demilitarisatie, op 20 mei, geroepen. Loncar vroeg of hij alternatieven mocht voorstellen. Waar de wapens staan, interesseert me niet, heb ik geantwoord. Als ze maar uit Oost-Slavonië verdwijnen. Ik heb de Serviërs dertig dagen tijd gegeven. Binnen die periode mochten ze terugtrekken, daarna zou ik mijn mannen inzetten om het ontwapeningsproces te leiden. De boodschap was ondubbelzinnig en zo had Loncar ze ook begrepen. Hij garandeerde me de volledige terugtrekking van de troepen en van alle zware artillerie. Hij werkte uitstekend mee : elke troepenbeweging richting Servië werd minutieus gemeld, inclusief het aantal manschappen en kanonnen dat de grens over zou trekken. We hebben dat gecontroleerd en de gegevens klopten precies.

Toch vreest Kroatië dat de ontwapening niet zo volledig is als iedereen wel beweert.

SCHOUPS : Negen mensen van mijn staf controleerden 250 lokaties, die in het verleden als wapenopslagplaats hadden gediend. De zware wapens zijn verdwenen, daar ben ik na die inspecties voor honderd procent van overtuigd. Op bevel van Loncar werden zelfs alle militaire uniformen uit het straatbeeld verwijderd. Wat achterblijft, zijn kleine handwapens, die de mensen uit de streek in hun huizen liggen hebben. Die krijgen we nooit te pakken, zelfs niet met doorgedreven weapon buy back-programma’s, zoals we die begin oktober in de regio opzetten. Wapenbezit zit in de cultuur van de bevolking ingebakken. Maar ik geloof niet dat een verdwaalde revolver een bedreiging zal vormen voor de veiligheid van de Kroatische vluchtelingen die naar hier willen terugkeren.

Zijn er nog paramilitaire groepen ?

SCHOUPS : De informele banden zijn niet verbroken. Maar ze gehoorzamen aan Loncar, die in de regio nog een sterke invloed heeft. Zeker nu hij aan de zijde van Goran Hadzic tot raadgever voor de veiligheid is aangesteld.

Parallel met de ontwapening liep de ontmijning. Een pijnlijk proces in een agrarisch gebied dat met mijnen bezaaid ligt.

SCHOUPS : Dat werk lieten we over aan privé-firma’s, opgericht door ex-militairen. Dat biedt het voordeel, dat ze weten waar de mijnen liggen : in Deletovci wandelden ze blindelings naar de pompen. Logisch, ze hadden de mijnen zelf gelegd. We hebben veel tijd gewonnen door ons op de kaarten te concentreren, die Serviërs en Kroaten van hun mijnenvelden getekend hebben. Bovendien kregen we van beide zijden de garantie, dat ze niet opnieuw mijnen zullen leggen. Samenwerking tussen Serviërs en Kroaten is de basis van het hele Erdut-akkoord. Dat geldt voor de ontmijning maar, bijvoorbeeld, ook voor de document centers, waar de bevolking van Oost-Slavonië sinds 20 augustus haar Kroatische papieren kan aanvragen.

Hoe belangrijk was de verlenging van het Untaes-mandaat tot 15 juni 1997 ?

SCHOUPS : Het geeft zekerheid. De wil groeide om de VN hier te houden, ook bij de bevolking. Ook voor de terugkeer van de Kroatische vluchtelingen is het belangrijk : zo weten die mensen hun veiligheid gewaarborgd. Pas na de winter kunnen we het effect van het verlengde mandaat inschatten.

U zult dat zelf niet meer meemaken. Vertrekt u met tegenzin ?

SCHOUPS : Ik was hier liever gebleven tot aan het einde van het mandaat. Ik was graag in dezelfde stijl blijven voortwerken. Ik hoop dat mijn opvolger dat van me overneemt. Mijn taak hier is nog niet afgerond, al is de militaire opdracht eigenlijk al vervuld sinds de ontwapening op 20 juni is voltooid. Maar er liggen nog zoveel ondersteunende taken te wachten. Dankzij die troepenmacht van vijfduizend soldaten kunnen we risico’s nemen. Als de reïntegratie ontspoort, hebben we de militaire middelen achter de hand om de problemen te overwinnen. We moeten nu de eerste stappen zetten om de terugkeer van de vluchtelingen te regelen. Als we daarmee wachten tot in juni, zitten we hier op een kruitvat.

Wordt u vervangen omdat het niet boterde met overgangsadministrator Jacques Klein ?

SCHOUPS : Mijn meningsverschillen met Klein zijn sterk overroepen. We hebben uitstekend samengewerkt. We vertrouwden en we steunden elkaar en we hebben samen ook veel bereikt. Ik vermeld Klein trouwens ook in de afscheidsboodschap, die ik voor mijn manschappen heb voorbereid. Daarin dank ik al de mensen met wie het hier vlot werken was. De anderen noem ik gewoon niet.

Nochtans waren er meningsverschillen. Toen u na de ontwapening ronduit zei dat de militaire missie van de Untaes-troepen volbracht was, bijvoorbeeld. Jacques Klein sprak dat tegen.

SCHOUPS : Klein is een politicus, ik ben militair. Hij moet zijn woorden wegen, de diplomaat spelen. Dat is mijn taak niet : ik mag onomwonden zeggen hoe ik de situatie inschat. Het is niet mijn taak als generaal om compromissen te sluiten, want elk compromis brengt de veiligheid van mijn manschappen in gevaar. En ik word juist betaald om de veiligheid van mijn troepen, van de politieke vleugel van Untaes en van de burgers te waarborgen.

Zet zo’n uitlating geen kwaad bloed bij de VN-autoriteiten ?

SCHOUPS : Voor de helft van wat je doet, word je bemind, voor de andere helft gevreesd. Dat is bij de VN niet anders. Ik blijf erbij dat onze opdracht op dit ogenblik niet meer louter militair is, zij het niet minder belangrijk. We kunnen ons hier nog nuttig maken, maar we mogen ons niet laten gebruiken als meid voor alle werk, om taken uit te voeren die anders contractueel zouden geregeld worden, maar waarvoor het leger gratis bijspringt. Dat strookt niet met de fundamentele taak van een professioneel leger.

Er wordt beweerd dat de VN bij het Belgisch leger aangedrongen hebben om Jozef Schoups te laten vervangen.

SCHOUPS : Bepaalde organisaties, zoals die in New York, zijn opgericht om compromissen af te sluiten. Ik kan me dus wel voorstellen dat mijn houding in een dergelijke internationale organisatie niet zo geliefd is. Bepaalde journalisten opperden dat ik onder VN-druk vervangen ben, maar ik kan dat bericht niet bevestigen. New York heeft me geen officiële verklaring gegeven voor mijn vervanging en ik had die ook niet verwacht. Het interesseert me niet ; ik hoef niet te horen wat er daar over mij wordt verteld.

Welke taken dringen zich in de nabije toekomst in Oost-Slavonië op ?

SCHOUPS : We moeten nu vooral de reïntegratie van Kroaten in de regio bespoedigen. De checkpoints moeten opschuiven in de richting van de Donaubruggen, Kroatische douanebeambten moeten taksen heffen en de smokkelaars uit Servië voor de wielen rijden. In de komende maanden moeten in de noordwestelijke hoek van de Baranja een vijftal dorpen aan Kroatië overgedragen worden, daarna volgt Beli Manastir. In het westen staat de vrijgave op stapel van Ernistinova en Antunovac, plus de opening van de grote weg tussen Vinkovci en Osijek. En in de zuidelijke sector moeten Belio Sanic, de Njemcibruggen en de spoorverbinding onder Kroatisch bewind komen.

Staat er al een termijn op die plannen ?

SCHOUPS : We kunnen niet met deadlines werken, omdat alles te sterk afhangt van de reactie van de bevolking. Als de Serviërs ter plaatse positief reageren op de terugkeer van de Kroatische vluchtelingen, mogen we het tempo van de operaties opvoeren. Bij slechte reacties is het veiliger om ze af te remmen en aan te sturen op een geleidelijker immigratie.

U wilde hier blijven om ook nog de nakende verkiezingen in goede banen te helpen leiden. De twee partijen hebben nogal uiteenlopende ideeën over de organisatie van die verkiezingen.

SCHOUPS : Kroatië wil liefst zo snel mogelijk zoveel mogelijk vluchtelingen zien terugkeren naar Oost-Slavonië. Ik geloof dat de regering in Zagreb de omvang van de vluchtelingenstroom overschat, maar het leger moet zich toch paraat houden voor een massale immigratie. Anderzijds moeten we ook de rechten en de veiligheid van de Serviërs hier ter plaatse kunnen waarborgen. De tijd is er alleszins rijp voor : nu de moeilijkheden in Servië de kop opsteken, kunnen we de mensen hier tot een keuze dwingen. Het is een keuze tussen een leven als Servisch staatsburger in een turbulent Servië, of een leven met Kroatisch paspoort, waarbij Kroatië de Servische inwijkelingen alle rechten geeft die de geboren Kroaten al hebben.

Hoe ziet u in de toekomst de politieke uittekening van de regio ?

SCHOUPS : Voor mij is die zonneklaar : dit gebied wordt een deel van Kroatië. Dat betekent dat de Kroatische regering over de politieke besluitvorming beslist. De VN moeten waken : kijken hoe Kroatië de regio’s indeelt, bijsturen waar het moet. We moeten vooral waarborgen dat mensen die in Oost-Slavonië verkozen worden hun stem tot in Zagreb horen weerklinken.

U gelooft stellig dat de VN-troepen de situatie perfect in de hand hebben ?

SCHOUPS : Wat dat betreft, leverden we hier al uitstekend werk. Als een van de partijen met een geweer kwam dreigen, zetten wij daar een mitrailleur tegenover. Voeren ze kanonnen aan, dan laten wij onze tanks aanrijden, zoals enkele weken geleden bij de Servische grens. Dan is de agressie snel gekoeld. Onze missie is een succes : ondanks de verhitte gemoederen moeten we geen enkele dode betreuren. Geen soldaat, geen ontmijner, geen Untaes-burger, geen lokale Serviër of Kroaat.

Hoe staan de lokale Serviërs en Kroaten eigenlijk tegenover de opgelegde reïntegratie ?

SCHOUPS : Er is een sentimenteel probleem. Hoe zullen Kroaten en Serviërs hier met elkaar omgaan ? Zullen ze als mens respect voor elkaar kunnen opbrengen ? Ik ben optimistisch : met de economische heropleving, meer werk en een beter schoolsysteem zullen die dingen vanzelf komen. Anderzijds kan de reïntegratie alleen slagen als ze massaal gebeurt. En doelgericht : wie naar Oost-Slavonië komt, moet weten wat hij hier zal komen doen. Een economische heropleving en heropbouw moeten de succesvolle reïntegratie ondersteunen.

Dat kost een pak geld.

SCHOUPS : En daarvoor moeten we bedelen bij de internationale gemeenschap. Op de donorconferentie in Zagreb van 6 december werd 930 miljoen frank beloofd voor de wederopbouw in Kroatië. Daarmee kunnen we hier al wat voort. Want werk aan de wederopbouw is er genoeg.

Dat kan onmogelijk geklaard zijn binnen de korte termijn van het mandaat.

SCHOUPS : Dat hoeft niet. De terugkeer moet gespreid zijn over vijf jaar. Een controlecommissie en vertegenwoordigers van organisaties voor mensenrechten moeten toezien op het goede verloop.

Er zou een plan bestaan dat de begeleide terugkeer van de Serviërs regelt.

SCHOUPS : Geen specifiek plan. Zoals ik ontplooiingsplannen voor mijn troepen heb, of een blauwdruk voor noodevacuaties, zo bestaat er ook een plan om het hoofd te bieden aan een massale vluchtelingenstroom. Het is een rudimentair plan. Met vijfduizend soldaten onder rantsoen kan je zo’n massale stroom hooguit gedurende enkele dagen voeden. Er is overigens geen enkele reden om te geloven dat er ooit zo’n stroom komt.

Wat is de rol van de traditional police forces (TPF) ? Zijn zij al rijp om de taak van het leger over te nemen ?

SCHOUPS : Op 1 november hebben ze, bijvoorbeeld, al schitterend werk geleverd door, met de hulp van generaal Loncar, de weg vrij te maken voor 2.500 Kroaten die de begraafplaatsen van hun familieleden wilden bezoeken. De TPF vatten hun werkzaamheden officieel pas op 12 september aan. Ze hebben op termijn een toekomst als de 40-40-20-verhouding tussen Kroaten, Serviërs en andere minderheden bereikt is. En als de politiemensen zich voor hun job interesseren, en niet voor persoonlijke vetes.

Is stabilisatie geen illusie, als u een leger nodig heeft om die te waarborgen ?

SCHOUPS : Ik geloof nog altijd dat het Untaes-mandaat makkelijk beëindigd kan worden. Maar zolang we er zijn, moeten we blijven tonen dat we waken. De veiligheid die we nu hebben, moeten we opleggen via een strenge houding. We moeten niet langs Beli Manastir of Bilje marcheren, maar dwars erdoor. En als Servische milities ons de toegang tot Bilje willen versperren, geven we in Belice een dorp vrij aan de Kroaten. De druk moet op de ketel blijven. We moeten niet vrezen dat het na ons vertrek zal ontsporen. Ook dan zal er een leger zijn. Het zal alleen het uniform van de Kroaten dragen.

Frank Demets

De Belgische blauwhelmen verrichtten degelijk werk in Oost-Kroatië, dat geleidelijk weer onder het gezag van Zagreb wordt gebracht.

Generaal Jozef Schoups : Het is mijn taak niet compromissen te sluiten, want elk compromis brengt de veiligheid van mijn manschappen in gevaar.

Oost-Slavonië moet weer op de internationale wegenkaart. Beeld : de Mjemcibruggen.

Een oorlogsprojectiel bleef onontploft steken in een boom langs de weg Borovo-Vukovar.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content