‘DE GELIJKENISSEN TUSSEN AL CAPONE & DONALD TRUMP ZIJN GRIEZELIG’

AL CAPONE MET ZOON 'Hij was een gezapige, lieve familieman én een wreedaardige killer. Een mateloos intrigerende combinatie.' © Hollandse Hoogte

Zelfs zeventig jaar na zijn dood kent iedereen gangster Al Capone nog. Biografe Deirdre Bair zocht zijn nazaten op, en kreeg het benauwd: ‘Het is net alsof de geschiedenis rondjes draait.’

Overal ter wereld kent iedereen maffiabaas Al Capone. Hij werd op 17 januari 1899 geboren als Alphonse Gabriel Capone in Brooklyn, New York. Hij beleefde zijn gloriejaren tijdens de drooglegging van eind jaren twintig. Eerst vanuit het Metropole Hotel en later vanuit het Lexington Hotel bouwde hij Chicago om tot een bijzonder lucratief rovershol. Capone controleerde er de illegale gokhallen, de prostitutie en de handel in alcohol en drugs. Hij draaide een winst van minstens 105 miljoen dollar cash per jaar en bouwde zijn misdaadsyndicaat uit tot een perfect geoliede onderneming. Op het toppunt van zijn roem gedroeg hij zich als een superster en gaf hij aan ‘bevriende’ journalisten interviews waarin hij een pocherige inkijk in de werking van zijn ‘Chicago Outfit’ gaf. Zo vertelde hij dat hij 185 mensen op zijn persoonlijke loonlijst had staan die hij elk 300 à 400 dollar per week betaalde. ‘Allemaal ex-gedetineerden en moordenaars, maar nu zijn het eerbare zakenlieden, even respectabel als de mensen die mijn spullen kopen en gokken in mijn speelhallen.’

Er zijn bibliotheken gevuld met boeken over het leven van Al Capone, maar aan geen enkele biografie werkten de nazaten van de mobster mee. Ze maakten een uitzondering voor Deirdre Bair, die op haar 81e geldt als de grande dame van de Amerikaanse biografie. ‘Ze gaven me voor het eerst vrije toegang tot het familiearchief.’ Het resultaat is het met veel oog voor detail geschreven boek Al Capone – Leven, legende en nalatenschap.

Waar komt uw fascinatie voor Al Capone vandaan?

DEIRDRE BAIR: Nou, die was er niet. De jongeman Andy Capone ving in zijn familie geruchten op dat zijn grootvader een onwettig kind van Al Capone was. Hij wilde weten of dat verhaal waar was, en vroeg aan een gemeenschappelijke vriendin of zij kon helpen om dat uit te zoeken. Die vriendin werkte ooit bij een uitgeverij, kwam bij mij op de thee en vertelde over Andy’s verzoek. ‘Geen idee hoe ik hem kan helpen’, zei ze. ‘Wat moet hij volgens jou doen?’ ‘Een privédetective inhuren’, was mijn advies. Ik wist zo goed als niets over Al Capone, behalve dan al die misdaadverhalen die elke doorsnee-Amerikaan kent. Zowat elke levende ziel op deze planeet weet dat Capone een afschuwelijke gangster en een bloeddorstige killer was. De zoektocht van Andy naar mogelijk verwantschap met de beruchte maffiabaas triggerde mijn nieuwsgierigheid. Ik begon stapels boeken over Al te lezen. Toen pas raakte ik écht gefascineerd door de figuur, en zocht ik contact met leden van zijn familie. Andy Capone weet intussen dat hij daar niet bij hoort. (lacht)

Waarna u besloot om Al Capones biografie te schrijven?

BAIR: Ik wilde de waarheid van de mythe scheiden. Een van mijn grote problemen was de overvloed aan informatie over de man. Elke hond met een hoed op heeft ooit over hem geschreven. Toen hij nog leefde, vond je in elke grote Amerikaanse stad stapels kranten en tijdschriften vol artikels over Al Capone. Iedereen had een mening over hem. Hij deed de kassa rinkelen, en als ze geen nieuwe harde feiten naar boven konden spitten, verzonnen ze die zelf wel. ‘Gisterenavond at hij in het restaurant om de hoek.’ Nee hoor, want hij zat toen in een andere stad te dineren. (lacht) De familieleden van Al Capone schilderden hun illustere voorvader af als een liefhebbende, charmante en bezorgde kerel. Zijn kleindochters Diane, Barbara en Theresa schetsten een beeld van de typische Italiaans-Amerikaanse familieman. Hij was bijzonder genereus voor zijn grote familie. Die complexe combinatie van gezapige, lieve familieman en wreedaardige killer intrigeerde me mateloos.

Zijn ouders waren eerstegeneratiemigranten uit het Italiaanse Napels. Al werd geboren in Brooklyn, maar verhuisde rond zijn twintigste naar Chicago. Waarom?

BAIR: Dat weten we niet precies. In Brooklyn stond hij bekend als een straatnozem. Op zijn veertiende was hij van school weggestuurd, toen hij in het laatste jaar van de basisschool zat. Hij gedroeg er zich als een pain in the ass. Het tragische is dat hij heel intelligent was, en een echt rekenwonder. Maar rond 1910 lieten leerkrachten de immigrantenkinderen links liggen. Ze haalden hun neus op voor die jongens en meisjes uit Oost- en Zuid-Europa. Volgens hen deugden Slovaken, Hongaren en Italianen voor geen millimeter. ‘Waarom zouden we aan die etters onze energie verkwisten? Ze groeien toch op voor galg en rad.’ De verhuizing van Al van Brooklyn naar Chicago was vermoedelijk een vlucht. Hij had de Ierse gangster Arthur Finnegan zwaar toegetakeld en volgens sommige bronnen zelfs gedood. Hij moest dus waarschijnlijk weg uit New York om zijn eigen vege lijf te redden, want de Ieren zinden op wraak.

Was hij lid van een New Yorkse gangsterbende?

BAIR: Nee, maar eens in Chicago werkte hij wel voor maffiabaas Giovanni ‘Johnny’ Torrio, Papa Johnny voor de vrienden. Torrio leidde geen echte gang, maar had allerlei mensen ‘in dienst’ met elk hun specialiteit, zoals afpersing of de illegale gokindustrie. Al Capone was een van Johnny’s ‘bedienden’. Torrio zal wel gezegd hebben: ‘Waarom verhuis je niet voor een paar jaar naar Chicago tot alles afgekoeld is?’ Al beheerde geld voor Torrio, want hij was betrouwbaar en was slim met cijfertjes.

Hij was Torrio’s accountant?

BAIR: Precies. In zijn hele leven heeft Al Capone maar één legale baan gehad, en dat was ook als boekhouder. Hij was misschien zelfs aan de juiste kant van de wet gebleven als zijn vader Gabriele niet zo jong gestorven was. Gabriele had een bloeiende kapperszaak en een kwakkelende gezondheid. Toen vader Capone in november 1919 aan een hartaanval bezweek, was Al net met het twee jaar oudere Ierse middenklassemeisje Mae getrouwd en zelf ook vader geworden. Hij had Mae leren kennen in de kartonfabriek waar hij werkte. Op zijn drie oudere broers Vincenzo, Raffaele en Salvatore kon hij niet rekenen om voor zijn moeder Teresa te zorgen. De weduwe had nog vijf kinderen thuis. Van de ene dag op de andere werd Al de kostwinner voor zijn moeder, zijn broers en zussen en zijn eigen gezin. Dat was het moment waarop hij zijn boekhoudersbestaan vaarwel zei, in dienst kwam van Johnny Torrio en naar Chicago vertrok.

In New York had hij dan misschien wel een legale job, maar een koorknaap was hij niet. Op het moment dat hij uit Brooklyn vertrok, noemde iedereen hem al ‘scarface’.

BAIR: Hij haatte die bijnaam. Het litteken in zijn gezicht was een gevolg van een cafégevecht. ‘U hebt een fraaie kont, juffrouw’, had hij tegen een vrouw gezegd. Haar broer kon er niet mee lachen en ritste met een mes of een gebroken fles over Capones gezicht. Later durfde niemand het aan om in zijn nabijheid het woord ‘scarface’ te laten vallen. Zijn kompanen wisten dat hij dan bijzonder gewelddadig werd.

In Chicago maakte hij snel carrière?

BAIR: Hij klom in een rotvaart op de ladder in Torrio’s organisatie. Hij verhuisde zijn hele familie naar Chicago en geen enkele Capone keerde ooit terug naar Brooklyn.

Echt lang duurde zijn glorietijd niet.

BAIR: Nee, en dat was voor mij een grote verrassing. Op zijn 25e had hij de hele wereld in zijn zak, en op zijn 29e was hij al op weg naar de cel. Amper vijf jaar lang was hij de koning van de onderwereld van Chicago. En toch is hij nu nog altijd the talk of the town.

Is dat omdat hij als killer zo’n bloedig spoor achterliet?

BAIR: Niet alleen daarom. Ik wik mijn woorden nu, maar hij was minstens even excentriek als onze nieuwe president Donald Trump. Al Capone is de uitvinder van de ‘spin’, u kent dat wel: de kunst van het verzinnen van ‘alternatieve feiten’. Tot voor kort dacht ik dat Capone op eenzame hoogte stond, de voorbije weken heb ik dat jammer genoeg moeten herzien: Trump steekt hem naar de kroon. (lacht)

Donald Trumps grote leermeester in de jaren zeventig was wijlen Roy Cohn, de advocaat van beruchte New Yorkse maffiosi zoals Carmine Galante, Tony Salerno en John Gotti.

BAIR: Dat is dan een extra verbinding tussen beiden. Net als Trump was Al Capone heel flashy, flamboyant, larger than life. Alle andere maffiosi leidden stille levens en meden de schijnwerpers, maar Capone zocht de aandacht op. Hij droeg absurde kledij, zoals banaangele en paarse kostuums, en hij was verzot op gigantische diamanten ringen en dasspelden. Hij mengde zich onder de jetset en liet het geld rollen. Twee derde van de politie van Chicago stond op zijn loonlijst. Hij betaalde journalisten royaal om positieve verhalen over hem te schrijven en creeerde zo zijn twintigste-eeuwse variant van breitbart.com. De stennis die hij in zijn tijd schopte, houdt hem tot vandaag alive and kicking. De Bulgaarse maffia heeft de manier waarop Capone de Chicago Outfit leidde grondig bestudeerd en brengt dat nu in de praktijk. De regering van Tadzjikistan heeft een postzegel laten drukken met zijn gezicht erop. Ze zijn allemaal grote fans. Capone was een geslepen vos. Aan de businessschool van Harvard University wordt een cursus gegeven waarin bestudeerd wordt hoe Al Capone zijn illegale zakenafdeling leidde. Hij had het zonder twijfel heel goed gedaan als ceo van een regulier miljoenenbedrijf.

Waren de late jaren twintig en de vroege jaren dertig van de twintigste eeuw even woelig als nu?

BAIR: De Amerikaanse samenleving was toen net zo diep verdeeld. Een kleine groep rijken werd niet geraakt door de Grote Depressie en bleef in het geld zwemmen, de rest van de Amerikanen had alles verloren en was straatarm. Al Capone beweerde dat hij voor de kleine man was, voor de gewone dompelaar. Hij presenteerde zich als een soort Robin Hood, organiseerde gaarkeukens voor mensen die honger leden, deelde bankbiljetten uit en stuurde kinderen naar school. Tegelijk maakte hij woekerwinsten met illegaal gestookte drank. In dat diep verdeelde Amerika had je plots die figuur van Al Capone die zonder scrupules in het openbaar de wet aan zijn laars lapte en er nog mee wegkwam ook. Hij was niet de enige die de wet overtrad: nog veel anderen stookten illegaal alcohol om door te verkopen. Maar zij leefden ondergedoken.

De droogleggingswet kwam uit de koker van oerconservatieve rechtse scherpslijpers. Vandaag wordt ons land geleid door vergelijkbare politici. Het lijkt alsof de geschiedenis rondjes draait, vindt u niet? In de jaren twintig en dertig vergaapte het hele land zich aan Al Capone, net zoals iedereen nu zit te staren naar Donald Trump, die andere brulboei die vroeger hard bezig was met het opstapelen van geld. Iedereen vindt hem fantastisch en houdt van hem. ‘De mensen’ hielden ooit ook van Al Capone, tot ze zich op een bepaald moment massaal tegen hem keerden en hij in de cel eindigde. We leven dus op hoop. (diepe zucht)

De gelijkenissen tussen de tijd van Capone en de huidige tijd van Trump boezemen u angst in?

BAIR: Heel erg veel zelfs. Ik demonstreer mee met de vrouwen en geef geld aan progressieve goede doelen. Ik word doodsbang als ik zie wat er aan de top van het land gebeurt. Het enige hoopgevende is dat steeds meer Amerikanen tegen hun nieuwe regering in het verzet gaan. Natuurlijk was de Grote Depressie veel ingrijpender dan de huidige. Tijdens de drooglegging probeerden mensen te overleven en hadden ze wat anders aan hun hoofd dan demonstreren tegen de overheid. In 1932 werd de progressieve president Franklin Roosevelt verkozen. Met zijn New Deal schonk hij ons een sociaal contract en introduceerde hij socialezekerheidsprogramma’s. Toen begon de oorlog, die ons helemaal uit de depressie trok. ‘Dankzij’ de oorlogsindustrie had iedereen tegen 1940 een job. Het afgrijselijke oorlogsscenario zorgde paradoxaal genoeg voor stabiliteit en bracht later weer welvaart in dit land. Maar op dit moment is er noch stabiliteit, noch welvaart. Dat is onrustwekkend.

Hoeveel mensen heeft Al Capone eigenhandig vermoord?

BAIR: Daar bestaat geen overeenstemming over. Zowat alle boeken die tot hiertoe over Capone verschenen, gebruiken dezelfde bronnen en toch komen ze tot uiteenlopende tellingen van de slachtoffers die hij eigenhandig gedood heeft. Er zijn twee uitersten: ofwel 18 à 25, ofwel 500. Ik durf er geen cijfer op te plakken. U mag kiezen: een stuk of 20 of een stuk of 500. (lacht) Al was erg begaan met zijn public relations en deed er alles aan om niet het imago van massamoordenaar te krijgen. Daarom lijkt het me logischer dat hijzelf ‘maar’ 18 mensen omlegde in plaats van 500. Uitbesteden aan onderaannemers lag meer in zijn aard. Toen hij op zijn veertiende de school vaarwel zei, kreeg hij van zijn vader een schoenpoetskistje cadeau. Pa Capone bracht zijn zoon naar een drukke straat in Brooklyn. De boodschap was duidelijk: ‘Vanaf nu, zoon, verdien je je kostje maar als schoenpoetser.’ Maar Al wilde zijn handen niet vuil maken, en hij verkocht zijn schoenpoetsdoos aan een andere jongen. Met de opbrengst huurde hij een groep straatjongens in die voor hem schoenpoetsertjes gingen afpersen. Wie geen problemen wilde, betaalde braaf zijn bijdrage aan Al Capone. Dat was het oerbegin van zijn leven als mobster.

Een van de beruchtste raids waar Capone verantwoordelijk voor was, is het bloedbad van Sint-Valentijn, waarbij zijn bendeleden in politie-uniform zes leden van een rivaliserende bende afmaakten. Capone zelf was toen niet in Chicago, hij was met vakantie in Florida.

BAIR: Hij genoot van de zon op het terras van zijn schitterende huis in Miami. Op 14 februari 1929 gaf hij er een groots feest voor alle lokale notabelen. De burgemeester, de commissarissen, hoofdredacteurs… Ze waren er allemaal. De drank vloeide bij beken. Al droeg zijn schitterende witte pak en ondertussen vond in Chicago de slachting plaats van zes leden van de concurrerende bende van de Ierse gangster George ‘Bugs’ Moran. Ze werden in een garage afgemaakt met machinegeweren. Het afgrijzen over dat bloedbad was groot en betekende het begin van het einde van Al Capone. De andere bendeleiders van Chicago zeiden dat ze wisten dat Capone het brein achter de slachting was. Want: ‘Nobody kills like Al Capone.’ De publieke opinie keerde zich tegen hem. De federale overheid wilde hem achter de tralies. Ze kregen hem niet te pakken voor de moordpartijen en zijn criminele activiteiten, maar wel voor belastingfraude: Al betaalde geen belastingen omdat hij naar eigen zeggen geen inkomen had. In 1931 werd hij gearresteerd.

Van Donald Trump wordt ook gezegd dat hij zijn belastingaangiften niet wil vrijgeven omdat dan zou blijken dat hij al jaren geen belastingen betaalt.

BAIR: De gelijkenissen tussen die twee zijn echt griezelig. De Amerikaanse fiscus ging niet langer akkoord met Capones uitleg dat hij geen cent verdiende. ‘Hoe kunt u dan 1000 dollar per week besteden aan delicatessen? Hoe betaalt u dan uw handgemaakte zijden ondergoed? Uw schitterende huis? Uw personeel? U leeft als een multimiljonair en toch beweert u geen cent te verdienen.’

Belastingontduiking werd toen bestraft met 2,5 jaar. Al kreeg van zijn rechter 11 jaar. De druk om hem op te sluiten was groot. Zijn proces was een aanfluiting: met wat aan bewijzen op tafel lag, had hij nooit zo’n zware straf mogen krijgen. Hij werd opgesloten in de gevangenis van Atlanta, waar hij zich ontpopte tot een voorbeeldgevangene in de hoop vervroegd vrij te komen. Na twee jaar werd hij overgebracht naar de nieuwe gevangenis op Alcatraz Island, vlak bij San Francisco. Ze probeerden van Capone het afschrikwekkende voorbeeld te maken dat misdaad niet loont. Maar op dat moment was hij al volop aan het dementeren als gevolg van de syfilis die hij rond zijn achttiende bij een hoertje had opgelopen. Hij gaf de ziekte toen ook door aan zijn vrouw Mae en zijn ongeboren zoon. In de gevangenis van Atlanta kreeg Al de eerste aanvallen. In Alcatraz had hij nog de verstandelijke vermogens van een tienjarige. De dementie werd zo erg dat ze hem vrijlieten. Hij trok zich terug in zijn huis in Miami, waar hij als gevolg van de syfilis op zijn 48e overleed.

Bent u tijdens het schrijven van uw boek sympathie gaan koesteren voor Capone?

BAIR: Eigenlijk wel. Ik heb een uitgebreide studie gemaakt over immigranten uit Zuid- en Oost-Europa in de VS, en zij hadden het erg hard te verduren. De miserie waarin de familie Capone ondergedompeld werd, geldt voor mij als verzachtende omstandigheid. Uit alle gesprekken die ik met zijn nog levende naaste familieleden had, komt Al naar voren als een liefhebbende echtgenoot, vader en grootvader. Zij vinden het lastig om de meedogenloze killer in hem te zien.

Zetten zijn nazaten zijn werk voort?

BAIR: Geen enkele Capone is in de misdaad actief. Sommigen zijn ondernemer, anderen dokter, nog anderen verdienen hun brood aan de universiteit. De Capones vormen een hechte, warme familie, wat typisch is voor Italiaanse immigranten van de derde en vierde generatie. Ze hebben het gemaakt en hebben uitstekende carrières uitgebouwd. Mocht Al een halve eeuw later geboren zijn, dan zat hij nu niet als die mythische moordende scarface in ons collectieve geheugen.

Deirdre Bair, Al Capone – Leven, legende en nalatenschap, Spectrum, 454 blz., 29,99 euro

Door JAN STEVENS

‘CAPONE BETAALDE JOURNALISTEN royaal om positieve verhalen over hem te schrijven. Hij creëerde de breitbart.com van zijn tijd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content