Martinus Muskens, de controversiële bisschop van Breda, ziet kansen voor de Kerk. ?We moeten heel open staan.?

Sedert 1994 is Dr. M.P.M. (Tiny) Muskens (1935) bisschop van Breda. Acht jaar lang fungeerde hij als hoofd van de Indonesische bisschoppenconferentie in Jakarta, nadien vele jaren als rector van het Pauselijk Nederlands College in Rome. Deze hoog kerkelijke loopbaan heeft echter niet het bekende wollige clericale product afgeleverd dat men zou verwachten. Martinus Muskens is een belezen en spits man die zich als bisschop van Breda in de kijker werkte met scherpe kritiek op het armoedebeleid, of het tekort eraan, van de Nederlandse regering. Als een waakhond volgt hij het beleid terzake van minister Ad Melkert voor Sociale Zaken. Breda-Noord heeft niet voor niets een bevolking waarvan vijftig procent afhankelijk is van een uitkering.

Waarom formuleerde u zo’n scherpe kritiek op de troonrede ?

MARTINUS MUSKENS : Vanuit het evangelie hebben we de taak om op te komen voor recht en rechtvaardigheid in de samenleving. Christus heeft daar voortdurend over gesproken, gezegd dat het Rijk Gods gerealiseerd wordt wanneer mensen zich bezig houden met armen en zieken. De jongste troonrede gaf op basis van economische gegevens een beeld van Nederland alsof alles hier ging als in de beste der werelden, terwijl er zoveel mensen zijn die het heel beroerd hebben. Ik vond dat het gewoon niet door de beugel kon dat daar helemaal geen aandacht voor bestond. Verschillende journalisten deelden die mening en zochten iemand die woordvoerder kon zijn van de oppositie tegen die eenzijdige presentatie van economische getallen. Die kans heb ik graag aangegrepen om te bewijzen dat de kerk voor die armen aanwezig is.

U deed dat in voor sommigen schokkende bewoordingen.

MUSKENS : Ik stelde dat iemand, die zo arm is dat hij echt niet meer kan leven, van Onze-Lieve-Heer gerust een brood mag pikken ; dat dit geen stelen is. Bezit is niet absoluut en wordt in onze samenleving onevenwichtig verdeeld. Iedereen moet minstens genoeg kleding, voeding en huisvesting hebben. Pas dan doet men recht aan het principe van de goede verdeling van goederen.

Is het de opdracht van een bisschop om zich te wagen aan politieke uitspraken ?

MUSKENS : We hebben scheiding van kerk en staat, maar we hebben geen scheiding van geloof en samenleving. Mensen van de politiek en mensen van de kerk interesseren zich voor dezelfde mensen en er kunnen zich dus situaties voordoen, waarin ze elkaar ontmoeten. Trouwens, wanneer het over de sociale leer van de kerk gaat, zijn de laatste pausen allemaal radicaal geweest. Maar die stellingnamen zijn altijd wat abstract. Dat wordt voorbereid door commissies en de paus geeft dan een document of een encycliek uit : allemaal nogal academisch. Het is veel riskanter als een bisschop of een priester zijn mond open doet over concrete situaties waarin hijzelf staat. Wanneer via de media een hele mooie kerkelijke brief bekend gemaakt wordt, ondertekend door het bisschoppencollege, dan zijn alle bisschoppen en tegelijk niemand verantwoordelijk. Dat komt niet over. Zet daar een gezicht bij, een persoon die zich presenteert om datzelfde standpunt te verdedigen in de media, en de boodschap tikt wel aan.

Maar zo’n figuren als priester Daens worden door de kerkelijke hiërarchie niet in de watten gelegd.

MUSKENS : Dat was in Nederland in die tijd ook zo met priester Alfons Arias. Die heeft ook nooit de vriendschap genoten van de aartsbisschop van Utrecht. De katholieke kerk in ons land zat toen in volle emancipatiestrijd, de samenleving was verzuild en dan komt zo’n man de rust verstoren. In die tijd luidde het antwoord op de eerste vraag van de catechismus nog : ?Wij zijn op aarde om in de hemel gelukkig te worden.? Pas in 1948 stelde dezelfde catechismus : ?Wij zijn op aarde om hièr en in het hiernamaals gelukkig te zijn.? Het is een hele geschiedenis geweest om de houding van de kerk te veranderen. Finaal heeft het Tweede Vaticaans Concilie van de jaren zestig de gehele kerkgemeenschap gemobiliseerd voor meer sociale rechtvaardigheid.

De huidige kerk moet ook wel wennen aan uw aanpak van jongeren.

MUSKENS : Dat geldt niet alleen voor de kerken, maar ook voor politieke partijen en sociale organisaties. De jeugd neemt het patroon van leven en doen van de vorige generatie niet over. Er komt een hele nieuwe cultuur op, in de volle breedte van de samenleving. Toch is de jeugd de toekomst. Ik heb de mogelijkheid geopperd om kerkgebouwen open te stellen gedurende de nacht. De jeugd leeft graag ’s nachts, vooral in het weekend. Het wordt algemeen erkend dat jonge mensen ook zoeken naar bezinning en verdieping, naar meer perspectief in het leven. Ze zien zoveel echtscheidingen om zich heen, elke middelbare school heeft wel een leerling die zich van het leven beroofd. Jongeren proberen dat te verdringen met drugs of discotheeklawaai. Ik noem dat versierde droefheid. De jeugd moet kansen krijgen, die aan hun cultuur aangepast zijn. Wanneer ze zich in de weekendnachten happy voelen en ze zoeken ook wat verdieping, dan moeten ze de kerken open vinden en dat is intussen al een paar keer gebeurd. Ze kunnen er zingen, dansen, teksten brengen,… ervaren dat er iets meer is in het leven dan consumptie. Het is een poging om hen iets te laten ervaren met hun hele lichaam. Niet alleen maar nadenken, ook ondergaan.

U wil ook het bidden anders inkleuren ?

MUSKENS : In de beste joodse traditie pleit ik voor huisliturgie. Ik heb lang in Indonesië gewoond en ben daar sterk onder de indruk gekomen hoe islamieten bidden met hun hele lichaam. Dat gaat dan veel dieper in de mens zitten. Monniken weten dat ook wel. Wij zijn opgevoed met op onze knieën zitten. De jeugd wil het lichaam, wil de zintuigen betrekken bij het gevoelsmatige. Dat lijkt iets heel nieuws, maar het is zelfs niet vreemd aan de bijbel. Jongeren nemen gewoon een oude draad op.

Zijn uw initiatieven niet bedoeld om de situatie te exploiteren voor een moreel reveil ?

MUSKENS : Ik gebruik het woord moreel reveil niet. Ik weet wat het evangelie van ons vraagt : we moeten niet alleen gehoorzaam zijn aan de autoriteiten, maar ook aan de situatie. Ik wil de jongeren slechts zeggen dat ze moeten blijven proberen om meer diepgang in hun leven te brengen. Dat ze verder moeten zoeken dan alleen maar rijk worden, genieten, carrière maken. Het evangelie, Christus, zijn daar een mogelijkheid voor, maar ik ga ze niet de hele waaier aan morele voorschriften van de kerk opdringen. Jonge mensen moeten eerst erkend worden in hun eigenheid en laat ze dan maar doen ; dan komen ze wel met vragen en gaan ze verder zoeken. We hebben pre-catechese nodig. Catechese is bestemd voor mensen die weten wat er met godsdienst aan de hand is. Bij pre-catechese denk ik aan die ontelbare religieuzen die zich in islamlanden aan ziekenverpleging wijden zonder dat er ooit één bekeerling komt, maar die door hun houding van belangeloze inzet veel niet-katholieke mensen aan het denken zetten. Veel van de initiatieven die ik neem, zie ik als een vorm van pre-catechese. Misschien komt er iets uit voort, ondertussen laat ik de Geest maar werken.

De kerk stond er nooit zo goed voor, beweerde u onlangs in een tv-talkshow.

MUSKENS : Mondiaal bekeken zijn er nog nooit zoveel mannen en vrouwen geïnvolveerd in het kerkelijk leven, ook niet in ons land. Vroeger waren wel veel meer mensen katholiek georganiseerd in boerenbonden, vakverenigingen, maar bij de kern van de zaak het kennen van het geloof om van daaruit het leven te betreden , zijn nog nooit zoveel mensen betrokken als nu. Dat maakt het draagvlak van de kerk groter dan ooit. Dat dwingt die kerk om zich de identiteit, de cultuur van elk land eigen te maken. Die vrouwen en mannen leven in die cultuur, daar hangt geen latijnse liturgie overheen, daar komt een geloofsbeleven en liturgie van onderaf. Dat brengt taal, emotionaliteit, nieuwe symbolen in de kerk. De synodes (kerkvergaderingen) per continent zijn niet te stoppen, op macroniveau gaat het ook die kant uit.

Hoe ziet u de verhouding met de niet-christelijke godsdiensten ?

MUSKENS : De Geest waait ook in andere godsdiensten. Origenes zei dat al in de tweede eeuw van het christendom en paus Paulus VI en het Tweede Vaticaans Concilie hebben dat herhaald. We staan dus in dialoog met andere godsdiensten, zoekend naar een gemeenschappelijke benadering of een vinden van God. De islam staat niet zo positief tegenover ons als het christendom als omgekeerd. Maar er is een principieel keerpunt geweest en we zijn samen onderweg met de andere godsdiensten om God te vinden. Dat kan volgens ons alleen via Christus, maar misschien steekt er meer van Christus in de andere godsdiensten dan we ons nu bewust zijn, of kunnen ook we de ogen van de anderen openen voor Christus’ aanwezigheid in hun midden. Alleen langs Christus geraak je bij God, maar er zijn vele wegen die naar Christus leiden. Die houding moeten we aannemen. We moeten niet op alles van tevoren antwoorden hebben en wegen afsnijden. We moeten heel open staan en naar de toekomst leven. Het blijft onze taak om Christus te brengen, maar we moeten daar heel anders tegen aankijken dan vroeger.

Tegen de leemten in het beleid van minister Melkert vormen de kerken samen met vrijzinnige humanisten een platform. Kan dat ?

MUSKENS : Wat we gemeen hebben met alle mensen, is het geweten. We kunnen gewetensvol nadenken over problemen, gemeenschappelijke uitgangspunten vinden om met de wereld om te gaan. Ook dat is een stelling van het jongste concilie.

Hoe definieert u het geweten ?

MUSKENS : Het is de meest intieme stem in de mens wanneer hij alleen is met zichzelf en met God. Vrijzinnigen zullen daar niet, zoals wij, ook God bij betrekken, maar het is een voldoende basis om met die mensen op te trekken.

Kerkelijk Vlaanderen aarzelt soms nog om de Nederlandse geloofsbroeders te contacteren.

MUSKENS : Men denkt soms dat de kerk in Nederland zeer vrijgevochten is tegenover die in Vlaanderen, maar het tegenovergestelde is soms waar. Ik heb hier de videoband liggen van een door de BRTN uitgezonden eucharistieviering, waarin alleen maar de consecratiewoorden volgens het boekje waren. Soms denk ik dat in Vlaanderen meer mogelijk is dan hier.

Toch bestaat er al heel wat uitwisseling tussen de Vlaamse en de Nederlandse kerk. Maar misschien moeten we nog meer bij elkaar over de vloer komen. De Oostenrijkse kardinaal Franz König zegt dat, nu we een verenigd Europa krijgen, er pas ruimte komt voor een gezonde Heimatliebe. Voor mij loopt die heimat van Groningen tot Brussel.

Staf Nimmegeers

Bisschop Martinus Muskens van Breda : geen wegen afsnijden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content