‘De EU geeft aan grens- en kustwacht een schamele 250 miljoen euro, terwijl de Amerikaanse kustwacht 32 miljard kost’

‘De grens- en kustwacht laten werken: dat kan nu meteen’, betoogde fractieleider Guy Verhofstadt van de Europese liberalen (ALDE) onlangs in een groot interview in De Standaard. ‘Als we poen bovenhalen’, zei hij. ‘We geven ze nu een schamele 250 miljoen euro, waarmee we de indruk wekken dat ze onze grenzen controleren. De Amerikaanse kustwacht kost 32 miljard euro!’

Klopt dat? Spenderen de Verenigde Staten aan een soortgelijke taak 128 keer meer geld dan Europa? Waar komen die cijfers vandaan?

De 250 miljoen euro waarnaar Verhofstadt verwijst, is het jaarbudget van het Europese grensbewakingsagentschap Frontex voor 2016. Dat bedroeg in totaal 254 miljoen euro, meer dan dubbel zo veel als in 2014 (98 miljoen euro).

Een peulenschil, tegenover wat de VS uitgeeft. ‘Die 32 miljard stamt uit de begroting van het U.S. Department of Homeland Security (2016) en is het resultaat van de laatste telling die onze staf heeft gemaakt’, zegt Verhofstadts woordvoerder Bram Delen. ‘Het grootste deel van dat bedrag gaat naar de kustwacht(10 miljard dollar) en naar douane en grenscontrole(13 miljard)’, verduidelijkt hij. ‘We hebben alleen de diensten op federaal niveau geteld, en die vergeleken met wat we op Europees vlak doen.’

Euro’s zijn geen dollars, en welke uitgavenposten je moet meerekenen voor een correcte vergelijking tussen Europa en de VS, valt te bediscussiëren. Maar de cijfers zijn onderbouwd.

Toch vergelijkt Verhofstadt appels met peren, zegt professor Sven Biscop (UGent), specialist in Europese veiligheid en defensie. ‘Hij wekt de indruk dat er behalve die 250 miljoen niets anders is.’ En dat klopt niet, zegt Biscop. ‘Frontex moet je begrijpen als een tweedelijnsorganisatie: ze ondersteunt de lidstaten bij een crisis, en kan extra mensen en materieel sturen, indien nodig. Maar het is aan de lidstaten zelf om hun grenzen te bewaken en verdedigen.’

Hoeveel die lidstaten daaraan alles samen uit hun nationale budgetten spenderen, is nergens berekend, zeggen de experts met wie we contact opnamen. ‘Dat is ook niet eenvoudig’, zegt Biscop. ‘Elke lidstaat organiseert zich anders. Bij sommige is de politie bevoegd, bij andere Defensie en/of de douane, bij weer andere een aparte grenspolitie.’

De optelsom is ‘zo goed als zeker’ een veelvoud van het Frontex-budget, maar niemand wil zich aan een schatting wagen. ‘Het zal geen 32 miljard zijn’, zegt Biscop. ‘Maar toch miljarden’, denkt politiek econoom Sebastiaan Wijsman (KU Leuven), die onder meer de overheidsuitgaven van de Europese Unie en haar lidstaten bestudeert. ‘De kostprijs, bemanning en onderhoud van het Belgische fregat Louise-Marie (dat in november vorig jaar 172 mensen redde voor de Libische kust, nvdr.) is in die 250 miljoen van Frontex bijvoorbeeld niet verrekend’, zegt hij.

Wat de lidstaten met eigen middelen doen, moet je erbij tellen voor het totaalplaatje. Een fregat wordt boekhoudkundig afgeschreven over meerdere jaren – het komt dus niet volledig in een jaarbudget terecht. Maar zo’n nieuw schip kost een half miljard euro, en die moet ergens vandaan komen. ‘Ook de helikopters van onze Basis Koksijde kunnen worden ingezet, en soms houden onze onbemande vliegtuigen toezicht op zee’, zegt de woordvoerster van minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). ‘Van wat die opdrachten kosten, bestaat geen kant-en-klare berekening. Ze zijn ook niet gescheiden van andere missies. Ze zijn simpelweg een onderdeel van de taak van Defensie.’

Een andere indicatie van wat lidstaten aan kust- en grenscontrole uit eigen zak betalen, geeft Mare Nostrum. Die zoek- en reddingsoperatie in en boven de Middellandse Zee uit 2013-2014 kostte Italië volgens The Guardian 9 miljoen euro per maand. In totaal meer dan 114 miljoen euro, zei toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Angelino Alfano eind oktober 2014, toen Frontex Mare Nostrum op veel kleinere schaal overnam met operatieTriton.

‘Ihre Papiere, bitte!’

Is Verhofstadts vergelijking dan niet misleidend?

Geenszins, riposteert woordvoerder Bram Delen. ‘De EU heeft een interne markt met vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal. Als een niet-EU-burger op de luchthaven landt in Parijs en Frankrijk binnen is, heeft hij ook vrije toegang tot de Schengenzone (die omvat de 22 EU-lidstaten plus IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein, nvdr.). Wie dus met een bootje uit Turkije aankomt in Griekenland, is de facto in de EU en virtueel in Stockholm. Elke eurocent die de lidstaten spenderen aan interne grensbewaking tussen henzelf en een andere lidstaat, is een nutteloze uitgave: ze hebben de bevoegdheid niet meer om daar iemand tegen te houden.’ Dat geld zouden we maar beter gebruiken om de Europese buitengrenzen te bewaken, zegt Delen. ‘Want daarin schieten we nu te kort. We weten dat het gros van de vluchtelingen en migranten via Griekenland en Italië komt, maar we zeggen tegelijk dat die landen hun plan moeten trekken met hun nationale grensbewaking. Dat is niet fair en niet efficiënt. En meteen de essentie van de vergelijking die Guy Verhofstadt in de krant maakte.’

We moeten volgens Delen niet van vandaag op morgen naar 32 miljard. ‘Maar stap voor stap moeten we die grens- en kustwacht nu wel opbouwen. Zodat al wie daar aankomt fatsoenlijk en op een menselijke manier wordt geregistreerd, opgevangen en al dan niet teruggestuurd of doorverwezen naar een andere lidstaat.’

Wellicht door EU-officials, dan? Dat is voorlopig niet meer dan een wensdroom van federalisten, zegt professor Europese politiek Hendrik Vos (UGent). ‘Dat we de Europese grens- en kustwacht “nu meteen” kunnen laten werken, zoals Verhofstadt zegt, is onwaar. En geen kwestie van geld, zoals hij laat uitschijnen, maar van politiek. In het licht van het vrije verkeer van personen binnen de Schengenzone lijkt het, inderdaad, logisch om de buitengrenzen gemeenschappelijk te bewaken. Maar geen enkele lidstaat wil die bevoegdheid graag overdragen aan Europa. Landen willen hun grenzen zelf kunnen blijven controleren.’

Als er een echte Europese grenswacht zou bestaan, schetst Vos, zou het kunnen dat we na een reis in Thailand terug in Zaventem komen en niet aan een Belg, maar aan een Duitser of een Roemeen onze papieren moeten laten zien. ‘Zouden we het ook niet vreemd vinden als er in Blankenberge plots een Litouwer of een Bulgaar patrouilleert, als onderdeel van zo’n Europese grenswacht?’

Zo’n grenswacht is in die zin te vergelijken met de inlichtingendiensten of het leger, zegt Vos. ‘Iedereen beseft wel dat het veel rationeler en efficiënter zou zijn om alles samen te voegen. Maar tegelijk vinden alle landen dat een te grote inbreuk op hun soevereiniteit. Daar draait het om.’

Volgens de International Organisation for Migration (IOM) van de Verenigde Naties kwamen er tijdens de eerste vier weken van 2017 via de Middellandse Zee ruim 3800 migranten en vluchtelingen naar Europa — twee derde arriveerde in Italië, één derde in Griekenland. Dat is twaalf keer minder dan in dezelfde periode in 2016, toen het er ruim 48.000 waren. Maar het geschatte aantal mensen dat bij die oversteek het leven liet, ligt nu wel hoger: van 1 tot 25 januari vielen 246 doden, tegenover 210 doden in dezelfde periode vorig jaar.

CONCLUSIE

Knack beoordeelt de stelling als grotendeels waar. De cijfers die Guy Verhofstadt citeert, kloppen ruwweg. Maar de vergelijking die hij schetst, is onvolledig en overdreven.

Europarlementslid Guy Verhofstadt (ALDE) in ‘De Standaard’GROTENDEELS WAAR

‘Zouden we het niet vreemd vinden als er in Blankenberge plots een Bulgaar patrouilleert?’ (Hendrik Vos)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content