Van alle Vlaamse partijen worstelt de SP het meest met haar theorie. De meeste kritiek daarop komt van links.

Rond het SP-hoofdkwartier wordt tegenwoordig vaak in het donker gefloten. Uit de partij komen tegenstrijdige geruchten over de verwachtingen die haar tenoren koesteren voor 13 juni aanstaande. Zo blijven, bijvoorbeeld, nog altijd die berichten nazinderen over een niet publiek gemaakte opiniepeiling van begin dit jaar. De enquête voorspelde de Vlaamse sociaal-democraten een score van een 15 procent, een kwart minder dan haar resultaat van vier jaar geleden, de wonderscore van Louis “uw sociale zekerheid” Tobback van 1995. Het ontbreekt de SP nochtans niet aan electorale ambitie; straks wil ze 900.000 stemmen binnenhalen, dit is (voor de Kamer) ruim 100.000 meer dan de vorige keer.

De partij zou wel graag een beetje dankbaarheid krijgen. Want, zo laat ze uitschijnen, dankzij haar is de sociale zekerheid ongeschonden door de gestrengheid van de Maastrichtnorm gekomen. Willen de CVP en premier Jean-Luc Dehaene de intrede van België in Euroland op hun conto schrijven, goed, maar de begrotingssanering die daarvoor de voorwaarde was, is sociaal zonder al te veel brokken verlopen en dat mag ook wel eens onderstreept worden.

CVP-voorzitter Marc Van Peel meent in zijn goed-nieuws-show dan weer dat de werkloosheid eigenlijk geen probleem van de eerste orde meer hoeft te zijn. De SP vindt van wel. Ze wil tegen begin 2003 het aantal werklozen halveren en stelde haar precampagne alvast in het teken van de gegarandeerde “startbaan” waarmee elke jongere na zes maanden werkloosheid al enige arbeidservaring moet kunnen verwerven. Het onuitgesproken verschil in prioriteiten qua werkgelegenheid tussen de twee regeringspartijen ligt erin dat de sociaal-democraten niemand uit de boot willen laten vallen, nu het economisch wat beter gaat.

En dat risico zit er met name in voor laaggeschoolden. Die dreigen zich in de werkloosheid te nestelen, terwijl vele anderen uit het arbeidsproces worden gestoten, met als gevolg dat België een relatief lage werkgelegenheidsgraad kent. Maar, zo vindt de SP luidens haar slogan voor 13 juni, de toekomst is van iedereen. Versta: dus niet alleen van hen die meteen, bijvoorbeeld dankzij een goede scholing, een vliegende start in het leven kunnen nemen. Het is overigens een slogan waarmee haar Nederlandse zusterpartij PvdA een jaar of vijftien geleden al eens naar de verkiezingen trok.

CONSEQUENT MAAR HARTELOOS

Vooral op haar linkerzijde heerst veel scepsis over de vraag of de SP wel degelijk het alternatief kan zijn voor een naar afbraak van de welvaartsstaat tenderend neoliberalisme. Vooreerst weegt op de partij nog altijd een erfzonde die, zolang ze niet is uitgeklaard, haar moreel gezag ondermijnt: Agusta.

Zo is de open brief van acht kritische linkse intellectuelen van anderhalve maand geleden hard aangekomen. De ondertekenaars vonden dat de SP maar eens in het reine moesten komen met de Agusta/ Dassault-affaire. Als ze daarover al iets wíllen zeggen, laten boegbeeld Tobback en voorzitter Fred Erdman immers nooit na te benadrukken dat er daarover wel een juridische waarheid bestaat – de veroordeling door het Hof van Cassatie -, maar dat zij terzake wel een eigen, “intieme overtuiging” koesteren. Het klopt dat Cassatie die flou zelf heeft gecreëerd maar de stelling van de SP-top, dat hij van tevoren nooit wat heeft afgeweten van het aanbod van corruptiegeld door wapenboeren, schijnt op veel achterdocht te stuiten.

Die open brief volgde op een andere, waarin een vijftiental prominenten allerlei, als gevolg van het Agusta-verdict, openlijk betreurden dat ze zich in 1995 hadden geschaard achter de campagne “De SP is nodig”. Het heette toen dat het pas opengebarsten schandaal niet mocht worden misbruikt om de sociaal-democratie in scandalitis ten onder te laten gaan. “Zwarte zondag” 1991 lag toen nog verser in het geheugen, de gewenning aan de electorale Vlaams-Bloksuccessen was nog niet zo groot. Of, zoals wel vaker wordt verondersteld, die campagne veel potentiële Agalevkiezers dan toch naar de SP heeft gedraineerd, valt evenwel erg moeilijk te bewijzen.

De sfeer was toen ook anders dan nu. Wat daar sindsdien nog bijkwam, is vooral het zowel als consequent als als harteloos omschreven beleid van de opeenvolgende socialistische ministers van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte, Louis Tobback en Luc Van den Bossche. Het is een beleid dat, met een term die indertijd voor de PvdA-politiek in Nederland is gebruikt, getuigt van nieuw-flinksheid, het kordate en zo nodig repressieve hanteren van de wet, in dit geval ten aanzien van asielzoekers en illegalen. Daarin passen het strenge uitwijzingsbeleid, met de ontsporing in het Sémira Adamu-drama, de uiterste terughoudendheid om sans-papiers te regulariseren, tot de zakenjets die vandaag met uitgeprocedeerden richting Afrika vertrekken.

De term die de SP centraal stelt in haar veiligheidsbeleid is “respect”. Daarmee bedoelt ze niet alleen het respect dat mensen bijvoorbeeld voor elkaar moeten opbrengen, maar ook het respect voor de wet met, zo nodig, een lik-op-stuk-beleid ten aanzien van wie die aan zijn laars lapt. Sociaal-democratische partijen hebben er altijd naar gestreefd om de door sociale en economische ongelijkheden bedreigde maatschappelijke cohesie in stand te houden. In dat kader lijkt de SP zich steeds uitdrukkelijker op een (democratisch overigens perfect te verantwoorden) legalistisch standpunt te stellen: door zich te beroepen op de wet. Veel van haar verkiezingsmateriaal is daarvan doordrenkt. Het kwam ook tamelijk spectaculair tot uiting in de zogeheten afbraakpolitiek van minister van Ruimtelijke Ordening Steve Stevaert.

VEILIGHEID IN SOORTEN

In het jongste nummer van het VMT – een blad waarvan pas na enig zoeken blijkt dat die afkorting staat voor Vlaams Marxistisch Tijdschrift – suggereert de aan de Universiteit van Amsterdam verbonden wetenschapper André Mommen een andere verklaring voor de nadruk op dat “securitaire” aspect. De veiligheid op straat zou voor de SP het alternatief zijn voor een andere vorm van veiligheid die ze niet meer echt kan garanderen: de sociale. Niet alleen zou een nationale staat niet meer in staat zijn om een sociaal beleid te voeren, bovendien meent Mommen dat “het ontbreken van enige analyse van de structurele problemen van de huidige welvaartsstaat symptomatisch is voor het socialistische denken vandaag”. Als alternatief daarvoor kwam een soort populisme, dat deze of gene bevolkingscategorie snoepjes belooft, gratis bussen op zijn Hasselts bijvoorbeeld. Of, zo men wil, een zorgverzekering die populair aan de man wordt gebracht als “een gratis poetsvrouw voor 65-plussers”.

In het recentste nummer van het tijdschrift Samenleving en Politiek brengen Frank Vandenbroucke, SP-lijsttrekker bij de Europese verkiezingen, en Mark Elchardus, de officieuze ideoloog van de partij, een impliciet antwoord op die kritiek met bijdragen over de al veelbesproken “derde weg”. Daarmee zou een nieuwe sociaal-democratie een uitweg zoeken tussen oud-links van het etatisme en nieuw-rechts van het neoliberalisme. Elchardus waarschuwt voor de “electorale kolder” die dreigt als niet wat nauwkeuriger wordt omgesprongen met deze term.

Vandenbroucke benadrukt de ideeën die hij ook in zijn doctoraal proefschrift ontwikkelde op basis van de Angelsaksische egalitaristische rechtvaardigheidstheorieën. Daarin staan ethiek en vooral verantwoordelijkheid centraal. Dan gaat het niet alleen om de plicht tot engagement van wie voordeel haalt uit sociale herverdeling, maar ook om de plicht tot solidariteit van wie beter af is. Dat knoopt dan weer aan bij een beginsel dat de SP op haar ideologisch “Toekomstcongres” in mei vorig jaar zo sterk in de verf zette: het waardensocialisme. Op grond van het Tina-beginsel (there is no alternative) werden de op structuren gerichte mechanismen van Marx of Keynes toen als dogma’s verketterd en kwam de ethiek van rechten en plichten in de plaats. Maar de theorie is één zaak, de praktijk een andere. Pas op 14 juni kan blijken of de SP daarvan ook wat kan tonen.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content