Bart Cornand

Jazz probeert steeds weer zichzelf uit te vinden. Dat heeft ook de moeder van de Belgische jazzfestivals begrepen. Naast klassieke jazz programmeert Middelheim nu ook dansbare muziek. Maar de echte vernieuwing komt van een nieuw rietinstrument: de aulochrome.

Weekendbijlagen. WAP-gsm’s. Vincent Van Quickenborne. Sommige vondsten zijn een verdienstelijke poging om het leven aangenamer te maken, maar meestal zijn ze gemaakt om vergeten te worden. Met de sax ging het bijna die kant op. Toen Adolphe Sax in 1842 zijn eerste saxofoon voorstelde, werd de instrumentenbouwer uit Dinant door muziekcritici en dirigenten weggelachen. Een doodgeboren kind, heette het, rijp voor de vergetelheid. De enigen die er het potentieel van inzagen, waren de componisten Hector Berlioz en Gioacchino Rossini.

Ruim 160 jaar later is ook de rest van de wereld bijgedraaid. Behalve één Belg, die bleef zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor rietblazers. Twintig jaar lang werkte François Louis, gerenommeerd producent van saxofoonmondstukken, aan een variant op de sopraansaxofoon, die komaf zou maken met het beperkte bereik van het instrument én met het idee dat je op een sax maar één noot tegelijk kunt spelen. Op Jazz Middelheim, dat van 13 tot en met 17 augustus in het Antwerpse Park Den Brandt plaatsvindt, wordt Louis’ aulochrome eindelijk aan het Belgische jazzpubliek voorgesteld.

EEN MOND VOL SAX

Het lijkt wel alsof Middelheim voor zijn 24e editie een nieuw elan heeft gevonden. Het festival programmeert natuurlijk al jaren akoestische jazz van wereldniveau, maar verwijten van elitarisme en traditionalisme waren niet van de lucht. Daarom gooien de programmatoren de komende dagen ramen en deuren open. Aan klassieke degelijkheid geen gebrek, met bands als het kwartet van Toots Thielemans, het Michael Brecker Quartet en het Brussels Jazz Orchestra met als gastsaxofonist Dave Liebman. Maar voor het eerst bieden ze in Antwerpen ook allerlei dansbaars aan, van John Scofields Uberjam-funk, via de elektronica van Bugge Wesseltoft, tot een Radio 1 African Dance Night in het Zuiderpershuis en dance met Studio Brussel in Café Local aan de Waalse Kaai. De plotselinge concurrentie van het Gentse Blue Note Festival, dat sinds twee jaar zowel klassieke jazz als de mix met dansmuziek brengt, is daar wellicht niet helemaal vreemd aan.

De grootste vernieuwing krijgt u echter op donderdag 14 augustus te zien, met het Fabrizio Cassol Special Aulochrome Project. Een mond vol, en dat mag u letterlijk nemen. Cassol, voorman van de Belgische jazzband Aka Moon, demonstreert voor de gelegenheid het nieuwe instrument van ontwerper François Louis: de aulochrome. Stelt u zich het instrument voor als twee aan elkaar gelaste sopraansaxofoons met een breed mondstuk. Vergelijkingen met een Griekse dubbelfluit zijn onvermijdelijk, maar wie in Park Den Brandt pastorale taferelen verwacht, kunnen we geruststellen.

‘Ik beschouw de aulochrome niet zozeer als een verlengstuk van de sopraansax, maar als een nieuw instrument zonder beperkingen’, zegt uitvinder François Louis. ‘Mijn idool onder de saxofonisten was Sonny Rollins. Hij werkt veel met boventonen. En daar zit het ‘m: op een saxofoon kun je zo hoog spelen als je maar wilt – of toch zo hoog als de technische kunde van de muzikant het toelaat. Maar in de lage tonen ben je beperkt door de lengte van de pijp. Die beperking werd een obsessie voor me.’

Louis vond de oplossing in de orgelbouw, waar ze een oplossing bedachten waarmee heel lage noten kunnen worden gespeeld zonder dat de orgelpijpen door het kerkdak hoeven te steken. ‘Om het kort uit te leggen: door de combinatie van twee noten kun je als muzikant een lage, virtuele noot creëren. Als je twee gelijke noten speelt, waarvan er één bewust een beetje vals klinkt, zorgt het verschil in de frequenties voor een luidere, pulserende toon. Dát is een virtuele noot’, aldus Louis. ‘Toen had ik door wat dat voor de saxofoon kon betekenen. Als ik een instrument met een dubbele pijp zou kunnen bouwen, zou ik het lage register enorm kunnen uitbreiden. De truc was dus om een instrument te maken waarop je twee noten tegelijk kunt spelen.’

De doorbraak kwam er voor Louis toen hij in 1993 saxofonist Fabrizio Cassol over de vloer kreeg. Of het technisch haalbaar was om een polyfonische saxofoon te bouwen, een waarop je verschillende noten tegelijk kon spelen, wou Cassol weten. Met een ingenieus kleppenmechanisme, dat het mogelijk maakt om beide pijpen apart of samen te bespelen, breidde de man uit Ciplet niet alleen het bereik van de nieuwe sax, maar ook de harmonische mogelijkheden uit. De aulochrome werd het eerste polyfonische blaasinstrument ooit.

ÉéN PROTOTYPE

Liefhebbers van klassieke muziek kregen het instrument al eens te zien tijdens het slotconcert van Ars Musica 2003, waarvoor Philippe Boesmans speciaal een aulochromecompositie had geschreven. Volgende week zijn dus de Belgische jazzliefhebbers aan de beurt. Bij de presentatie op het North Sea Jazz Festival in Den Haag verdrongen de saxofonisten zich om Cassol en ‘zijn’ aulochrome aan het werk te zien. Topmuzikanten als Lee Konitz, Chris Potter en Joshua Redman raakten niet uitgepraat over de mogelijkheden van de aulochrome. En steeds viel dezelfde vraag: of ze er vandaag een konden bestellen, alstublieft.

Het probleem is dat er momenteel maar één prototype van bestaat. Joe Lovano, een van ’s werelds grootste tenoristen en zowat de peter van de aulochrome, heeft het instrument al uitgeprobeerd. ‘Dat instrument is een wetenschap op zich’, aldus Lovano. ‘Je kunt het niet zomaar even oppikken en een standard spelen. Ik beschouw het als een blaasinstrument, niet zozeer als een saxofoon. Eindelijk kun je als blazer een dialoog met jezelf aangaan, zoals bij de eerste piano’s. Zodra dit ding in productie gaat, schaf ik me er een aan en sluit ik mezelf enkele maanden op.’

Toots Thielemans (13/8)

Naar goede gewoonte opent de peter van Jazz Middelheim het festival. Zeer benieuwd hoe hij zijn stempel zal drukken op de tegendraadse big band Flat Earth Society. Toots sluit de eerste avond bovendien in kwartet af, met pianist Kenny Werner, gitarist Oscar Castro-Neves en meesterpercussionist Airto Moreira, een oude cohort van Miles, Weather Report, Chick Corea en Herbie Hancock.

Michael Brecker Quartet (14/8)

Zijn broer, trompettist Randy Brecker, treedt dezelfde dag aan in Park Den Brandt, maar of we een reünie van The Brecker Brothers krijgen, is lang niet zeker. Geen paniek: Michael Brecker blijft een van de belangrijkste tenorsaxofonisten van zijn tijd, en brengt naast pianist Joey Caldorazzo ook de fantastische ritmesectie van Chris Mihn Doky (bas) en Jeff ‘Tain’ Watts (drums) mee.

Andrew Hill Big Band (15/8)

Als een van de meest vernieuwende pianisten van de jaren ’50 en ’60 deelde Hill het podium met Charlie Parker, Miles Davis, Eric Dolphy en Sam Rivers. Zijn eerste big band-project gooide vorige maand hoge ogen op het Haagse North Sea Festival.

Fred Hersch Trio (16/8) en Bill Mays (17/8)

Met zijn jongste cd, Live at the Village Vanguard, leverde pianist Fred Hersch een van de sterkste cd’s van 2003 af. De gewezen begeleider van Toots Thielemans brengt ingetogen jazz met een klassieke ondertoon. ’s Anderdaags kunt u naar zijn iets melancholischer collega Bill Mays, die ook al een verleden bij Toots heeft. Zoek de vijf verschillen.

Net voor Belgiës beste big band, het Brussels Jazz Orchestra, kunt u genieten van het kwartet van Philippe Aerts. De Brusselse bassist heeft een van de rondste tonen aan deze kant van de oceaan en brengt in het zog van de cd Back to the Old World drie meestermuzikanten mee: trompettist Bert Joris, tenorsaxofonist en goeroe van de Belgische jazzscène John Ruocco, en drummer Tony Levin.

Bart Cornand

Twee aan elkaar gelaste sopraaNsaxofoons met een breed mondstuk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content