Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Op 16 juli kiest de Algemene Vergadering van het IOC in Moskou een nieuwe voorzitter. Jacques Rogge doet een gooi naar het hoogste sportambt.

Niet dat we Jacques Rogge willen ontmoedigen, maar de vorige Belg die de leiding had over een internationale toporganisatie was Willy Claes. Hij speelt nu piano bij Koen Crucke.

Sta ons toe voor één keer met een persoonlijke noot te beginnen. Jacques Rogge is sinds zes jaar lid van het Forum van Knack, voorheen De Kroonraad. Uw dienaar heeft hem dan ook vrij goed leren kennen, en is van bewondering voor Rogges briljante verstand meermaals steil achterovergevallen. Wij zijn dat niet gewoon bij Knack.

Die Kroonraad- of Forumgesprekken gaan als volgt. De week voordien bellen wij Yasmien Braeckevelt, secretaresse en rechterhand van Rogge, in wier ogen elke man graag een bad zou nemen. Of zij kan vertellen waar de dokter zich op zaterdag zal bevinden? In Zuid-Afrika! Dat was soms ook Argentinië of Australië, een keer Kirgizië, dan weer Senegal of Guadeloupe. Of Tibet. Maar nemen we nu Zuid-Afrika. En de dagen voordien in Botswana en Namibië.

Ondergetekende : ‘Ai, dat zal dan niet gaan.’

Yasmien : ‘Hoezo, dat zal niet gaan ? Bent u niet vrij zaterdag ? Wacht, ik kijk even. Dokter Rogge heeft vrijdagavond een diner in Bloemfontein, maar dat zou tegen halfelf afgelopen moeten zijn. Laten we aannemen dat het een kwartiertje uitloopt, van de banketzaal naar zijn hotel is het tien minuten rijden, misschien toch even verfrissen, met dat deel van Zuid-Afrika is er een tijdsverschil van één uur, weet u wat : bel hem om kwart over tien Belgische tijd op. Ik geef u nu het nummer van zijn hotelkamer : 00 voor de internationale lijn, 27 voor Zuid-Afrika…’

Ondergetekende : ‘Ja maar, dat bedoel ik niet. Ik kan wel zaterdagochtend…’

Yasmien : ‘Ha, had dat dan gezegd. Zaterdagmorgen moet dokter Rogge na het ontbijt, dat zal duren van halfacht tot veertien voor acht, naar een medische vergadering in Bothaville. Hij reist met de trein naar Kroonstad, en vandaar neemt hij de bus. Maar die vertrekt pas drie kwartier na aankomst van de trein. Als u hem dus om vierentwintig over acht Belgische tijd belt in het busstation, kunt u in alle rust uw gesprek voeren. Ik geef u het telefoonnummer van het busstation. 00 voor de internat…’

Ondergetekende : ‘Ja maar mevrouw Braeckevelt, als hij de hele week in zuidelijk Afrika zit, weet hij toch niet wat er hier gebeurd is ?’

Yasmien : ‘Zeg vriend, wat is het nu ? Schrijf ik u op voor zaterdagochtend of niet ? Beslis nu.’

Ondergetekende : ‘Top.’

En geloof het of niet, op zaterdagochtend nam Rogge in het busstation van Kroonstad zelf de telefoon op : ‘Ha, u bent stipt op tijd, daar houd ik van.’ Waarna hij een buitengewoon scherpe analyse gaf van de Wetstraatperipetieën van de voorbije week, plus enkele onverwachte ontwikkelingen in Azië en Zuid-Amerika. Compleet met data van verdragen, namen van betrokkenen, en historische verbanden. In het begin gingen wij alles in de universiteitsbibliotheek natrekken, omdat wij niet geloofden dat Rogge dat allemaal uit het blote hoofd kon weten. Maar telkens weer bleek hij het bij het rechte eind te hebben gehad.

Het spreekt voor zich dat een man als Rogge de geknipte kandidaat is om het Internationaal Olympisch Comité (IOC) te leiden. Alleen moeten ze dat buiten België ook beseffen, waar ze mogelijk verlokkingen moeten weerstaan van andere kandidaten met minder verstand, maar ook met minder scrupules. Om te weten voor welke grote opdrachten de nieuwe voorzitter staat, hebben wij ons oor te luisteren gelegd bij Guido De Bondt, secretaris-generaal van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC), met wie wij een kleine tour d’horizon hebben gemaakt. Daaruit selecteerde uw dienaar, naar zijn eigen spreekwoordelijke scherpe inzicht, tien taken voor Rogge.

Taak 1: win de verkiezing

De kansen van Rogge worden in het algemeen vrij hoog ingeschat, al zijn er geruchten dat de Koreaan Un Yong Kim zich al verzekerd heeft van veertig tot vijftig stemmen. Dat is al bijna de benodigde ‘helft-plus-één’. Kim is de man die als voorzitter van de Internationale Taekwondo Federatie begin jaren tachtig de aanzet gaf tot de World Games, de Spelen voor niet-olympische sporten, waarvan er inmiddels al heel wat door het IOC zijn gerecupereerd. Gelukkig heeft Kim, naast veel macht en dus veel schatplichtigen, ook veel tegenstanders, en is zijn reputatie geschaad door het schandaal rond de toewijzing van de Winterspelen 2002 in Salt Lake City. Het zou kunnen dat al wie niet al in de eerste ronde voor Kim stemt, dat ook nadien niet zal doen. Er zijn 120 stemgerechtigden en maximaal vier stemronden. Als niemand de helft plus één van de stemmen behaalt, valt de kandidaat met de minste stemmen af. Men verwacht dat dat in eerste instantie de Amerikaanse Anita Defrantz en de Hongaar Pal Schmitt zullen zijn, en dat Kim in de slotstemming te maken krijgt met Jacques Rogge of de Canadees Dick Pound.

Belangrijk is hoe voordien de toewijzing van de Olympische Spelen in 2008 zal verlopen. Daarvoor zijn vijf kandidaten: Peking, Toronto, Parijs, Istanbul en Osaka. Die laatste twee maken om technische redenen weinig kans, en of men het risico zal nemen om met Peking opnieuw naar politieke moeilijkheden te zeilen, is twijfelachtig. Omdat in 2004 met Athene al een Europese stad is uitverkoren, zou Toronto, dat een sterk dossier heeft ingediend, weleens met de eer kunnen gaan lopen. In dat geval hebben de Canadezen hun deel gehad. Dat ze twee dagen later ook nog de voorzitterssjerp in de wacht zouden slepen, zou te veel van het goede zijn.

Rogge maakt dus een goede kans, maar insiders weten dat er in laatste instantie veel bedisseld kan worden. De manier waarop Sepp Blatter er drie jaar geleden in Parijs in slaagde om tot veler verrassing voorzitter van de wereldvoetbalbond FIFA te worden, mag wat dat betreft een waarschuwing zijn. In het IOC is ook niemand vergeten hoe op het congres van Baden-Baden Seoul plotseling met de Spelen van ’88 ging lopen. Dat was ook een stunt van Kim. De avond voordien leek de keuze van Seoul zo goed als uitgesloten.

Taak 2: verminder het gigantisme

Met de al genoemde opkomst van de World Games is lang geleden in olympische kringen het idee gelanceerd om met A- en B-Spelen te werken. Onder anderen de toenmalige voorzitter van het BOIC Raoul Mollet pleitte daarvoor. Jacques Rogge gaf meermaals te verstaan dat de Spelen te groot zijn geworden. Er zijn te veel sporttakken en te veel disciplines in elke sporttak, de competities zitten met twee weken en drie weekends aan een maximum, en organisatorisch en infrastructureel rijzen de kosten de pan uit.

Daartegenover staat dat het inkrimpen van het programma vijanden maakt, namelijk zij van wie de sport eruit moet. Het is dus niet aan te raden dit thema al te sterk uit te spelen tijdens een verkiezingscampagne. Een deel van de macht van aftredend voorzitter Juan Antonio Samaranch was trouwens gebouwd op zijn welwillendheid jegens nieuwe federaties. Rogge zal wellicht moeten streven naar een betere samenwerking met de World Games, in feite opgestart tegen het IOC maar intussen door Lausanne erkend en financieel gesteund. Misschien kan het IOC op termijn de World Games overnemen (het secretariaat ervan is al in Lausanne gevestigd) en dan zijn er de facto A- en B-Spelen. Dat maakt het makkelijker om sporten te laten ‘promoveren’ of ‘degraderen’.

Taak 3: beheers de tv-rechten

De televisierechten voor het uitzenden van de Zomerspelen zitten niet meer aan het plafond, ze zijn er al een tijdje dwars doorheen geschoten. Voor de Spelen van Athene lopen ze op tot 69 miljard Belgische frank (1,7 miljard euro). In zover dat kleinere landen niet meer bij machte zijn de Spelen uit te zenden. Daaraan moet gedokterd worden, want het IOC wil niet dat de Spelen achter de decoders van de betaalstations verdwijnen. Het wil de controle over de televisiebeelden behouden, en de wereldwijde covering met een totaal bereik van tientallen miljarden kijkers is niet alleen de basisfilosofie, maar ook een van de grote troeven van het IOC. Zeker indien men de stap zou zetten om reclame rond de olympische sportvelden toe te laten. Dat is voorlopig een taboe, maar dat was het toelaten van professionele sporters lange tijd ook.

Het internet biedt wel nieuwe kansen. Zo is het in de nabije toekomst misschien mogelijk om de topnummers via de open televisienetten uit te zenden, en een groot deel van de schiftingswedstrijden of de minder aantrekkelijke televisiesporten tegen een kleine vergoeding via het internet. De Koreaan Kim speelt al langer met het idee om de hele televisieproductie door de eigen Olympic Broadcasting Services te laten verzorgen. Alle huidige televisiecontracten lopen tot 2008, dat geeft de nieuwe voorzitter dus een beetje respijt, maar dat de televisierechten herbekeken moeten worden, staat vast.

Taak 4: herschik het programma

Er wordt al een tijdje gezegd dat de belangstelling voor de Spelen dalende is in de Verenigde Staten, die instaan voor een groot deel van de IOC-inkomsten. En de concurrentie van andere megasportorganisaties is groot. Toch blijven de olympische kijkcijfers indrukwekkend. Zelfs de Spelen in Sydney, aan de zuidkant van de aardbol, konden zowel in Europa als in de VS op grote belangstelling rekenen. De magie blijft. Tijdens de Spelen worden sporten bekeken die anders nauwelijks aandacht krijgen. Roeien bijvoorbeeld. Gedurende vier jaar kijkt geen hond naar roeien, maar niet zodra zijn de Olympische Spelen daar of miljoenen mensen volgen gefascineerd de regatten. Onverklaarbaar.

Het probleem rijst bij de atletiek, samen met zwemmen de hoofdbrok van de Spelen. Europa kan steeds moeilijker mee, en in Amerika staat atletiek niet eens in de top-tien van de sporten. Het olympisch atletiekmenu behoudt een paar gegeerde gerechten zoals de honderd meter of de marathon, maar voor de rest ebt de interesse van het grote publiek weg. Als daarin geen kentering komt, moet vroeg of laat de programmatie van de Spelen worden herzien.

Taak 5: houd de bonden te vriend

Juan Antonio Samaranch was van professie diplomaat en die stiel verleert een mens nooit. Hij haalde de banden aan met de voorzitters van grote en rijke internationale sportfederaties, zeker als hun eigen evenementen een concurrent konden zijn voor de Spelen. Zo bijvoorbeeld de wereldvoetbalbond FIFA, de internationale wielerunie UCI, en de internationale atletiekfederatie IAAF. De voorzitters ervan werden door Samaranch met open armen als IOC-lid ontvangen. Verder deelt het IOC een deel van zijn aanzienlijk gegroeide rijkdom uit aan de internationale federaties, waarvan er vele zonder die steun in grote moeilijkheden zouden komen.

Samaranch heeft er aldus voor gezorgd dat het IOC en de internationale federaties partners werden. Daardoor konden van elke sport de besten naar de Spelen worden gelokt. Wie had twintig jaar geleden gedacht dat de grote NBA-miljardairs naar het olympisch basketbaltoernooi zouden komen ? Alleen in het voetbal heeft men een compromis gesloten over een leeftijdslimiet. Het voetbal heeft voorlopig het IOC minder nodig dan andere sporttakken, omdat het uit zijn wereldbeker en uit allerlei commerciële deals en televisiecontracten zelf fortuinen put. Maar dat kan snel veranderen als de FIFA er onder Sepp Blatter een knoeiboel van maakt op de wereldbeker van volgend jaar in Japan en Zuid-Korea. Gezien het faillissement van marketingbureau ISL, gezien de vele ruzies tussen de Koreanen en de Japanners, en gezien de immense transportproblemen die zich voor volgend jaar aankondigen, is een mislukking niet denkbeeldig.

Taak 6: let op de kas

Sommige olympische comités zijn welgesteld. Het Belgische bijvoorbeeld. Volgens bepaalde critici is het BOIC meer een bank dan een sportinstelling, maar niemand mag vergeten vanuit welke armzalige toestand het BOIC zich de voorbije twintig jaar heeft opgewerkt. Het IOC is niet welgesteld, het is steenrijk. Dat dankt het in grote mate aan het beleid van de soms verguisde voorzitter Samaranch die, al was het vaak tot eigen eer en glorie, allerlei bronnen heeft aangeboord die voordien onontgonnen of onontdekt waren. De negatieve aspecten die daar soms mee gepaard gingen, nam hij erbij.

Bovendien ging Samaranch uit van een volstrekt ondemocratisch maar wel efficiënt principe: met het budget heeft niemand zaken. Een beperkt deel van het Uitvoerend Comité kent de geheimen van inkomsten en uitgaven, en dat is meer dan genoeg. In ons zusterblad Trends, dat zich veeleer interesseert voor de rijken terwijl Knack het traditioneel opneemt voor de armen in onze maatschappij, werd het budget van het IOC op 160 miljard frank geschat (4 miljard euro).

Het valt te verwachten dat de internationale federaties en de 199 nationale olympische comités hun deel van die riante koek zullen opeisen. Dat Samaranch voor dat soort eisen Beethoveniaans doof bleef, is bekend, ook de nieuwe voorzitter oefent zich het best in hardhorigheid.

Taak 7: praat met de politiek

De organisatie van de Spelen wordt aan een stad toegewezen, maar die kan allang niet meer zonder de steun van haar federale overheid. De regering moet zich tegenwoordig officieel bij het IOC garant stellen vooraleer een kandidatuur overwogen wordt. Het fiasco van Atlanta is een wijze les geweest.

Maar ondanks de vele kosten en zorgen, en ondanks de meer dan vijfhonderd strenge eisen die het IOC stelt, dienen steeds meer steden hun kandidatuur in. Voor 2012 zijn er in de VS alleen al acht. Steevast zijn de Spelen voor een regering het sein om met bekwame spoed grote infrastructuurwerken aan te vatten. Nieuwe wegen, nieuwe stadions, nieuwe sportinstallaties, nieuwe hotels, noem maar op. Het IOC moet dus tot op zekere hoogte hand in hand gaan met de politiek, wat een beetje raar klinkt voor een beweging die jarenlang geroepen heeft dat sport en politiek gescheiden moesten blijven. Die kreet was een gevolg van de Palestijnse aanslag in München, en van de boycotacties tijdens de Spelen van Moskou en Los Angeles. Voor aanslagen blijft men beducht, zeker na Atlanta ’96, van een boycot is nauwelijks nog sprake. Misschien verandert dat als Peking de Spelen van 2008 toegewezen zou krijgen.

Taak 8: ban interne corruptie

Taak 8 is vervuld, op voorwaarde dat wordt toegekeken op de rigoureuze toepassing van de regels die na het schandaal van Salt Lake City zijn opgesteld. Meerdere IOC-leden werden toen verdacht van het ontvangen van allerlei faveurs, in ruil voor een stem voor de mormonenstad bij de toewijzing van de Winterspelen 2002. Een paar leden werden tot ontslag gedwongen. Anderen, onder wie de Koreaanse kandidaat-voorzitter Kim, kregen een blaam. Leidende figuren van het organisatiecomité dienden ontslag te nemen, en er staan hen nog gevaarlijke processen te wachten. Mede onder impuls van Jacques Rogge heeft de interne onderzoekscommissie inmiddels strenge beperkingen opgelegd aan alle kandidaat-organisatoren. Het geven van geschenken aan IOC-leden is voortaan verboden, IOC-leden mogen de kandidaat-steden niet bezoeken tenzij ze deel uitmaken van beperkte officiële delegaties, en de manier van stemmen is aangepast waardoor het gevaar op corruptie fors is ingeperkt.

Taak 9: niet te veel democratie

IOC-leden werden tot voor kort, eventueel na voordracht van een nationaal olympisch comité of een sportfederatie, gecoöpteerd door de voorzitter. Een systeem dat ze enkel in het Vaticaan of bij de Taliban nog durven toepassen. Het was ondemocratisch maar had niettemin voordelen. Er zijn tal van andere manieren denkbaar. De meest logische is dat elk nationaal comité zelf een afgevaardigde kiest. Maar dan werpt San Marino evenveel gewicht in de schaal als de Verenigde Staten, en zit je bovendien met een Algemene Vergadering van 199 leden.

Toen Samaranch voorzitter werd, waren er een zestigtal IOC-leden. Dat aantal is verdubbeld door er de vertegenwoordigers van de grote sportfederaties in op te nemen, voorzitters van nationale comités, voorzitters van continentale verenigingen van nationale comités zoals de Europese voorzitter Jacques Rogge, en sinds kort ook een delegatie van de atleten.

In feite bepaalde Samaranch grotendeels zelf wie werd uitverkoren, wat naast vriendjespolitiek ook toeliet om valabele krachten een kans te geven zonder dat ze om stemmen moesten gaan bedelen. Intussen moet elke kandidatuur eerst een nominatiecommissie passeren, daarna het Uitvoerend Comité, en tot slot de Algemene Vergadering. De invloed van de voorzitter, die zelf kandidaten mag voordragen, blijft groot, maar zijn almacht is aan banden gelegd.

Taak 10: strijd tegen doping

Na de Festina-affaire in de Ronde van Frankrijk ’98 hield het IOC in februari ’99 een grote anti-dopingconferentie in Lausanne, die leidde tot de oprichting van het WADA, het World Anti-Doping Agency. Opdracht voor de nieuwe voorzitter is om het WADA daadwerkelijk uit te bouwen tot een onafhankelijke instelling die de voortrekker is van de dopingbestrijding en -bestraffing in de sportwereld, en een coördinerende rol vervult tussen de drie instanties die op elk sportevenement dopingcontroles kunnen uitvoeren: het IOC zelf, de sportfederaties en de overheid. Belangrijk daarbij is om de verschillende regeringen op één lijn te krijgen, en om hen financieel te doen bijdragen aan de werking van het WADA. Voorlopig betaalt het IOC alles, maar dat schaadt de onafhankelijkheid van het prille instituut. Ook over de definitieve zetel van het WADA, in Lausanne of elders, wordt nog gekibbeld.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content