Gerechtsdeurwaarders (1)

Deurwaarders hebben een summiere opleiding maar vormen na notarissen de rijkste groep binnen de justitiële structuur (“In naam van het recht”, Knack nr. 42). Ze verdienen hun brood ten koste van sociaal zwakkeren, hoeven geen verantwoording af te leggen en pakken alles wat hun inkomsten kan verhogen. Ze worden zelden gestraft bij beroepsfouten, ze schermen met het begrip “sociale vrede”, maar veroorzaken veel ellende.

Ze schenden de elementaire begrippen van het burgerfatsoen, doen ongestraft aan vandalisme en interpreteren de wetten op het boedelbeslag willekeurig. Ze bedienen zich van intimidatie, manipulatie en agressie. Ze verbergen zich achter de rechter die het werk graag aan de dommekracht overlaat. Dan nog liever het incassokantoor dat ten minste niet repressief kan optreden.

Gerechtsdeurwaarders (2)

De Voorzitter van de Nationale Kamer van de Gerechtsdeurwaarders Vanheukelen beweert dat het socialistisch wetsvoorstel té ver gaat door te stellen dat incassobureaus dienen afgeschaft te worden.

In de brieven die ik van hem ontving en het onderhoud dat Bob De Richter, Rudy Demotte en ikzelf met hem hadden, bleek dat hij onze kritiek op het onmenselijke optreden van incassobureaus onderschreef. Hij bezorgde ons bewijsmateriaal om onze beweringen te staven.

Ons wetsvoorstel wil de commerciële invordering van schulden verbieden als ze voor andermans rekening en tegen betaling geschieden. Incassobureaus vorderen schulden in zonder na te gaan of de klacht enige grondslag heeft. Ze zijn daartoe niet bevoegd. Ze aarzelen niet om wanpraktijken aan te wenden om mensen tot betaling te dwingen. Vermits ze betaald worden door het innen van een commissie op de gerecupereerde bedragen, hebben ze er geen baat bij om een afbetalingsplan voor te stellen. Erkende beroepsgroepen – advocaten en gerechtsdeurwaarders – voor wie het invorderen van schulden tot de essentie van hun opdracht behoort, worden niet geviseerd door ons wetsvoorstel, noch het kosteloos verlenen van hulp bij het invorderen van schulden.

VLD (1)

Als de VLD-voorzitter “Ons land” zegt, bedoelt hij vooral Vlaanderen, want zijn partij is flamingantischer dan ooit (“Paars in hun eentje”, Knack nr. 43). Toch blijkt uit dat interview dat de VLD contact heeft met de Franstalige liberalen. Marc Verwilghen stelt dat een gesprek met de PRL, geflankeerd door het FDF, dat gesprek alleen maar breder maakt want “een stukje meer uitersten, dat blijkt geen hinder te zijn”.

Toch waarschuwen ook Franstalige bewoners uit de Brusselse rand voor de malafide praktijken van het FDF.

Voor de VLD is er niets aan de hand: als hun positie van 1995 maar bijgestuurd wordt.

VLD (2)

Met de voorstelling van een eigen begroting voor 1999 bewijst de VLD van Verhofstadt ten overvloede elke zin voor realiteit verloren te hebben. De liberale voormannen baseren hun begrotingsversie op het cijferwerk van het VLD-Werkgelegenheidsplan dat ruim één jaar geleden al gelanceerd werd en sindsdien als een monster van Loch Ness geregeld weer opduikt. Verhofstadt beweert door de invoering van dat plan de werkloosheid te kunnen wegtoveren en België te veranderen in een economisch sprookje.

Ofwel gelooft hij nog in sprookjes en dan is hij door zijn naïeve geest ongeschikt voor een ministerpost. Of hij is zo wanhopig dat hij zijn eigen liberale ideologie wil ruilen voor platvloers opportunisme. In beide gevallen wordt het met hem aan de top niet beter.

Maingain (1)

Het FDF laat zich kennen als een incivieke partij die burgerlijke ongehoorzaamheid als actiemiddel aanvaardt. Het FDF bevestigt haar imago als Vlamingenhater. De Vlaamse politieke partijen zouden nu even plechtig als in het geval van het Vlaams Blok moeten verklaren dat ze nooit een coalitie zullen aangaan met het FDF. Iedereen kan nu al zien wat er na de verkiezingen zal gebeuren. Als de VLD in de regering wil komen, zal ze aangewezen zijn op de steun van de PRL en dus van het FDF. In zo’n situatie zullen de VLD’ers heel vlug hun kritiek op Maingain inslikken om toch maar een paar ministerportefeuilles in de wacht te slepen. Vooral voor de VLD wordt dit het uur van de waarheid: neemt ze openlijk en definitief afstand van het kartel PRL-FDF? Of is ze bereid een coalitie aan te gaan met FDF’er Maingain? In Brussel zullen alle partijen met dit probleem geconfronteerd worden.

Maingain (2)

De arrogante ijdelheid waarmee FDF-voorzitter Maingain de Vlaamse regering tart, is een schoolvoorbeeld van francofone armoede en dwaasheid. Dat zijn oproep tot belastingboycot door Franstalige partijen niet wordt tegengesproken, hoeft ons niet te verwonderen (“De week in België”, Knack nr. 44). Nu zij erin geslaagd zijn hun Belgisch aandeel tot een puinhoop te reduceren, pogen ze hun armoede te verbergen onder de rijke Franse taal. Van alle Waalse drama’s is dit het ergste en het meest pijnlijke voor de toekomst van dit land.

Werkloosheid (1)

In “Schorsen doet schamen” (Knack nr. 42) heeft Ria Goris het over de studie van Hans De Witte en Johan Wets, waarin de gegevens van RVA en OCMW worden vergeleken. Deze studie heet “Werkloosheid en sociale bijstand: communicerende vaten?”.

De in Knack geciteerde studie “In rijen op de keien, het sanctiebeleid sinds 1993” daarentegen is een studie die gemaakt werd door de ABVV-werklozenwerking. Daarin geven we een overzicht van de redenen waarvoor werklozen geschorst kunnen worden, schetsen we de gevolgen die een schorsing op de werkloze heeft en geven we de evolutie weer van het schorsingsbeleid. Blijkbaar zijn beide studies door elkaar gehaald.

Werkloosheid (2)

Wat slaagt de overheid erin om haar wetgeving op het vlak van werkloosheid gecompliceerd en ondoorzichtig te maken. Ook voor mensen uit het domein: die krijgen kop noch staart aan het ingewikkelde web van regels.

“Schorsen doet schamen” meldt dat in 1996 vijftienduizend mensen geschorst werden ten gevolge van een administratieve sanctie. Een kleine fout als een adreswijziging of een foutief ingevulde stempelkaart krijgen zo wel heel zware gevolgen.

16.500 personen verloren hun uitkering omdat ze werk weigerden of lieten staan. Nog maar eens het bewijs hoeveel mensen tegen hun zin uit werken gaan en er bijgevolg het bijltje bij neerleggen. Laat staan hoeveel mensen hun leven lang vastgeroest blijven op een bureaustoel uit financiële overwegingen.

Dan wordt de maatschappij zoals Vivant die voorstelt wel een heel aantrekkelijk alternatief. Hoe stimuleer je mensen tot werken? Door hen de mogelijkheid te bieden gemakkelijker van werk te veranderen en hen de zekerheid te geven dat ze steeds een basisinkomen hebben om op terug te vallen. Hoe voorkom je schorsing door langdurige werkloosheid of zwart werk? Door de sociale lasten af te schaffen, op die manier bijkomende jobs te creëren en het begrip zwart werk te doen verdwijnen.

De regering stelde de vermindering van de loonlasten weer uit met zes maanden (“De week in België”, Knack nr. 44). De verontwaardiging van alle partijen was niet groot genoeg om een alternatief dat tot de financiering toe als een puzzel in elkaar past, in overweging te nemen.

Dat er aan ons werkgelegenheidsbeleid gesleuteld moet worden, lijdt geen twijfel. Maar daarvoor moet er wel enige duidelijkheid geschapen worden in de grijze zone waarin we ons nu bevinden.

R. Geysen, Vereniging gedupeerden, Antwerpen.,M. Dejonghe, SP-volksvertegenwoordigster, Diest.,P. Tweepenninckx, Haasrode.,L. Wouters,T. Veys, Gent.,R. Van Cauwenberghe, Deurle.,J. Van Geerstom, Vlaams ABVV, Werklozenwerking, Brussel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content