Het Rijnlandmodel waaraan ons land zich decennialang gespiegeld heeft, is ook in België afgebrokkeld. Paars-groen zorgde voor een inhaalbeweging.

B. Cantillon, I. Marx, V. De Maesschalck, ‘De bodem van de welvaartsstaat van 1970 tot nu, en daarna’, Centrum voor Sociaal Beleid, Ufsia (02.04.03).

In haar jongste studie wijst Bea Cantillon, directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB) van Ufsia, op een stelselmatige terugval van de laagste uitkeringen en lonen de voorbije twintig à dertig jaar. ‘De kloof tussen minimumuitkeringen en -lonen enerzijds en het algemene welvaartsniveau is almaar vergroot’, schrijft ze in De bodem van de welvaartsstaat van 1970 tot nu. ‘Een structurele beweging die al lang aanhoudt en de welvaartsstaat stelselmatig aantast.’

Zeer recent heeft zich in ons land nochtans een heilzame verbetering voorgedaan – een trendbreuk, meent Cantillon. De kloof tussen arm en rijk, tussen de minimumuitkeringen en nettominimumlonen enerzijds en de hoogste lonen anderzijds werd minder diep. Een verwezenlijking van paars-groen, zo blijkt. Maar tegelijk een dure aangelegenheid.

De trendbreuk was immers alleen maar mogelijk door een verlaging van de werknemersbijdragen en een fiscale hervorming. ‘Dat had een zichtbare impact op de nettoarbeidsinkomens uit lage lonen. De reële minimumuitkeringen kenden hun sterkste stijging in tien jaar.’

Maar wat de staat minder binnenhaalde aan lasten werd niet gecompenseerd door een daling van het volume aan uitkeringen. Als de toestand van de mensen met lage lonen verbeterd was, was dat niet omdat er meer mensen een job gevonden hadden. Wel omdat de uitkeringen waren opgetrokken. De activiteitsgraad nam niet evenredig toe. De vraag rijst dus hoe lang de trendbreuk kan worden aangehouden.

‘Niet erg lang,’ aldus Cantillon, ’tenzij er grondig wordt ingegrepen. Er is immers slechts één manier om de kostprijs voor de lage inkomsten en lonen te compenseren: ervoor zorgen dat het aantal uitkeringstrekkers daalt. Heel belangrijk is daarbij dat we werken aan een strakkere uitvoeringsorganisatie van de sociale zekerheid. Enerzijds betekent dit dat werklozen maar ook zieken en invaliden begeleid worden op de arbeidsmarkt. Maar ze worden ook strenger gecontroleerd op misbruiken. Een belangrijk punt dat in ons socialezekerheidsbeleid totaal verwaarloosd wordt. Is de welvaartsstaat in ons land nu aan het afbrokkelen? ‘We merken dat de bodem stelselmatig wegschuift. Dat blijkt uit de evolutie van de minimumlonen en -uitkeringen de voorbije drie decennia. Ze hebben vergeleken met de ontwikkeling van de gemiddelde lonen terrein verloren. Gelet op de kostprijs is het twijfelachtig of de inhaalbeweging van de regering houdbaar blijft in de toekomst.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content