Op 13 juni stemt bijna de helft van de Belgen elektronisch. Mogen we de computer vertrouwen of niet?

Elektronisch stemmen betekent meegaan met de tijd. Een overweging die echter nauwelijks meespeelde bij de invoering van het systeem, nu acht jaar geleden. Elektronisch stemmen biedt vooral een oplossing voor enkele praktische problemen bij het organiseren van verkiezingen. Zo blijkt het steeds moeilijker om voldoende mensen te vinden die in de kiesbureaus de stemmen tellen, een karwei dat de computer zonder morren overneemt. En verschillende verkiezingen op één dag betekent enorm omvangrijke kieslijsten. De computer bespaart dan flink wat papier. Door het grote aantal lijsten en kandidaten in bepaalde kieskringen, is de stemopneming trouwens bijna een kruistocht geworden.

Jongeren groeien tegenwoordig op met de pc, maar ouderen hebben er schrik van. Of vergissen we ons? Uit tests van Binnenlandse Zaken blijkt dat ouderen hoegenaamd geen problemen hebben met elektronisch stemmen, ze volgen de boodschappen op het scherm zelfs nauwkeuriger dan jongeren, die er soms te onstuimig invliegen. De senioren organiseren cursussen om de (verkiezings)computer onder de knie te krijgen en komen dus goed voorbereid in het stembureau. “Ze zijn verontwaardigd als je hen vraagt of het zal lukken”, vertelt Ben Smeets, verantwoordelijke van de directie verkiezingen bij Binnenlandse Zaken. Wordt het papieren stembiljet folklore? Smeets: “We willen het elektronisch systeem uitbouwen, maar de beslissing van de ministerraad van ’97 gaat uit van de vrijwillige deelname van de gemeenten.”

Noodzakelijke voorwaarde voor de uitbouw van het elektronisch stemmen is natuurlijk de veiligheid van het systeem. Want als hackers erin slagen in te breken in de computers van het FBI en de Amerikaanse defensie, wat stelt dan het slot op de Belgische verkiezingscomputer voor? Wel, heel wat, zo blijkt bij een analyse. De stemmachines annex computers zijn uitgerust met een licht- en geluidssignaal dat de voorzitter van het stembureau informeert over elke gebrekkige werking van het systeem en hem in staat stelt om elke abnormale manipulatie te detecteren. De stemmachine aanvaardt ook enkel magneetkaarten – waarop de kiezer zijn stem registreert – die geldend zijn gemaakt door het stembureau. Een zelfgemaakte kaart binnensmokkelen lukt niet. De magneetkaart dient voor één kiezer, maar kan wel door die ene kiezer worden gebruikt voor alle verkiezingen die dezelfde dag in hetzelfde bureau plaatsvinden. Op 13 juni doen we het dus met één enkele kaart.

KOFFIE IN DE COMPUTER

Het valideren houdt onder andere in dat de kenmerken van de verkiezingen en van het stembureau op de kaart worden geschreven. “Met een kaart gevalideerd in bureau dertien, kan men dus niet stemmen in bureau veertien”, aldus Smeets.

De stemmen op de magneetkaart worden gelezen in een elektronische urne en doorgestuurd naar de computer van de bureauvoorzitter. De uitgebrachte stemmen zijn echter niet afleesbaar van het computerscherm, niemand heeft er toegang toe. Alle data worden uiteindelijk bewaard op een diskette. Na sluiting van het stembureau kunnen gegevens niet meer worden veranderd op de diskette. De bureauvoorzitter gaat dan met het schijfje naar het hoofdbureau van het kanton, waar de stemmen door een andere computer worden geteld. Het elektronisch systeem weigert de registratie van een diskette van een stembureau waarvan de uitslagen reeds werden geregistreerd. Alle fraudescenario’s zijn onderzocht:

Stel dat iemand de diskette verwisselt?

Onmogelijk, want elke diskette is eigen aan het bureau. De identificatiegegevens van het bureau zijn enkel toegankelijk met een paswoord, dat via een afzonderlijke verzending bezorgd wordt aan de voorzitter van het stembureau. Alleen hij heeft toegang tot de diskette. Bijkomende controle: de envelop met het paswoord én de envelop met de diskettes moeten worden geopend in aanwezigheid van alle bureauleden. De diskettes zijn “geëncrypteerd” en kunnen daarom alleen worden opgestart op de pc van de voorzitter.

Stel dat iemand een kop koffie morst over de elektronische urne waarin de kiezer zijn stem deponeert, in een poging alle kiesgegevens te vernietigen?

Onmogelijk, want de kiesgegevens gaan meteen naar de computer van de bureauvoorzitter. De urne maakt geen deel uit van de eigenlijke computer. Een kop koffie zou het toestel wel onklaar maken, maar dan wordt er gewoon een reservekast in de plaats gezet. De producent garandeert trouwens een snelle interventie bij defecten. Mocht de pc van de bureauvoorzitter in panne vallen, je weet maar nooit, dan kan een stemcomputer makkelijk worden opgewaardeerd tot voorzitterstoestel.

Stel dat iemand in het computernetwerk probeert in te breken?

Onmogelijk, want er is helemaal geen netwerk. Het hele kiesgebeuren verloopt via pc’s die op geen enkele manier met elkaar verbonden zijn. Van het internet – en bijhorende risico’s – is al helemaal geen sprake.

Stel dat iemand knoeit met de programmatuur waardoor alle stemmen voor pakweg de SP automatisch worden geregistreerd als stemmen voor pakweg de VLD?

Onmogelijk, want een controleprogramma test in de weken voor de verkiezingen of de stem van de kiezer wel degelijk dezelfde is als diegene die op de magneetkaart geregistreerd staat. Dat controleprogramma dient ook als bewijs voor twijfelende parlementsleden en de commissie van experts. In geval van betwistingen achteraf laat het softwareprogramma bovendien toe om kaart per kaart na te gaan welke stemmen zijn uitgebracht.

HET NADEEL VAN HET INTERNET

Tegelijk garandeert het programma het kiesgeheim, omdat het niet laat zien welke kiezer welke stem heeft uitgebracht. En geen nood: alle software is maandenlang onderzocht op bugs, door informatici van Binnenlandse Zaken en het rijksregister. Specialisten uit de privé-sector zijn bewust niet bij het werk betrokken. Smeets: “Vanwege de bijzondere specificiteit: je moet niet alleen de informatica maar ook de verkiezingsmaterie beheersen.” Zal het volstaan? Want: het Windows-besturingsprogramma van Microsoft blijkt zelfs na maanden intensieve tests door duizenden gebruikers nog bugs te bevatten. “Klopt, maar Windows bevat ontelbaar keer meer data dan onze verkiezingssoftware”, aldus Smeets. “Een beperkte toepassing verkleint het aantal risicozones.”

Met de hedendaagse technologie kunnen de stemmen van alle Belgen in een mum van tijd verzameld en geteld worden. Simpel, via een computernetwerk of via het internet. Het net stelt je in principe ook in staat om thuis te stemmen. Alleen kan de veiligheid dan niet worden gegarandeerd. Wie weet manipuleert één begaafd webterrorist de hele verkiezingsuitslag. En hoe kan men controleren of elk lid van het gezin één keer stemt (in plaats van pa twee keer en zoon niét)? Via vingerafdrukidentificatie gekoppeld aan de pc! Maar dat is even omslachtig en (voorlopig) even duur als het klinkt. Technisch realiseerbaar, praktisch nog Star Trek. Bovendien veronderstelt dit scenario dat alle Belgen een internetaansluiting hebben, en zover zijn we nog lang niet. “Los daarvan: de organen die nu controlebevoegdheid hebben inzake verkiezingen, moeten die kunnen blijven uitoefenen”, aldus Smeets. “De rechterlijke macht voor het concreet verloop van de verkiezingen, de uitvoerende macht voor de validatie, het ministerie voor de algemene organisatie en de gemeentebesturen voor de praktische organisatie. Die essentiële principes blijven behouden.” Veiligheid zit natuurlijk ook vaak in het kopje. Het volk is nog niet rijp voor het digitaal virtueel stemhokje, denkt Ben Smeets. “Opdat de verkiezingen geldig zouden zijn, moeten ze door de bevolking aanvaard worden als waarachtig. Met een technisch perfect systeem, waarin niemand gelooft, staan we nergens.”

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content