DOOR FRANS VERLEYEN

WIT IS DE KLEUR VAN ONSCHULD, van licht, vredesduiven, wolken, pas geboren lammetjes en verduldig papier. Ze is het van nog veel meer, maar nooit van iets politieks, van geen enkele vlag behalve zij die wordt uitgestoken door wie zich overgeeft aan de vijand. Voor de 300.000 landgenoten die zondag door Brussel trokken, zodat de hoofdstad ?zwart zag van het wit?, bevatte hun zelf gekozen symbool dus een ingebouwde waarschuwing : de kans is groot dat zij de strijd tóch zullen verliezen.

Ze zwermden mooi, waardig en met veel innerlijke rijkdom door de straten. De rijkswacht was bijna vriendelijk voor de demonstranten. Met hun kinderen en ballonnen mochten ze overal komen en gaan, één verboden gebied uitgezonderd : het Palais de Justice. Dat werd zorgvuldig afgeschermd door een haag ordehandhavers achter vervaarlijke Friese ruiters. Het tafereel waar menigeen in zijn onderbewustzijn naar verlangde, dat van het hele gebouw onder de eierstruif, mocht zich in geen geval voordoen. Dat lukte, de citadel bleef ongeschonden.

Misschien stond daar ergens een raadsheer door het raam te kijken en sloeg hij van in zijn nog naar Leopold II ruikende Cassatie-zaal het schouwspel gade. Mogelijk ergerde hij zich aan de zonderlinge emoties van de massa. Wellicht was hij vooral verbaasd over de kracht waarmee de wet van de kleine oorzaak en de grote gevolgen in werking was getreden : zijn eigen spaghetti-arrest van 14 oktober dat het volk beledigde op de klassieke, ouderwetse manier. Die is van alle tijden wanneer een hoogbejaard college (rechters, generaals, kerkvorsten), gehecht aan zijn aristocratisch decorum, over een gezagskwestie uitspraak doet. Daar is zelden verzet tegen mogelijk, zoals ook nu weer blijkt.

Op de binnenkoer van zijn ambtswoning liep eerste-minister Dehaene te kuieren. Hij wachtte op de ouders en kinderen die, vanuit hun argeloosheid, het gat in de dijk hadden geslagen en lukraak de vloedgolf over Brussel losgelaten. Ze waren een half uur te laat omdat hun auto in de mensenzee was vastgeraakt. De premier keek gespannen en glimlachte een beetje nerveus toen Sabine met uitgestoken hand op hem toestapte. Daarna vergaderde hij langdurig met zijn genodigden en deed hen vier concrete beloften, ten einde de finaliteit van de justitiële disfuncties te demonteren van de niet operationele interfaces die de democratische haalbaarheden derangeren.

Toen ook dat moeilijke moment voorbij was, keerde de ervaren gids terug naar zijn gewone werkzaamheden, of naar zijn herfstgroenten in Vilvoorde. Hopelijk had hij de Nederlandse Volkskrant van daags tevoren niet gelezen. Daarin stond het ?politiek faillissement van de Belgische staat? breed uitgesmeerd. De regeringsleider zelf kreeg ruim zijn deel van de hoon : ?Welke regeringsleider, in een land dat op zijn grondvesten davert, filosofeert openlijk over zijn verlangen om binnen afzienbare tijd de fakkel over te dragen ? De ervaren gids is de weg kwijtgeraakt, zijn technocratie te ver doorgeschoten.? Maastricht.

Verderop heeft de correspondent het over ?Dehaene’s laboratorium? waarin geen ?politiek met een menselijk gezicht kan aarden.? Zo was het voor de man, die zijn eigen Götterdämmerung met zwierige volmachten dirigeert, een koud kunstje om samen met enkele partijhoofden een ?radeloos? parlement aan de kant te zetten. ?De Dehaene-cultuur heeft in de afgelopen jaren van de parlementaire cultuur een farce gemaakt. Het systeem creëert fracties van ja-knikkers. Dehaene is in dit spel steeds een ongeëvenaarde fikser gebleken.?

Maar nu, terwijl de politieke puinhoop zich rond zijn kranig postuur opstapelt, ?lijkt het vuur er bij hem wat uit?. In volle ?Belgische tragedie? verschuilt hij zich het liefst achter de rug van justitieminister Stefaan De Clerck die vijf branden tegelijk moet blussen. Hij spant ook de koning in het gareel, als ceremoniemeester voor de nationale reinigingsrituelen, want het vaderland heeft zijn eigen kinderen achteloos laten doodfolteren. Aldus de buitenlandse pers.

Ook een hem vaak welgezinde krant als De Morgen laat de premier ?een zeer onhandig en geen bekwaam politicus? noemen. Dat zei de moeder van een verdwenen kind. Het lijkt allemaal wat te veel modder op de kop van één man, maar wie met ’s lands instellingen speelt als met een zakje knikkers en jarenlang gewaarschuwd werd voor de gevolgen van die aanpak moet ook gehard zijn tegen de vaststelling dat de Staat die hij leidt, een democratische fictie is geworden.

Het Dehaene-systeem (en dus ook dat van zijn partij) zuigt werkelijk àlles leeg : de uitslag van verkiezingen, de waarheid, de waardigheid en de doodgewone schoonheid van het begrip samen-leving. Voor die ontsporing verontschuldigde hij zich zondagnamiddag terloops bij zijn bescheiden maar prikkelbare bezoekers : ?Ik beschouwde uw zaak verkeerdelijk als een gerechtelijk dossier, niet als een politiek.? Beter had hij opgebiecht : ik ben helaas een robot geworden. Ik kan het volk niet toespreken als pedagoog, drager van een geweten, promotor van meer geluk en veiligheid. Ik heb daar niet eens de woordenschat voor.

Het lijkt weinig waarschijnlijk dat hij met zijn netwerken door de voorbije gebeurtenissen getroffen wordt in zijn loopbaan. Een politicus van eer, de eerste de beste Japanner, zou vorige zondag uit zijn ambt gestapt zijn. Bij ons is dat soort opnemen van eigen verantwoordelijkheid niet de gewoonte. Daarom ook valt te vrezen dat binnen de zogeheten ?gerechtelijke orde?, waarin elfduizend politiek benoemde mannen en vrouwen werken, weinig of geen namen geschrapt zullen worden. Een brave bevolking die zich in onbezoedeld wit tooit, kan dat niet afdwingen.

ER IS WEINIG HOOP voor de 300.000 en voor het minibusje met ouders of kinderen die even in de waan waren een kleine oktoberrevolutie op gang te brengen. Wat ze spoedig zullen krijgen, is de wijziging van grondwetsartikel 151 over de promoties binnen de magistratuur en een speciaal opsporingscentrum voor verdwenen jongelui. Daar zullen ze het moeten mee doen. Waarna de roes wegtrekt, de littekens vervagen en vader Paul Marchal weer als een gewoon man voor zijn schoolklasje kan gaan staan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content