Over de ondergang van Lord Cardigans ruiterijbrigade.

‘When can their glory fade? O the wild charge they made! All the world wondered. Honor the charge they made, Honor the Light Brigade, Noble six hundred.’

Met deze woorden eindigde Alfred Tennyson zijn gedicht over de aanval die de Britse Lichte Brigade onsterfelijk zou maken. Nochtans ging het om een vrij marginaal wapenfeit en eindigde de charge van Lord Cardigans ruiters in een complete ramp – een gegeven dat de Britse historicus Terry Brighton in zijn recente werk Hell Riders evenwel nuanceert. Maar de suïcidale krankzinnigheid waarmee zovelen op bevel de dood inreden, maakte een overweldigende indruk. Of zoals een verbijsterd toekijkende Franse generaal het formuleerde: ‘ C’est magnifique, mais ce n’est pas la guerre!‘ (‘Het is prachtig, maar het is geen oorlogsdaad.’)

De charge van de Lichte Brigade vormde de afsluiter van de Slag van Balaclava, die in de ochtend van 25 oktober 1854 begonnen was. De Russen vielen aan om de voor de geallieerden belangrijke havenstad Balaclava in te nemen en zo de wurggreep om Sebastopol ongedaan te maken. Hun doorbraakpogingen werden echter telkens afgeslagen door de Franse en Britse troepen. Cruciaal was de charge van de Britse Zware Brigade, een vandaag haast vergeten wapenfeit, en de taaie weerstand van het 93e regiment Highlanders, de militairen van de Schotse Highland-eenheden. Die laatsten vormden een ondoordringbare ‘ thin red line‘ – een dunne rode lijn naar de kleur van het legeruniform – sindsdien het symbool voor de Britse onverschrokkenheid.

Niettemin wisten de Russen de Turkse stellingen in de Woronzov-heuvels te overmeesteren en een aantal kanonnen buit te maken. Kanonnen die tegen de geallieerde soldaten konden worden ingezet. De Lichte Brigade kreeg het bevel dat te verhinderen en de Russen uit de heuvels te verjagen.

Alleen, dat laatste had Lord George C.B. Lucan, de bevelhebber van de Britse cavalerie, zo niet begrepen. Het korte, geschreven order van het Britse hoofdkwartier vermeldde immers enkel dat, maar niet wáár er aangevallen moest worden. Een probleem dat – zo stelde Lucan later – werd opgelost door kapitein Louis Edward Nolan, de koerier die het bevel had overgebracht. Nolan zou duidelijk hebben gezegd dat het opperbevel de vallei ten noorden van de heuvels bedoelde, waarop Lucan de Lichte Brigade van James Cardigan die kant op stuurde. Haar ondergang tegemoet.

Aan het einde van de Valley of Death – zoals Tennyson de plek noemde – bevond zich immers een goed gecamoufleerde Russische artilleriebatterij. Die opende het vuur zodra de brigade begon te chargeren en maaide in enkele minuten tijd de helft van de 673 ruiters en meer dan 500 paarden neer. De eerste die sneuvelde, was Nolan. Dat niet de ganse Lichte Brigade werd uitgemoord, kwam omdat de Franse Chasseurs d’Afrique met een succesvolle charge de aftocht van hun Britse wapenbroeders dekten.

In de geallieerde legercommuniqués werd Balaclava voorgesteld als een overwinning – de Russen konden de stad inderdaad niet innemen – maar dat maakte de schande van de vernietiging van een ganse ruiterijbrigade er niet minder op. Lucan en Cardigan, schoonbroers en allerminst vrienden, gaven elkaar de schuld en blameerden tegelijk de onfortuinlijke Nolan. De man genoot als cavalerie-expert en auteur nochtans een ijzersterke reputatie en zou wellicht nooit een dergelijke moorddadige charge geadviseerd hebben – kort voor de aanval had Nolan vanuit de Sapoune-kam de Russische kanonnen in de vallei gezien.

In het Hogerhuis, dat begin 1855 een onderzoek instelde, werden de twee adellijke generaals enigszins gespaard, maar de publieke opinie was niet mals. Beide Lords gingen de geschiedenis in als salonmilitairen die excelleerden op paradepleinen, maar nauwelijks leiding gaven op het slagveld. Lucan had lange tijd werkeloos zitten toekijken terwijl de col-lega’s van de Zware Brigade volop in een strijd verwikkeld waren. En Cardigan keerde terug naar de achterhoede, net op het ogenblik dat een aantal van zijn ruiters, vechtend als samoerai, tot bij de Russische kanonnen waren geraakt – Cardigans naam bleef in de eerste plaats verbonden aan het wollen kledingstuk dat hij tijdens de campagne op de Krim had laten ontwerpen.

De noodlottige charge werd het symbool van militaire onbekwaamheid en politieke onverantwoordelijkheid – door de slecht georganiseerde ravitaillering hadden de paarden onvoldoende voer en verkeerden zij op 25 oktober in niet al te beste conditie. In 1968 bracht de Britse filmregisseur Tony Richardson met The Charge of The Light Brigade niet enkel de bekende historie van een eeuw voordien, maar tegelijk een aanklacht tegen hét establishment. Dat offerde opnieuw talloze levens op in een zinloze strijd, ditmaal niet op een Russisch schiereiland, maar in de jungle van Vietnam…

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content