Wat verwachten de Belgen van hun gemeente? Een enquête peilt naar het wel en wee bij de bewoners. En: wie blijft op acht oktober de huidige meerderheid trouw?

Op 8 oktober kiezen de bewoners van de 589 Belgische gemeenten de nieuwe gemeenteraadsleden voor de volgende zes jaar. Maar hoe tevreden zijn de Belgen over het gemeentelijk beleid van vandaag? Het onderzoeksbureau Inra Belgium – het vroegere Marketing Unit – voerde eind februari een telefonische enquête uit bij 1309 stemgerechtigden. Ze kregen de vraag hoe tevreden ze zijn over het bestuur van hun gemeente en over hun burgemeester. Antwoorden kon met een score van een tot vijf – van ‘helemaal niet tevreden’ (1), ‘niet tevreden’ (2), ‘noch tevreden noch ontevreden’ (3), ’tevreden’ (4) tot ‘helemaal tevreden’ (5). Dezelfde vraag werd gesteld over de verschillende beleidsgebieden (cultuurbeleid, groenbeleid, vreemdelingenbeleid…) en allerlei vormen van dienstverlening (administratie, voorzieningen voor senioren, onderwijs…).

POSITIEVE TREND

De enquête geeft enkele algemene trends weer. Globaal genomen zijn de resultaten vrij positief: ongeveer de helft van de respondenten is tevreden over het bestuur van zijn gemeente. 35 procent heeft geen mening en 15 procent antwoordt uitgesproken negatief. De provincies Henegouwen en Antwerpen tellen het grootste aantal ontevreden respondenten. Een beeld van de gemeenten afzonderlijk geeft de enquête niet.

Ook over zijn burgemeester laat de meerderheid van de bevolking zich positief uit (48 procent). 35 procent wenst zich niet uit te spreken. Een op de zes ondervraagden is ontevreden. Die vinden we vooral in de steden (24 procent), en anderzijds in de provincies Waals-Brabant (27 procent) en Namen. Lof dan weer voor de West-Vlaamse burgemeesters: 65 procent van de respondenten oordeelt positief.

ONTEVREDEN, HEEL ONTEVREDEN

Ronduit negatief zijn de ondervraagden over de gemeentebelastingen (de opcentiemen en de onroerende voorheffing), wat niemand zal verbazen. Toch spreekt nog 25 procent zich positief uit.

Ook de manier waarop de openbare werken in een gemeente worden uitgevoerd, vindt een derde van de ondervraagden niet goed te keuren. Daarnaast krijgt ook het openbaar vervoer veel kritiek: een vierde van de bevolking vindt deze dienstverlening ontoereikend, vooral de respondenten uit Vlaanderen en Wallonië. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werkt het openbaar vervoer duidelijk goed: 58 procent is positief, het aantal ontevreden bewoners is beperkt tot 7 procent.

Ook de mobiliteit in ons land is blijkbaar ontoereikend. Een op de vier ondervraagden heeft problemen om zich gemakkelijk te verplaatsen. Het grootste aantal van hen treffen we aan in Wallonië (28 procent). Opvallende cijfers alweer voor Brussel: 72 procent verplaatst zich blijkbaar zonder enig probleem. Meteen is mobiliteit het best scorende thema voor het Brussels Gewest.

Andere minder goede scores gaan nog naar de werkgelegenheid. Een op de vijf ondervraagden is ontevreden over het aanbod aan jobs in zijn gemeente, slechts 36 procent is tevreden. Wat precies wordt bedoeld met de ontevredenheid – geen jobs in de eigen gemeente, geen banen voor laaggeschoolden… – blijkt niet uit de enquête. Het meest negatieve antwoord stellen we vast voor Wallonië (31 procent), gevolgd door Brussel (20 procent).

Het meest heikele punt is misschien nog het gevoel van onveiligheid. Ondanks de veiligheidscontracten in een aantal steden vindt een op de vier ondervraagden het gevaarlijk in zijn gemeente. Dat gevoel is het grootst in Brussel en Wallonië. Toch is meer dan de helft van de ondervraagden uitgesproken positief over het functioneren van de politiediensten. Voor Brussel valt een lager cijfer op: slechts 44 procent is tevreden, 19 procent is dat niet.

Tot slot scoort ook het vreemdelingenbeleid niet erg goed: een op de vijf ondervraagden oordeelt negatief. De provincie Antwerpen laat er geen twijfel over bestaan: de ondervraagden zijn niet tevreden (32 procent).

VUILNISDIENSTEN

Over één zaak is de tevredenheid algemeen: 75 procent van de ondervraagden vindt dat de vuilnisdiensten uitstekend werk leveren. Alleen Brussel is nog tevredener over zijn mobiliteit.

De meeste respondenten vinden ook dat zij goed door hun gemeente worden geïnformeerd (in tegenstelling tot vroeger): 68 procent is tevreden.

De meeste mensen vinden het aangenaam om te wonen in hun gemeente: vooral de West-Vlamingen, Antwerpenaars en Limburgers. En de mensen van het platteland.

Ook op het imago dat een gemeente uitstraalt – iets waar Belgen volgens Inra veel belang aan hechten – gaan de plattelandsbewoners prat. De respondenten in Brussel vinden het imago van hun gemeente minder geslaagd: een op de vijf oordeelt negatief.

De respondenten kunnen zich tot slot nog uitspreken over hun toekomstig stemgedrag. Op de vraag ‘In welke mate zou u stemmen voor een partij die deel uitmaakt van de huidige meerderheid in uw gemeente?’ zijn de antwoorden gelijkmatig verdeeld. Bijna de helft zegt ‘zeker niet’ of ‘waarschijnlijk niet’ te zullen stemmen op de huidige partijen van de meerderheid. Vooral in Antwerpen blijkt dat het geval. Bijna zestig procent antwoordt negatief. Dat zou dus betekenen dat het Vlaams Blok daar de absolute meerderheid behaalt, aangezien zij de enige partij is die de stad nu niet mee bestuurt. Of de Antwerpenaar daar in oktober echt zo over denkt, valt nog enkele maanden af te wachten.

I.V.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content