De Europese Volkspartij verruimt naar rechts. Voorzitter Wilfried Martens dreigde even uit de bocht te gaan, maar zit alweer stevig in het zadel. Een gesprek met hem.

De top van de Europese Volkspartij (EVP) in Cardiff deed het zelfvertrouwen van voorzitter Wilfried Martens (CVP) geen kwaad. Hij kwam versterkt uit de ontmoeting en dat was hem zondagnacht in de hoofdstad van Wales aan te zien. Ondanks de aanwezigheid van premier Jean-Luc Dehaene (CVP), die vooral om de Italiaanse premier Romano Prodi bekommerd was, drong de harde kritiek van de CVP op de verruiming van de EVP met twintig leden van het Forza Italia van Silvio Berlusconi nauwelijks tot de top door. Martens kreeg het volle vertrouwen voor zijn optreden en bereidt zich al voor op nieuwe “overnames”. Vooral de gaullisten, die tot vorige week een gemeenschappelijke fractie met Forza vormden, komen nu in het gezicht. Martens praatte er al over met de Franse president Jacques Chirac en die is het initiatief gunstig genegen. Alleen ontbreekt het Chirac momenteel aan de macht om zijn wil in het RPR door te zetten.

Enkele dagen later in zijn kantoor in Straatsburg is Martens volledig relax. Hoewel de CVP-leiding de kiezen op elkaar houdt en hem niets toezegt, is Martens er zeker van dat hij bij de volgende Europese verkiezingen de CVP-lijst trekt. “Mijn laatste verkiezingen”, zegt hij.

U sprak over een hetze en een valsstrik…

WILFRIED MARTENS: …nee, over een hinderlaag, dat is iets anders…

Voert de CVP de Julius Caesar van William Shakespeare weer op?

MARTENS: Zo erg is het niet. Ik sprak over een hinderlaag, omdat wij met complexe statuten moeten werken, die de publieke opinie niet kent. Als het CVP-congres een motie tegen de partij Forza Italia aanvaardt, heb ik daar geen moeite mee. We wilden alleen individuele leden opnemen, geen partij. Ofwel was die motie een hinderlaag en zei men niet wat men in feite bedoelde, ofwel was het een misverstand en begreep de indiener niet wat hij op papier zette.

De auteur is al jaren lid van het Europees parlement. Hij is bijgevolg vertrouwd met de spitsvondigheden.

MARTENS: (onverstoorbaar) Het was Raf Chanterie niet, het was de CDE-Kortrijk en ik ben niet zeker dat die wist waarover het ging. Chanterie heeft op het congres wel het woord gevoerd, maar hij is van Waregem, niet van Kortrijk. De publieke opinie en het congres beseffen onvoldoende dat er een wezenlijk onderscheid bestaat tussen de opname van individuele parlementsleden en de partij Forza.

Hebt u er een verklaring voor waarom niemand kraaide toen het Comité van de Regio’s een gelijkaardige verruimingsoperatie doorvoerde?

MARTENS: Absoluut niet. Ik geef wel toe dat de omvang van de operatie verschillend is. In het Europees parlement ging het over 20 mensen, in het Comité van de Regio’s over vier. Principieel is er echter geen verschil en had men dezelfde bezwaren moeten maken. Misschien ben ik naïef geweest. Nochtans heb ik CVP-voorzitter Marc Van Peel zeer uitvoerig over de besluiten van de vergadering in Bonn geïnformeerd.

Wanneer? Voor het partijbureau van 18 mei?

MARTENS: Natuurlijk. Ik verkeerde toen wel in de overtuiging dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen. Ik had in het Elysée een positief gesprek met president Jacques Chirac en er bestond goede hoop dat we langs die weg de zaken ten goede konden keren. Dat is niet gelukt en met veel huiver heb ik toen met Silvio Berlusconi contact opgenomen. Daarom is hij op 7 mei niet naar Dublin gegaan en mislukte het manoeuvre om een rechtse Europese partij op te richten. Op 11 mei ontmoette ik Berlusconi en voor ik Van Peel kon inlichten, lekte dat bezoek in de pers uit.

Werd u gerold?

MARTENS: Ik wist dat het zou gebeuren, want het paste in de strategie van Berlusconi. Ik kon echter niet terug, het ging tenslotte om een … (stilte) staatszaak.

Pleegde u overleg of handelde u op eigen houtje?

MARTENS: Op 24 maart kreeg ik in Bonn de opdracht om met Berlusconi, Chirac en William Hague contact op te nemen. Met mijn bezoek aan Berlusconi verhinderde ik de oprichting van een rechtse, concurrerende partij. Ik heb hem duidelijk gezegd dat we niet tot inhoudelijke toegevingen bereid waren of onze identiteit zouden prijsgeven. Hij gaf me toen de toespraak die hij kort voordien op zijn congres uitsprak. Het is een tekst die ik volledig kan onderschrijven en die op een CVP-congres op veel applaus onthaald zou worden. Als ik de tegenstanders van Berlusconi daarmee confronteer, zeggen die mij dat hij een uitstekende ghostwriter heeft… Blijkbaar hebben de woorden geen betekenis meer.

Was u de initiatiefnemer van de vergadering van 24 maart in Bonn?

MARTENS: Nee, dat was Helmut Kohl. Zijn medewerker Joachim Bitterlich had me vooraf gebeld en uitgenodigd om met de kanselier en de eerste ministers over het gevaar van een concurrerende partij te praten. Dat was het enige agendapunt.

De Italiaanse premier Romano Prodi was niet uitgenodigd. Een fout?

MARTENS: Ah, ja. Trouwens, bij het begin van de vergadering heeft Dehaene zich erover verwonderd dat Prodi niet aanwezig was.

Wie was verantwoordelijk voor die beslissing?

MARTENS: Omwille van de agenda vond Kohl de aanwezigheid van Prodi niet opportuun.

Werd Prodi nadien geïnformeerd?

MARTENS: Hij heeft de conclusies niet gekregen. Uiteraard niet, hij was niet aanwezig. Overigens is Prodi geen lid van een EVP-partij. Als hij op een EVP-top komt, is het omdat hij destijds door mij is uitgenodigd. Ik heb die bevoegdheid en sommigen hebben er destijds bij Kohl op aangedrongen om Prodi er niet bij te nemen. Hij heeft toen gezegd dat ik moest beslissen en ik deed dat.

In Cardiff nodigde u de Conservatief William Hague uit. Is dat voor herhaling vatbaar?

MARTENS: Dat valt niet uit te sluiten. Zolang premier Tony Blair geen lid van de christen-democraten is, kan ik hem inviteren.

Liet Van Peel, toen u hem over het conclaaf van Bonn informeerde, onmiddellijk zijn bezwaren horen?

MARTENS: Zeker en vast.

Toch ging u door.

MARTENS: Ik was me ervan bewust dat de moeilijkheden vergelijkbaar waren met de problemen die we tien jaar geleden met de Britse Conservatieven kenden. Dat was een even groot drama en als EVP-voorzitter werd ik maandenlang met het verzet van toenmalig PSC-voorzitter Gérard Deprez geconfronteerd. Tijdens het eerste gesprek met Van Peel geloofde ik nog dat een vergelijk met de gaullisten mogelijk was en we zo de lont uit het kruitvat konden halen. Vandaar de grote verwondering van Van Peel dat ik toch met Berlusconi sprak. De gesprekken met de parlementsleden van Forza schoten bovendien zeer vlug op omdat ze, in tegenstelling tot de Tory’s, wel bereid waren ons programma te ondertekenen. Alles kwam tenslotte in een stroomversnelling toen de gaullisten, omwille van mijn contacten met Berlusconi, Forza uit de fractie stootten en de medewerkers afdankten. Zo gaat dat onder zuiderlingen… Het presidium van de EVP, waar onder meer de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker lid van is, besliste vervolgens dat de fractie dit dossier moest afhandelen. Ik daarentegen vroeg om een politieke dekking en een voorafgaandelijke uitspraak van een EVP-top. Juncker stond echter op een low profile-aanpak en wou dat de partij er buiten bleef. Het gevolg was wel dat ik volledig in de wind stond.

Het CVP-bureau besprak het dossier op 18 mei en bracht de meningsverschillen meteen naar buiten. Waarom?

MARTENS: Ik heb daar geen verklaring voor. Om 13 uur was het al op het nieuws. De woordvoerder heeft het zelf naar de VRT gebeld en pas later het communiqué doorgestuurd. Zo kwam de hele affaire op de publieke markt. Blijkbaar tillen de hoge kringen van de partij er zeer zwaar aan.

Ten gronde is de CVP het niet eens met uw strategie.

MARTENS: De invloed van Prodi is hier belangrijk.

Dehaene-Prodi: één front?

MARTENS: Ik ben ook bevriend met Prodi, maar ik heb natuurlijk een andere opdracht. Ik bracht Prodi in de EVP. Ook met Kohl had Prodi een heel goede verhouding. Ze is trouwens nog altijd uitstekend. Dit is een zeer warme relatie, een vriendschap. Kohl overtuigde hem uiteindelijk om toch naar de EVP-top in Cardiff te komen. Omwille van mijn uitspraken op de persconferentie na de fractievergadering bleef hij toch weg. De Italiaanse journalisten wilden maar weten of Berlusconi ook een zitje op de EVP-toppen kreeg. Ik had er mij kunnen vanaf maken met een antwoord dat Leo Tindemans dikwijls geeft: “l’avenir appartient à Dieu”. Ik deed dat niet en zei dat ik het probleem op de top in Cardiff zou bespreken. Prodi werd daar woedend over en schreef me een boze brief die ik eerst in de pers moest lezen.

U wil een grote conservatieve partij.

MARTENS: Nee, niet conservatief, ik wil een volkspartij.

Van Peel en Chanterie willen de conservatieven buiten de EVP houden.

MARTENS: Ik niet, althans op Europees vlak. Ik wil geen concurrentie op mijn rechterflank, tenminste niet van democratische partijen. Van Peel wijst erop dat België een driestromenland is en dat hij grote principiële problemen heeft met een tweepartijensysteem. Afgezien daarvan zijn er de praktische problemen rond de processen van Berlusconi en zijn machtspositie in de media. Toen Van Peel onlangs over het decreet- Suykerbuyk en het samen stemmen met het Vlaams Blok werd ondervraagd, gaf hij toe dat Forza Italia geen extreem rechtse partij is. “Voor ons”, zei hij, “is die partij te rechts, maar ze is niet uiterst rechts.” Trouwens, op iedere vergadering van de EVP-top zegt Kohl dat hij Europa niet maakte om het aan de socialisten over te laten. Daarom moeten we ten minste 30 tot 35 procent van de stemmen verzamelen.

Dit lijkt op primair antisocialisme, dus een zwak argument.

MARTENS: Dat zegt u. Weet u dat de mensen van het Poolse Solidarnosc, die volgende maand op onze vergaderingen komen, zeggen dat we rechts moeten bevorderen, omdat links uit postcommunisten bestaat. Solidarnosc is er fier op dat het rechts is, terwijl het nochtans uit afgevaardigden van de vakbeweging bestaat. Ik had nooit de bedoeling om het partijenlandschap in de Benelux te veranderen – hoe zou ik dat ook kunnen? – maar ik moet wel rekening houden met de situatie in vele andere en dikwijls grotere landen. Het is mijn overtuiging dat een partij van dertig of veertig leden in het Europees parlement misschien interessant werk kan leveren, maar altijd een annex van de socialisten zal zijn. We moeten voldoende groot zijn om niet van de socialisten afhankelijk te zijn.

Meestal staan de christen-democraten dichter bij de socialisten dan bij de conservatieven. En toch wil u met de conservatieven optrekken om de socialisten te counteren. Dit is toch onzin.

MARTENS: Op Europees vlak zijn die verschillen niet zo groot als op nationaal vlak.

Herkent u zich nog? Ooit pleitte u voor progressieve frontvorming.

MARTENS:(vinnig) Jean-Luc Dehaene deed dat ook.

Nu ijvert u voor een conservatief front.

MARTENS:(verstoord) Dat is niet waar.

Zoals de Beierse CSU wil u de hele rechterzijde groeperen.

MARTENS: De grote uitdaging bestaat erin om de anderen van het federale Europa te overtuigen. Dat wordt bijzonder moeilijk, kijk maar naar de discussie over de subsidiariteit.

De socialisten aanvaarden de markteconomie, de zuinigheid en privatiseringen. Tussen u en hen zijn er nauwelijks nog meningsverschillen, tenzij over de postjes.

MARTENS: Ach, dat heeft geen belang. Dat behoort tot de interne keuken van het parlement en het is tijd dat we er grote schoonmaak houden. Dat moeten we samen met de socialisten aanpakken. Rond het inhoudelijke blijven er ook vandaag nog verschillen en wij willen als een autonome kracht op het beleid wegen.

Stoort het u niet dat niemand van de CVP u nu al een plaats op de Europese lijst toezegt?

MARTENS: Dat wordt pas later besproken. Nu formuleert iedereen zijn ambities. Dehaene deed dat, Luc Van den Brande eveneens, mijn ambitie is om opnieuw voorzitter van de EVP te worden. Nadien zien we wel.

Sommigen willen dat de partijvoorzitter niet langer de fractie leidt.

MARTENS: (misprijzend) De Hollandse stelling. Helmut Kohl wil daar absoluut niet van weten. Volgend jaar ben ik 63 en wil ik de laatste keer aan de verkiezingen deelnemen, want je mag dit werk niet onderschatten. De EVP is nu een ordentelijke partij, omdat er mensen waren die er zich dag en nacht voor inzetten.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content