Voor zijn herstel- en saneringspolitiek neemt premier Herman Van Rompuy een voorbeeld aan de heilige Augustinus, die zich tot de Allerhoogste richtte met de bede: ‘Schenk mij kuisheid en onthouding, Heer, maar nu nog niet.’

In afwachting dat de premier zijn budgettaire kuisheid van weleer herwint, draaien de debatten hier rond de recente, door media-adviseurs georkestreerde prietpraat van gewezen Fortisvoorzit-ter Maurice Lippens, het hoofddoekverbod en sinds eind vorige week ook rond de rellen met allochtone jongeren in de Brusselse gemeente Molenbeek. Vooral de hoofddoekkwestie en de opstootjes in Molenbeek joegen de talloze strijdlustige islamkenners die België en vooral Vlaanderen tellen, opnieuw in het want.

Om de tekorten op onze arbeidsmarkten op te vullen, en in de heimelijke hoop dat zij onze pensioenen zouden helpen betalen, hebben de Belgische en andere Europese verantwoordelijken diepgelovige gastarbeiders en hun families uit de Atlas in Noord-Afrika en Anatolië in Turkije overgeplant naar de meest seculiere samenleving ter wereld.

Dat, zoals de Amerikaanse publicist Christopher Caldwell schrijft, de migranten hun door droogte doorstoven hongerdorpen in de derde wereld zouden verlaten om de pensioencheques, het tweede verblijf, de wijnavonden en de snorkelvakanties van de Europese gepensioneerden te helpen betalen, bleek een foute berekening. De zonen van die eerste gastarbeiders, samengedreven en aan een werkloos bestaan overgeleverd in achtergestelde wijken zoals de Molenbeekse kanaalbuurt, worden al eens weerspannig. Als hun dochters er al niet op staan om altijd en overal die hoofddoeken te dragen. Dat zorgt voor nervositeit. En dan vallen er zwaarwichtige woorden en wordt er gezwaaid met de grote Europese waarden die wij zelf op de meest schabouwelijke wijze invullen.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest slaagt er maar niet in de omgang en de opvang van de allochtone bevolkingsgroepen te organiseren. Het is niet dat het Brussel ontbreekt aan federale hulp. Alleen wordt die vaak afgeleid naar andere bestemmingen.

De Brusselse bestuurders laten graag geloven dat de wereldfaam van de hoofdstad de welvaart van het land schraagt. Ze vergeten dat die faam, als die al bestaat, zich beperkt tot de vierkante kilometer waarbinnen de Europese buurt is gevestigd en die door de federale overheid wordt gefinancierd. Daarbuiten laten de bestuurders grote delen van hun gewest verkommerd liggen, tot de prijs van het vastgoed er laag genoeg is voor de bevriende projectontwikkelaars. Waarna de veelal allochtone en verarmde bewoners worden verjaagd naar nieuwe probleemwijken, en de laatste tijd zelfs richting Charleroi, waar de verkrotting nog groter en bijgevolg de woonkosten lager zijn.

Het Brusselse inkomen per capita blijft intussen dalen, de werkloosheid blijft stijgen. Ruim een kwart van de Brusselaars, vaak jongeren, leeft onder de armoedegrens. De kwaliteit van het Brusselse Franstalige onderwijs is zo bedroevend dat zelfs families van allochtone herkomst steeds vaker hun kinderen naar Nederlandstalige scholen sturen.

Intussen, zo stelde politicoloog Bleri Lleshi onlangs, tracht de Vlaamse Gemeenschapscommissie het Nederlands in Brussel te redden. Terwijl de Franstaligen alles in het werk stellen om dat Nederlands buiten de deur te houden en daarvoor graag de taalwetten naast zich neer leggen. Beide kampen worden in hun strijd bijgestaan door vorstelijk betaalde suppoosten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is immers één grote leugen, door subsidies in stand gehouden.

Binnenkort wordt daar nog een tweede leugen aan toegevoegd: de Brussels Metropolitan Region, het nieuwste glijmiddel, zo hopen ze stilletjes in de federale regering, om alsnog het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde opgelost te krijgen. Want het gaat hier om een feitelijke uitbreiding van Brussel, zeg maar een raid op de groene vastgoedreserves van Halle-Vilvoorde en de nationale luchthaven in Zaventem.

De Leuvense regio wordt opmerkelijk genoeg buiten het project gehouden. ‘Er is veel minder economische wisselwerking tussen Leuven en Brussel dan je zou denken’, suste de vertegenwoordiger van de Vlaamse werkgevers, die zo te horen nog nooit ’s morgen of in de vooravond de autoweg Leuven-Brussel nam. Zou het echt waar zijn dat de economische wisselwerking tussen de hoofdstad en het landelijke Galmaarden vele keren groter is dan die met Leuven? Hoe dan ook, als de promotoren van Brussels Metropolitan Region hun zin krijgen, genieten de inwoners van Halle-Vilvoorde binnenkort eindelijk van de bestuurlijke weldaden die de bewoners van Molenbeek, Sint-Gillis, Vorst, Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek dagelijks te beurt vallen.

BLOG! Reageer op blogs.knack.be/vancauwelaert

door Rik Van Cauwelaert

De Brusselse leugen wordt met subsidies in stand gehouden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content