De VU beslist of de CVP ook in Vlaanderen in de oppositie verzeilt. Maar dat is net erg riskant voor de VU zelf.

Een begeerde bruid. Zo omschreef Bert Anciaux de positie van de VU-ID21 na afloop van de verkiezingen. De alliantie was er op 13 juni minder op vooruitgegaan dan ze zelf had gehoopt, maar ze was wel zo goed als onmisbaar geworden voor de vorming van een Vlaamse regering. De VU zat op de wip: zowel een paarse (VLD-SP-Agalev) als een rooms-blauwe regering zou zonder haar niet over een meerderheid in het Vlaams parlement beschikken.

Op het eerste gezicht is dat een gedroomde situatie om de VU-strijdpunten – bestuurlijke vernieuwing en verdere staatshervorming – hoog op de politieke agenda te plaatsen. Maar eens de onderhandelingen over een Vlaamse vierpartijenregering (VLD, SP, Agalev en VU) begonnen waren, ging dat niet zo gemakkelijk.

“Vanaf de eerste dag legde de VU communautair zout op elke slak”, zegt een toponderhandelaar van een andere partij. De VU vond evenwel weinig gehoor. Het was al knap lastig om de vier partners met hun uiteenlopende programma’s op “gewone”, niet communautair geladen dossiers op één lijn te krijgen.

Een nieuw rondje staatshervorming was bovendien een van de laatste zorgen van de federale onderhandelaars (socialisten, liberalen en groenen). De Franstalige partijen hadden begin dit jaar de resoluties voor meer Vlaamse autonomie van de commissie Staatshervorming van het Vlaams parlement eensgezind en fel afgewezen. De VU’er Johan Sauwens had die commissie voorgezeten.

Het partijbureau van de Volksunie zag de donderwolk hangen en vreesde voor een heruitzending van de Vlaamse retoriek à la Luc Van den Brande (CVP-SP). De minister-president sprak de jongste jaren geregeld gezwollen taal over meer Vlaamse autonomie, maar vanuit dezelfde Vlaamse CVP vertrokken er andere signalen naar de federale regering van Jean-Luc Dehaene (CVP), die Van den Brande vervolgens in de woestijn liet prediken.

Het VU-partijbureau besloot daarom op 21 juni: “Het kan niet dat de partners op Vlaams niveau de resoluties van het Vlaams parlement zouden opnemen en zich op federaal niveau anders zouden gedragen.” VU-voorzitter Patrik Vankrunkelsven lanceerde daarop een zacht ultimatum. De VU wilde wel in een Vlaamse regering, maar dan moesten de drie regeringspartners de Vlaams-nationalisten het uitzicht bieden op meer Vlaamse autonomie.

Geen eenvoudig verzoek, vooral omdat de VU eind jaren tachtig door socialisten en christen-democraten eindeloos aan het lijntje werd gehouden over de derde fase van de staatshervorming. De VU zat toen wel in de Belgische regering en kon ook daar de zaak niet forceren. Deze keer maakt de VU geen deel uit van de Belgische regering, maar is ze wel onmisbaar voor het Vlaamse kabinet. Bijgevolg moeten andere partijen de VU-wensen op federaal niveau in vervulling laten gaan. De paarse partners (VLD, SP, Agalev) zetelen straks immers in de Belgische regering, die beslist over de verdere defederalisering van de staat.

De marges voor een nieuwe ronde in de staatshervorming zijn bovendien smaller dan de VU had gehoopt, omdat de vorige rooms-rode regering weigerde communautair gevoelige artikelen van de grondwet in herziening te stellen. De CVP beriep zich toen op grondwetspecialist André Alen (katholieke universiteit Leuven), die zegt dat veel bevoegdheden met een bijzondere meerderheid kunnen worden overgedragen. De VU neemt dat argument nu over, noodgedwongen.

ALS KOOPLUI OP DE MARKT

“De eerste dag van de onderhandelingen maakten we duidelijk dat het communautaire dossier voor ons belangrijk is”, zegt Patrik Vankrunkelsven. “Wij willen niet voor het plezier een rondje staatshervorming draaien. Onze analyse is dat, bijvoorbeeld, de versnippering van de bevoegdheden of het ontbreken van fiscale autonomie een efficiënt bestuur in de weg staan. De eis tot een staatshervorming sluit dus naadloos aan bij het streven naar een beter bestuur dat in de regeringsonderhandelingen de rode draad was van formateur Guy Verhofstadt (VLD).”

Volgens sommige onderhandelaars was de VU van in het begin te veel met de communautaire dossiers bezig. In elk geval konden de Vlaams-nationalisten hun gesprekspartners moeilijk overtuigen. “Ik kwam met onze eisen naar buiten omdat sommigen niet wilden begrijpen dat dit voor ons essentieel is”, zegt de VU-voorzitter daarover. “Het is beter om dat in het begin van de gesprekken duidelijk te maken. Daar tot het einde mee wachten, zou niet fair zijn. Verhofstadt schrok, maar bracht ook begrip op voor ons standpunt.”

Omdat een regeringsvorming het beste moment is om programmapunten te realiseren, wil de VU een aantal zekerheden voor ze in de Vlaamse coalitie stapt. Vankrunkelsven: “Een staatshervorming dwingen we niet tijdens de rit af. Daarover moet vooraf een akkoord bestaan. Voor ons moet dat niet gepaard gaan met maandenlange onderhandelingen bij de vorming van een regering. We willen wel een aantal zaken onmiddellijk of op erg korte termijn regelen en wensen voorts dat de agenda en de methode voor de langere termijn vastliggen.”

“Er is aan Waalse zijde een bereidheid om met een vergaande defederalisering een zekere rust te brengen. Ik voel er ook voor om onze wrevelpunten met minder tijdsdruk weg te werken. We kunnen niet staan roepen zoals kooplui op de markt. Maar dan moeten we wel een consensus over de agenda bereiken. Als een pak van onze eisen gewoon onbespreekbaar is, doet de VU niet mee.”

Op federaal niveau werken de onderhandelaars niet met de beruchte resoluties van het Vlaams parlement – die zijn voor Franstalig België taboe en ook de Vlaamse gesprekspartners SP en Agalev zijn het er niet altijd mee eens. Daar komt de gespreksstof uit het achthonderd bladzijden dikke rapport van de commissie Institutionele Hervormingen van de Senaat. Dat rapport is veel vager, weet Vankrunkelsven. “Er circuleert een lijst met zeventien punten uit dat rapport, waarover Franstaligen en Vlamingen het eens zijn. In feite gaat het om niet veel meer dan een deblokkering van een aantal zaken. Voor ons fundamentele zaken als fiscaliteit, gezondheidszorg, buitenlandse handel of ontwikkelingssamenwerking komen daar niet op voor.”

WE MOETEN IETS LATEN ZIEN

Afgelopen maandag legde het partijbestuur van de VU andermaal het mandaat van de onderhandelaars vast. Er moet meer duidelijkheid komen over het engagement van de federale regering ten aanzien van de staatshervorming en alvast de Vlaamse fracties van de paarse coalitie moeten zich achter de eis voor meer Vlaamse autonomie scharen.

De VU weet dat ze gevaar loopt als ze in een Vlaamse regering stapt op het moment dat de CVP zich bij de historische vijand van het Vlaams Blok in de oppositie vervoegt. Hugo Schiltz waarschuwt zijn partij daar dan ook voor (zie kader). CVP-voorzitter Marc Van Peel laat niet na om de VU nu al te kittelen. “Puur elektriciteit”, zegt een kaderlid van de partij.

Kan de VU de komende jaren geen meldenswaardige stappen naar meer Vlaamse autonomie zetten, dan dreigt de partij te verschrompelen. Dat beseft ook voorzitter Vankrunkelsven. “We willen van deze situatie gebruikmaken. Dit biedt ons de kans op een efficiënter bestuur en een verbeterde verhouding tussen Franstaligen en Vlamingen. Maar we willen de kar bewust ook niet overladen. Het is nooit onze bedoeling geweest om deze formatie onmogelijk te maken.”

Vankrunkelsven gelooft dus in de samenwerking met paars. “Brengt een coalitie met VLD, CVP en VU ons dichter bij onze Vlaamse eisen? Neen. Het enige verschil is dat die partners communautair dichter bij elkaar zouden staan. Maar in de praktijk levert dat niets op.”

Dat belet niet dat de VU zich op glad ijs begeeft. Tegelijk is de verleiding groot om de CVP naar de oppositie te verwijzen. “We mogen de CVP en het Blok niet de ruimte laten om ons naar de slachtbank te leiden. Als we zonder Vlaamse realisaties zouden meebesturen, zouden we de CVP natuurlijk voor de voeten kunnen gooien dat zij er de jongste zittingsperiode ook niets van bakte. Maar dat zal de oppositiepartij die de CVP dan is, worst wezen.”

“De andere partners moeten dat begrijpen en dus moeten Agalev en de SP ons die staatshervorming gunnen. De VLD heeft het daar wellicht minder moeilijk mee, al zingt die ook al minder de Vlaamse leeuw dan voor de verkiezingen. Wij willen het liefst met deze drie andere partijen aan een beter bestuur werken. Meer Vlaamse bevoegdheden vormen daarbij een essentieel onderdeel.”

Volgens andere onderhandelaars mag de VU gerust zijn: ze zal Vlaamse realisaties kunnen tonen. Er kan veel bewegen, zegt een niet-VU’er. Of dat voldoende zal zijn? “De VU is er natuurlijk een meester in om van halve overwinningen hele nederlagen te maken.”

BERT ANCIAUX WORDT ONDERSCHAT

Vankrunkelsven voert samen met Bert Anciaux de onderhandelingen namens VU-ID21. Maar voorts is het opvallend stil rond de man die op de Europese lijst een monsterscore van 323.000 stemmen behaalde. Anciaux rekent erop dat hij minister wordt. Lang niet alle parlementsleden en leden van het partijbestuur zijn daar even sterk van overtuigd.

Dat Anciaux bij de jongste verkiezingen per se naar het Europees parlement wilde en niet streed voor een extra Antwerpse of Brusselse zetel, is hem intussen bijna vergeven. Dat hij na zijn verkiezing zijn Europees mandaat onmiddellijk wil opgeven om minister te worden in de Vlaamse regering, ligt weer gevoeliger. Dat de leden van het partijbureau in de krant moeten lezen dat Anciaux incontournable is, deed hen dan weer denken aan de lijstvorming voor het Europees parlement. Toen kondigde Anciaux in Humo aan dat hij Europa verkoos boven een Belgische of Vlaamse zetel. Het kiescollege van de partij moest toen nog een uitspraak doen.

De populaire politicus mag alvast op de steun van Patrik Vankrunkelsven blijven rekenen. Die vindt dat Anciaux wordt onderschat. Bertje heeft nog een andere troef: hij is een Brusselaar en zo is er minstens één nodig in de Vlaamse regering. De andere partijen zien ook liever geen tweede Anne Van Asbroeck (SP) opduiken. Van haar ministerschap is alleen de geboorte van haar kind bijgebleven.

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content