Het botert niet tussen minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (PRL) en de top van de federale politie. De minister vindt dat de nieuwe structuren te zeer gelijken op die van de oude rijkswacht, dat te veel van de 10.000 federale politiemensen in de vroegere rijkswachtadministraties blijven hangen en er te weinig met politietaken worden belast. Kortom te veel (maar in de privé-sector niet te betalen) kelners, monteurs en tuiniers en te weinig flikken.

Duquesne uitte zijn kritiek voor het eerst op 17 mei bij de voorstelling van de nieuwe logo’s, uniformen en voertuigen van de federale en lokale politie. Hij verwijt de betrokken directies van de federale politie onder meer dat ze onvoldoende aandacht hebben voor de georganiseerde (Oost-Europese) misdaad. Zoals de minister vorige week in Knack verklaarde, zijn bij de hervorming van de politiediensten ‘de beschikbare mensen en middelen nog niet bijeengebracht om die bendes aan te pakken…’.

Dat de top van de federale politie mede door zijn schuld te laat geïnstalleerd werd om nu al resultaten te kunnen voorleggen, zet Duquesne kennelijk niet aan tot enige terughouding. En niet alleen de minister heeft kritiek. Ook de vroegere autonome vakbond van de Gerechtelijke Politie (nu SyPol) klaagde midden mei (zonder enige vorm van zelfkritiek) het bureaucratisch overwicht van de vroegere rijkswacht in de federale politie aan ( zie pag. 28).

Dit alles verklaart waarom Duquesne op 18 mei commissaris-generaal Herman Fransen van de federale politie een ultimatum stelde. De minister wou tegen 21 juni een gedetailleerde uiteenzetting over de strategische en operationele doelstellingen van de federale politie alsook een overzicht van alles wat nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken. In zijn brandbrief aan de commissaris-generaal suggereerde de minister hem de lectuur van het Handboek doelmatigheidsanalyse; prestaties begroten (KULeuven, 1997). Als de kopstukken van de federale politie echter iets in hun rijkswachtverleden hebben geleerd, dan is het wel management.

En toch trok de top van de federale politie op 11 en 12 juni met enkele medewerkers naar Anhée om onder andere het antwoord aan minister Duquesne voor te bereiden. Naar gewoonte blijft minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD) in dit soort debat aan de zijlijn. Hij stuurt een medewerker om te vertellen wat iedereen weet en laat collega Duquesne de vuile – maar ook voor justitie belangrijke – klus klaren.

Vorige week donderdag kreeg Duquesne, zoals gevraagd, een eerste reeks intentieverklaringen van de federale politie. Het blijft echter wachten tot 2 juli op een volledig antwoord. Dan kan de proef op de som (de afrekening met de rijkswacht?) beginnen.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content