Premier Verhofstadt had op ‘zijn’ Europese top in Gent al genoeg te stellen met Jacques Chirac en Silvio Berlusconi, en toen kwam uitgerekend Romano Prodi de avond verknallen.

Het protest van Prodi is immers zeer ongewoon, want zelfs de meest vergrijsde Europese journalist kan zich niet herinneren dat een Commissievoorzitter ooit een persconferentie van een Europese Raad boycotte. Zo’n opvallende lege stoel doet vervelende vragen rijzen en premier Guy Verhofstadt (VLD) greep onmiddellijk in. ‘U moet hier niets achter zoeken, Prodi heeft zich verontschuldigd, want ook voor hem was het een lange dag.’

Nog geen twintig minuten later vertelden de naaste medewerkers van de eerste minister een heel ander verhaal. Daarin stond het grote ego van Prodi centraal, alsook zijn onbegrip voor de rechten van het voorzitterschap. ‘Op een Europese top staat de Commissie in dienst van het voorzitterschap en niet omgekeerd. Als Prodi daar niet mee kan leven, is het zijn probleem, niet het onze. Overigens hebben wij Prodi niet aangewezen, het is een erfenis uit het verleden. Hij was al in functie toen deze regering van start ging.’

Er zit dus een haar in de boter en als het voorzitterschap de dingen niet vlug onder controle krijgt, dreigt een open conflict met de Europese Commissie en zit de Unie met een institutionele crisis opgescheept.

De machtsstrijd tussen Europese Commissie en Raad is niet nieuw. Hoewel de regeringsleiders zeggen dat ze een sterke Commissie en dito voorzitter willen, valt daar in de praktijk weinig van te merken. In 1994 wezen ze Jacques Santer en niet Jean-Luc Dehaene aan om Jacques Delors op te volgen. Zo hadden ze de waterdichte garantie dat de Commissie de chefs niet voor de voeten zou lopen en zeker geen eigen koers zou varen, zoals Delors maar al te vaak deed.

Op een persconferentie waar de open brief ‘Europa moet ontwaken’ van dertien elder statesmen werd toegelicht, velde een voormalig eerste minister een meedogenloos vonnis over de positie van de Commissie. ‘Sinds enkele jaren is haar invloed op een Europese Raad haast onbestaande.’ Toen Prodi een dag voor de top van Gent over dat oordeel om een reactie werd gevraagd, werd hij heel geëmotioneerd en volgde een onstuitbare Italiaanse woordenvloed. ‘Als de Commissie op zeker ogenblik invloed verloor, is het niet haar fout. Niet zij, maar anderen hebben de Europese bevoegdheden over vele pijlers versnipperd. De jongste twee jaar is het terreinverlies van de Commissie alleszins gestopt en ik ben er zeker van dat ze op het einde van deze zittingsperiode een stuk machtiger zal zijn dan in het begin.’

EEN ROMAN VOOR AMìLIE

Voor Prodi is er dus werk aan de winkel, maar evengoed voor het Belgische voorzitterschap dat nog maar eens zijn draaiboek van 2 mei moet bijsturen. Toen werden de zestien Belgische prioriteiten bekendgemaakt en sindsdien kwam er veel loodgieterswerk aan te pas om het voorzitterschap op de rails te houden.

Op 21 juli was er de dood van Carlo Giuliani op de Piazza Gaetano Alimonda in Genua, op 11 september waren er de aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon. Telkens weer moest de regeringstop een koerscorrectie doorvoeren en dat vereiste soms grote stuurmanskunst. Het werd pas echt moeilijk toen de Italiaanse premier Silvio Berlusconi zich geroepen voelde om domme dingen over de superioriteit van de westerse beschaving te vertellen en minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL) hem in een tv-spelletje van antwoord diende. Berlusconi kreeg van Michel een nul op tien, net als de Taliban. Toen vice-premier Laurette Onkelinx (PS) dat een week later in hetzelfde tv-programma nog eens dunnetjes overdeed _ Berlusconi kreeg één op tien _, was in Rome het hek van de dam. Ambassadeur Patrick Notomb kreeg op het Italiaanse ministerie een bolwassing, waar dochter Amélie een hele romancyclus mee kan vullen. De ambassadeur zelf hield het bij één lange telex, en op het departement moesten ze naar adem happen toen ze kennis namen van het epistel. Vooral het zinnetje ‘sinds de oorlog waren de diplomatieke relaties tussen België en Italië nooit slechter’ werd naar vele bevoegden en onbevoegden doorgemaild.

Woensdag, in Luxemburg, werd het Michel duidelijk dat Berlusconi op maximale beschadiging uit was en dat alleen Verhofstadt redding kon brengen. Het onderhoud met Renato Ruggiero, de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken met wie Michel tot dusver bijzonder goed kon opschieten, werd een afknapper. Na tien minuten werd het gesprek afgebroken. ‘Verder praten had geen zin meer. Het enige dat Ruggiero wou, was dat Michel op zijn knieën vergiffenis vroeg’, zo resumeerde iemand uit de Belgische delegatie de tête-à-tête. Omdat de Gentse top volledig de mist in dreigde te gaan, probeerde Verhofstadt Berlusconi per brief in zijn beste Italiaans duidelijk te maken dat Michel het gebeuren ten zeerste ‘betreurde’.

Geen excuses dus en het was bang afwachten of Berlusconi daarmee genoegen nam. In de vooravond kwam het verlossende telefoontje en leek de weg vrij voor een succesvolle Gentse top. Dat was buiten de Franse president Jacques Chirac gerekend die, met verkiezingen in zicht en de dwarse houding van de Belgen in Nice in het achterhoofd, op het allerlaatste moment een top van de grote drie bijeenriep. In kleine kring zouden ze over serieuze, dus militaire, zaken praten.

Opnieuw zat Verhofstadt in de knel. Met de weinig geloofwaardige uitleg dat er slechts over technische problemen gepraat werd en dat de vergadering nauwelijks tien minuten had geduurd, probeerde hij zijn top te redden. Dat lukte slechts gedeeltelijk, want zowat alle media zoomden ’s anderendaags in op de bijeenkomst van de grote drie. De eigenlijke agenda van de top, de toekomst van de Unie en de inhoud van de Verklaring van Laken, haalde nauwelijks de kranten en nergens de voorpagina’s.

DISSONANT DUET IN WASHINGTON

Daarbovenop kwam dus de zaak-Prodi, die de Gentse top voor Verhofstadt helemaal verknalde. Het is niet de eerste keer dat een Commissievoorzitter met de voorzitter van de Unie in aanvaring komt, maar het is wel zeer ongewoon dat het tot een publiek incident komt. Dat dit uitgerekend onder het Belgische voorzitterschap van premier Verhofstadt gebeurt, is haast onbegrijpelijk. België was altijd een van de meest loyale en overtuigde verdedigers van een sterke Commissie. Het is een van de taaiste axioma’s van de Belgische diplomatie en hopelijk blijft dat zo.

Nog onbegrijpelijker is dat Verhofstadt en Prodi met elkaar in aanvaring komen. Ze praten Italiaans met elkaar, houden van dezelfde wijnen en trekken er geregeld in gezelschap van Eddy Merckx of Roger De Vlaeminck met de fiets op uit. Sinds de persconferentie na de bijzondere Europese top in Brussel van 21 september liep het echter goed fout en enkele dagen later ontving Verhofstadt een boze brief van de Commissievoorzitter. Als we samen een persconferentie geven, zo schrijft hij ongeveer, reken ik erop dat ik een faire kans krijg en is het ongepast dat u een monoloog houdt. Prodi kondigde alvast aan dat hij op de top van Gent zelf een persconferentie zou houden. Dat ontlokte bij Verhofstadt een droog njet.

Ook de gemeenschappelijke ontmoeting van Verhofstadt en Prodi met de Amerikaanse president George W. Bush was geen onverdeeld succes. Het stoorde Verhofstadt zeer dat Prodi hem tijdens zijn exposé in het Witte Huis voortdurend onderbrak. ‘Bovendien’, aldus de entourage van de eerste minister, ‘deden vele opmerkingen niets ter zake en moest Verhofstadt ze daarna weer corrigeren.’ De trip naar Washington waar de pers niet voor werd uitgenodigd, was dus geen overtuigende demonstratie van Europese cohesie en efficiëntie. Europa kwam met z’n tweeën naar Washington en sprak er ook met twee stemmen. Bush hoeft de bandopname van het bezoek maar af te draaien en hij hoort opnieuw de door Amerikanen zo misprezen Europese kakofonie.

In Gent botsten twee ego’s, maar er is natuurlijk meer aan de hand. Sinds het vertrek van Delors wordt de Europese Commissievoorzitter door de regeringsleiders nog maar met weinig respect behandeld. Santer kon er probleemloos mee leven, zolang hij een glas champagne en een limousine met chauffeur in de buurt had. Prodi is trots en slikt de affronten niet langer. De manier waarop ze in Gent op zijn interpellaties reageerden, was soms gênant. Sommige delegatieleden hielden een sanitaire stop, anderen begonnen te sms’en naar een collega aan de overkant van de tafel. Niet over de eindtermen van Europa, wel over de woordenbrij van de Commissievoorzitter.

Na elke Europese top zijn er wel enkele regeringsleiders die off the record vertellen dat Prodi een echt probleemgeval is. Vier jaar geleden zeiden andere regeringsleiders hetzelfde van Santer en acht jaar geleden kon je soortgelijke opmerkingen horen over Delors. Er is een middel om van de Commissievoorzitter een gelijke van de nationale chefs te maken: de rechtstreekse verkiezing. Daar willen de regeringsleiders dus niet van weten. Ze willen de Commissievoorzitter zelf blijven benoemen en telkens wanneer het hen goed uitkomt, zijn legitimiteit kunnen betwisten.

Paul Goossens

Prodi is trots en slikt de affronten niet langer.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content