Jan Delvaux
Jan Delvaux Belpopkenner

Het Internet gaat straks de verkeerslichten en het geldverkeer sturen. En dus zijn er bewakers nodig. Die laten zich aanspreken als “geeks” en zijn jonge computerbollebozen die op de informatiesnelweg een sociaal leven vinden.

Terwijl het Internet voor het gros van de mensheid nog een vingeroefening is, wordt in de laboratoria naar een hoger voltage overgestapt om een cultuurschok van stroom te voorzien. “Binnen tien jaar zal ip (internet protocol) even belangrijk zijn als elektriciteit”, zegt Stijn Bijnens. “Trek vandaag de stroom uit en we moorden elkaar uit. Met ip wordt dat net zo. Het is een taal waarmee systemen communiceren. Een afspraak hoe je data van de ene computer naar de andere overbrengt. Die computer kan ook je televisie of je broodrooster zijn. Wanneer die ip gaat praten, kan je bijvoorbeeld vanop je werk zien of er nog een pizza in de diepvriezer ligt. Het Internet wordt de ruggengraat die al die ip-pakketten gaat verbinden.”

De jonge computerwetenschapper heeft zijn vooruitziend vermogen al bewezen met het snelgroeibedrijf NetVision. De zoveelste hoogtechnologische kongsi uit de onderzoeksschoot van de Leuvense universiteit. En een van de vele kennisfabriekjes die hier de jongste tijd opgeld doen. Zijn visie op het Internet heeft alles te maken met de beveiliging van dat wereldwijde web. Dat leert straks niet alleen huishoudapparaten praten. Het wordt de piloot van heel wat vitale delen van de samenleving. “De verkeerslichten zullen bijvoorbeeld via ip verbonden zijn. En alle nutsvoorzieningen. En het geldverkeer. Internetbankieren wordt erg belangrijk. Omdat het goedkoop is en omdat alle softwaresystemen zich daarop aan het afstemmen zijn. Binnen elke bank praat alles al ip. En straks wordt het Internet de drager voor de geldstromen tussen de banken.”

Waar zoveel te rapen valt, zwemmen natuurlijk haaien rond. En dus sleutelen de boswachters druk aan codes om de nationale schatten te beveiligen.

EEN GEEK IS EEN FREAK

Een voormalig kloostergebouw aan de rand van de langste toog van Europa. Hier huizen enkele bewakers van de kroonjuwelen. Het zijn veelal prille twintigers die nog maar net aan de auditoria zijn ontsnapt. Ze stapten er buiten met een grote doos technische kennis en rode ogen van het lange schermkijken. Om vervolgens vreedzaam met soortgenoten te gaan samenwonen dankzij, via en ten dienste van het Internet.

Welkom in de biotoop van de geeks. Dat woord betekent zoveel als bolleboos of whizzkid en is komen overwaaien uit Silicon Valley en Seattle. Zeg maar de Amerikaanse thuislanden van de informatica. Die nieuwe elektronische orde wordt treffend en vooral hilarisch beschreven in het boek “Microserfs” van de Canadees Douglas Coupland. De vermaarde auteur van “Generation X” maakt een röntgenfoto van de geekcultuur op een campus van Microsoft in Seattle. Daar testen enkele volgelingen van Bill Gates een eigen en complex sociaal weefsel op zijn degelijkheid.

Een dagelijks ritueel is het omrekenen van de beurswinst naar de 78 miljoen aandelen van de baas. De geeks houden ook nauwgezet lijstjes bij van onderwerpen die zij graag voorgeschoteld willen krijgen bij een eventuele deelname aan de televisiekwis Waagstuk. Zoals de slogans op Amerikaanse nummerplaten. Of langharige popgroepjes uit de jaren tachtig. Of de dood van IBM. Hun schermverslaving leidt ook tot onwezenlijke discussies over flat food. Hoe meer eetbaars er onder de deur van hun kantoor kan worden geschoven, hoe minder ze immers hun eenzame werkzaamheden moeten onderbreken voor aardse noodzaken.

Zulke geekkolonies waren tot voor kort veeleer uitzonderlijk bij ons. De Verenigde Staten waren de software en de hardware van de computerwereld. De opleidingen zijn er hier ondertussen met rasse schreden op vooruitgegaan en het entrepreneurschap is op de voet gevolgd. Er wordt zowel in de niches als op de grote velden meegespeeld.

De geekcultuur kreeg een kans om over te waaien en greep die ook. Al is ze onderweg heel wat van haar clichés kwijtgeraakt. De oorspronkelijke prototypes van het geekdom waren mannelijke asociale monomaniakken met het charisma van een kaasrasp. De nerds met de bleke huid en de brilletjes die zich op de been hielden met junkfood en chocomelk. De evolutieleer heeft de soort danig aangetast. Vandaag zijn er geeks in alle maten en vormen. Iedereen die gedreven met iets bezig is, mag de eretitel dragen. Al springen de technologische geeks er nog altijd bovenuit. “Een geek is eigenlijk een freak”, zegt Marc, “Je kan ook een geek zijn in talen of wiskunde of muziek. Alleen valt het bij ons misschien wat meer op omdat we een van de weinige beroepen hebben waar de grens tussen werk en hobby erg vaag is.”

De Leuvense geeks zitten volop in een periode van ontvlooiing. Heel wat uiterlijke versierselen van het Amerikaanse model werden uitgetest en weer afgevoerd. Chocomelk werd afgezworen wegens te veel calorieën, de gamesmania is tot aanvaardbare proporties herleid en ook in junkfood werd een gezondere maat gevonden. Het zijn evenzeer geeksymptomen als restanten van een studentenleven dat nog niet helemaal is uitgewuifd. Uit die tijd stamt ongetwijfeld ook hun voorkeur voor werktijden die kunnen glijden. “Ze dwingen dat ook af”, zegt geekcoach Bijnens. “Ik denk dat je geen enkele geek moet vragen om ’s ochtends in de file richting Brussel te gaan staan. Niet dat ze een voorkeursbehandeling vragen. Maar hun werkbeeld is gewoon helemaal anders. Ze rekenen niet in uren per week maar in het volume dat ze binnen die termijn kunnen realiseren. Het wanneer en het hoe interesseert hen niet.”

EEN PLAATS VOOR BETOVERING

Geeks werken zeer hard maar leren hun fanatisme proefondervindelijk doseren. “Je kan dat niet volhouden. Anders brand je op”, zegt Tom. “Ik probeer me ook nog met andere dingen bezig te houden. Ik sta bijvoorbeeld in de leiding bij de scouts. Maar het kan ook gebeuren dat ik totaal geen goesting heb om sociaal te zijn en in hackmode ga. Ik hou wel van die afwisseling.” De geschiedenis leert ondertussen dat het geekdom een fase is. Een periode waarin een doorgedreven passie wordt gebotvierd. En waar vind je meer tijd en minder afleiding dan tijdens je studentenjaren? “Ik heb nog niet veel geeks ontmoet die ouder zijn dan dertig”, zegt Bijnens. “Op een bepaald moment veranderen hun interesses en prioriteiten en zie je hen evolueren naar de rol van business managers.”

Het is een toekomstbeeld dat jonge geeks zeer zeker angst zal inboezemen. Want business staat synoniem voor suits en die liggen hen niet. Met de verkoopmensen binnen het bedrijf zijn ze in een eigentijdse versie van “West Side Story” verwikkeld. Ze zijn een andere wereld. Een noodzakelijk kwaad dat ze wel aanvaarden maar dat hen niet wezenlijk interesseert. “Geeks vinden een vlakkehiërarchie en freedom of behaviour belangrijk”, zegt beveiligingsspecialist Christophe Huygens. “En je moet ze een ruimte geven waar plaats is voor magie en betovering.” Rivaliteit is er nauwelijks. Niemand voelt de behoefte om de kaas van andermans brood te jatten. “Vooral de inhoud van de job is belangrijk voor hen”, zegt Bijnens. “Kennis en technologie gaan ver voor op alles. Daar clusteren ze rond samen.”

Bij NetVision hebben de geeks hun eigen mailinglist en bezetten ze grote ruimtes waar de dag vrijwel traditioneel begint met een grap over Bill Gates. De geekwereld loopt niet hoog op met de rijkste man ter wereld. “Geeks zijn op een aantal vlakken erg extreem. Ze keren zich vooral tegen Gates – en dit is zeker geen statement van mijn kant – omdat hij niet voor open standaarden en open technologie staat of te vinden is.” Tijdens de middagpauze nemen ze hun kantoor gewoon mee in de buitenlucht. “Het is gewoon verschrikkelijk als wij met de geeks onder elkaar gaan eten”, zegt Marc. “Sinds kort werkt hier een technical writer. Dat gaat allemaal zo boven haar hoofd. Hoe noemde ze het ook weer? Een absurd toneelstuk.”

Geeks voelen zich de herauten van een veranderend tij in het bedrijfsleven. “Een nieuwe cultuur waar wij de exponent van zijn”, zegt Laurent. Naast een andersoortige werkconstructie is ook kledij een kostbaar punt. “Waarom moet je eigenlijk zo’n lapje stof op je borst hangen? Waar zijn we toch mee bezig? Pas op, ik vind dat je er netjes moet uitzien. Maar een das slaat toch nergens op.” Die lossere mentaliteit is het kind van een waardensysteem dat er heel anders uitziet dan het traditionele huisje-tuintje-kindje. Het is een soort van non-conformisme waaruit vaak en om de verkeerde redenen wordt afgeleid dat ze asociaal zijn. “Hun waarden zijn gewoon anders”, zegt Bijnens. “Ze zoeken hun voldoening in technologische bevrediging. Sociale status kan hen nauwelijks bekoren. Ik ervaar de geeks overigens als zeer sociaal. Misschien is hun wereld wat kleiner. Maar tegenover die kleine omgeving zijn ze uiterst loyaal. Ze zullen je bijvoorbeeld altijd uit de nood helpen als er een deadline moet worden gehaald. Als ze ergens voor gaan, geven ze zich totaal. Geeks zijn zeer intelligent en ze weten dat ook op een positieve manier. Het zijn fiksers die graag problemen oplossen. Zonder dat ze daarmee de kranten of het nieuws willen halen. Ze zoeken hun erkenning binnen hun eigen cultuur.”

Zolang ze gerespecteerd worden in wat ze wel of niet willen doen, zullen geeks perfect binnen een organisatie functioneren. En omdat ze broodnodig zijn in een snelle en innovatieve wereld als het Internet, kunnen ze die privileges ook afdwingen. “Als je snelwerkende producten op de markt wil brengen en werkt voor high end-klanten bij wie alles steeds honderd procent in orde moet zijn, heb je geeks nodig”, zegt Bijnens. “Ze zijn de voorspelers die de bal in het doel moeten schoppen.”

AFFINITEITEN MET STAR TREK

Dat Internet is een ware big bang geweest voor de geekcultuur. Plotseling werden al die fysieke eenzaten die op hun slaapkamer software zaten te schrijven met elkaar verbonden. Langs de informatiesnelweg bouwen ze een sociaal leven op. “Het is het primaire communicatiemedium voor geeks”, zegt Marc. “Ik heb in mijn vrije tijd projecten lopen met mensen uit Duitsland en de Verenigde Staten.” De echte fanatiekelingen ondertekenen hun elektronische post met hun geekcode. Op dat cryptische visitekaartje staan letters die met een wisselend aantal plussen en minnen worden aangevuld. Daarin zit informatie verscholen over hun levensstijl. Zaken als lichamelijke kenmerken, aantal vriendinnetjes, politieke strekking of favoriete drankjes. In de Verenigde Staten is Mountain Dew momenteel de populaire geekdrank. “Maar uiteindelijk doe je daarmee wat je wilt. On the Internet nobody knows you’re a dog.” Vaste waarden in de geekcode zijn het favoriete operating-systeem en de affiniteiten met Star Trek. “Ik kijk persoonlijk nooit naar Star Trek”, zegt Tycho. “Maar ik kan mij voorstellen dat het veel interessanter is voor geeks dan ‘The bold and the beautiful’. Er zit een soort van technische humor in. En je hebt natuurlijk al die leuke gadgets.” Er zijn trouwens nogal wat fanatieke Trekkies die met elkaar converseren in de bijhorende SF-taal Klingon. De televisieserie lijkt het qua populariteit echter steeds meer te moeten afleggen tegen de stripfiguur Dilbert. “Hij is een ingenieur die wel grappige dingen doet”, zegt Tom, “En de humor is vaak van het soort waar je technisch voor moet zijn om de jokes te snappen.”

Een belangrijk tankstation voor geeks is de website Slashdot. Een soort van elektronische krant voor techneuten. ” News for nerds. Stuff that matters. Daar vind je nieuwtjes die geeks interesseren. Techiestuff voor mensen die dezelfdeframe of mind hebben.” Het Internet is ook de plek waar de geeks aan een gezamenlijk magnum opus werken. Dat heet Linux en is een operating system dat gratis van het net kan worden geplukt. Ene Linus Torvaldts lanceerde in 1991 een eerste primitieve versie die uit onvrede met de bestaande software tot een ware hit is uitgegroeid. “Bij Windows en Macintosh krijg je een kant-en-klaar pakket. Als er iets is wat je niet bevalt, kan je dat niet weggooien. Bij Linux heb je echter de broncode en kan je zelf zoveel sleutelen als je maar wil. Dat lokt heel wat hobbyisten en fanatici en leidt op termijn tot een superieur systeem. Want de ganse gemeenschap schrijft mee. En Linux blijft constant in beweging. Er zijn al momenten geweest dat er op één dag twee nieuwe versies uitkwamen.”

Geeks vinden het erg belangrijk dat het Internet een vrijplaats is waar iedereen ongestoord kan rondlopen en zijn mening mag uiten. Het stoort hen niet dat je er zo recepten voor bommen of LSD kan oprapen. ” Bill Clinton wou enige tijd geleden een Common Decency Act uitvaardigen tegen alles wat onzedig is”, zegt Laurent. “Toen zijn vrijwel alle websites 48 uur zwart gebleven. Het is immers een heikele materie. Je moet inderdaad kinderpornosites bannen. Maar moet je dan ook discussiegroepen rond dat thema verbieden?”

DE INBRAAK IN HET PENTAGON

Het Internet is een wereld die geeft. “Het is een nieuwe industriële revolutie die wij vanop de eerste rij mogen beleven en meemaken. Ik heb thuis geen telefoon meer. Als ik met vrienden naar de film wil gaan, stuur ik een e-mail rond. These are the nineties!” En het Internet is een wereld die neemt. Want de geeks zijn de pioniers die het nieuwe medium helpen ontginnen. De geeks van NetVision werpen zich op als de waakhonden van het net. Hoe denken ze dat de goegemeente zal reageren wanneer die te weten komt dat prille twintigers in T-shirts de belangrijkste kanalen van het land in de gaten houden? “Dat zal misschien wel een cultuurschok zijn”, zegt Marc. “Maar zo vreemd is dat ook weer niet. Onze branche is zo jong dat je onmogelijk veel ervaring kunt hebben. Alles gebeurt immers onder je ogen. Wat het ook spannend maakt. Er zijn maar weinig jonge mensen die de kans krijgen om met zulke belangrijke dingen bezig te zijn.” Al wordt ook dat weer gerelativeerd. “Ik sta er eigenlijk niet al te zeer bij stil dat de bescherming van gegevens een essentiële functie wordt in de maatschappij”, zegt Laurent. “Wij houden het land misschien runnend op het vlak van Internet. Maar vuilnismannen doen even belangrijke dingen op hun terrein. Akkoord. Het geeft wel een verantwoordelijkheidsgevoel. En je bent natuurlijk een beetje trots als je bijvoorbeeld belangrijke nationale en internationale instellingen mag beveiligen.”

Het is een kunst die nog volop in ontwikkeling is. Een ambacht dat van mentor op leerling overgedragen wordt. “Twintig jaar geleden had je de art of programming. Die kun je ondertussen op de universiteit leren”, zegt Christophe Huygens. “De art of security wordt echter nog niet wetenschappelijk onderricht. Die gaat eigenlijk een beetje van vader op zoon over.” Beveiliging is best een harde stiel. Huygens stelt het voor alsof je vanuit een stilstaande wagen op een bolide schiet die aan 300 kilometer per uur komt voorbijgezoefd. De technologie beweegt zo snel dat de beveiliging onherroepelijk mee in stijgende lijn moet gaan. “Het komt erop aan om het gat tussen wat je doet en wat nodig is zo klein mogelijk te houden. En daar heb je flitsers voor nodig.”

Van de jagers naar de stropers. Waar eerst wat woordenschat gewikt en gewogen wordt. De buitenwacht kent alleen de hackers. Een gangbare term voor snoodaards die inbreken in netwerken. De ingewijden maken echter een onderscheid. Krakers met slechte bedoelingen noemen zij crackers of breakers. Hackers zijn de bravere exemplaren. Het zijn mensen die er plezier in vinden om rond te lopen op plekken waar ze niet mogen komen en die zich hooguit aan wat practical jokes wagen. Dat hacken is een sport met een grote aantrekkingskracht op wassende geeks. “Op de universiteit houdt iedereen zich er wel mee bezig”, zegt Marc. “Gewoon voor de kick en om speciale privileges te krijgen. Het is een overgangsritueel om uit te vissen of je het eigenlijk wel kan.”

En zo zijn er natuurlijk duizenden. Het Internet is een populaire speelplaats voor grapjassen. Zo kregen de Spice Girls vorig jaar het bezoek van inbrekers die de vijf omtoverden in kale aliens. Zogezegd als protest tegen de uitwassen van de popcultuur. Een andere manier om studentengrappen te verpakken. Het Internet is ook een slagveld voor mensen met meningen. Vorige maand verschenen er plotseling beelden van noodlijdende Bulgaarse kinderen op de website van Cartoon Network in Groot-Brittannië. En een paar jaar geleden was er een ophefmakende kraak bij de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij AirTran. Dat was de nieuwe naam waaronder Valujet haar operaties wou herstarten na een crash waarbij 110 slachtoffers vielen. Het bedrijf had de boeken toen wegens nalatigheid moeten sluiten. De maskerade werd echter meteen blootgelegd. De slogan “The making of a new airline” werd veranderd in “So we killed a few people, big deal”. En het opstijgende vliegtuig op de homepage kreeg vlammen opgeschilderd.

Toch zijn gevaarlijke inbraken veeleer uitzondering dan regel. “Goh, je hoort dan dat er is ingebroken in het Pentagon”, zegt Tom. “Dat gaat dan over een inbraak op een website die publiek toegankelijk is. Wat geen gevolgen heeft voor de interne beveiliging.” Soms worden ook de boswachters stropers. De geeks van NetVision worden geregeld door bedrijven als inbrekers ingehuurd. Geheel onverwacht of gewoon op vraag testen ze de waterdichtheid van de beveiliging. Ethical hacking heet dat. Anderzijds wordt getracht om mensen te laten infiltreren in hackermilieus en vitale inbraakkennis te sprokkelen. Hoe groot is de verleiding wanneer je als hoogtechnologisch jongmens bijvoorbeeld in de ingewanden van een grote bankinstelling mag rondlopen? En je met een kleine graai levenslang naar de Antillen kan verdwijnen?

“Als je echt evil bent, zou je dat misschien kunnen doen”, zegt Tom. “Maar als je een technisch persoon bent met een technische interesse, is het je drijfveer om dingen te doen die juist zijn.” Waar zou zo’n dissidente geek zich trouwens tot het einde van zijn dagen mee moeten bezighouden? “Ik denk niet dat geeks geïnteresseerd zijn in macht of geld. Hoe kunnen ze daar dan de waarde van inzien?”

IK STEEK STEKKERS IN COMPUTERS

Over naar 2003. De Canadees Mark Fabro bekijkt het Internet door ogen die naar eigen zeggen vijf jaar voorspong hebben op de Europese situatie. Binnen het bedrijf Secure Computing heeft hij een team van experten rondom zich verzameld dat voor alle grote Amerikaanse overheidsinstellingen werkt. “Ik denk dat hij daar hallucinante dingen moet tegenkomen”, zegt Christophe Huygens. “Kernkoppen die bijna de lucht ingaan en zo.” Fabro beaamt het alleen met zijn ogen. Net als iedereen in de beveiligingswereld is hij immers gebonden aan een strikt stilzwijgen. Hij wil alleen loslaten dat de overheid door zijn omvang en zijn vele vertakkingen veel kwetsbaarder is dan de industriële wereld.

Als aankomend astrofysicus bracht de man zijn universiteitsjaren al hackend door. Zonder daarbij ooit brokken te maken. “Iedereen is vandaag geïntrigeerd door hackers omdat ze salarissen kunnen aanpassen of schooluitslagen veranderen. Ik heb ook die mogelijkheid gehad en toch heb ik niets gedaan. Omdat ik op die plek niet hoorde te zijn. Op zo’n moment denk je niet aan het veranderen of verbeteren van de wereld. Integendeel. Als ik daar kan geraken, kunnen anderen dat ook. En dus is er een groot probleem.”

Het beangstigt Fabro vooral dat tieners met enige interesse voor informatica zonder al te veel moeite kunnen inbreken. Computerapparatuur is steeds goedkoper en vernuftiger geworden. Wie op een muis kan klikken, kan ook een netwerk aanvallen. En kan daar in zijn enthousiasme en onwetendheid heel veel schade aanrichten. Fabro trekt in de tegenaanval met zijn A-team. “Dat waren wel neige gasten”, zegt Tom die op werkbezoek bij Secure Computing is geweest, “Maar de sfeer waarin die leven is volledig anders. Het leek sterk op een droomwereld die daar door de makers van James Bond was neergeplant.” De mannen van Fabro zien er ook een beetje als veiligheidsagenten uit. Zij het in een erg moderne versie. “Als we ergens voor het eerst binnenkomen, heeft men altijd zo iets van: waauw, dit zijn de echten. Struise mannen met lang haar, zwarte pakken en zonnebrillen. Of zoals ik met tatoeages en oorringen. Hoewel we dat niet met opzet doen, is het effect best prettig. Gaandeweg ebt de schrik aan de andere kant weg en merken ze dat wij gewone mensen zijn. Wat nog maar eens bevestigt dat er geen enkele reden is waarom ik mijn uiterlijk zou moeten aanpassen.”

Fabro werkt nauw samen met de hackerunderground. Omdat hij ervan uitgaat dat die nooit zal verdwijnen. Dus kan je maar beter contact houden en proberen om er zoveel mogelijk vitale informatie los te weken. Fabro kan die maar al te goed gebruiken. Net als NetVision werkt Secure Computing voor de absolute bovenkant van de markt. “Transacties tussen twee banken bijvoorbeeld waar ik dan moet proberen om een storting van honderd dollar in een miljoen dollar te veranderen zonder dat iemand het opmerkt.”

Die beveiligingstesten hoeven niet altijd ernstig te zijn. “Het is al een paar keer gebeurd dat het bedrijf speciale boodschappen voor ons in het systeem had verstopt. Dan krijg je ineens “Dag Mark” op het scherm te lezen. Soms moeten we ook simuleren dat we werknemers met malafide bedoelingen zijn. Bij zo’n onderzoek zie je aan het heen en weer vliegen van de e-mails meteen waar de kantoorromances zitten. Grappig maar tegelijkertijd ook beangstigend.”

En wat vertelt Fabro als het oude vrouwtje naast hem op het vliegtuig naar zijn beroep vraagt? “Dat ik stekkers in computers steek en ervoor zorg dat de programma’s lopen. Ze zou me toch nooit geloven als ik de waarheid vertel. Ik heb met een vriend een filmscenario geschreven over een bedrijf dat advies geeft aan de overheid over satellieten en spionage. De basisinformatie berustte op werkelijke feiten maar iedereen lachte ons uit.”

De realiteit is wel vaker straffer dan de fictie. “Net voor de Golfoorlog wisten Nederlandse hackers de plannen van Operation Desert Storm te bemachtigen”, zegt Bijnens. “Ze zijn daar toen mee naar Saddam Hoessein getrokken maar die heeft hen wandelen gestuurd. De Amerikaanse overheid heeft achteraf toegegeven dat het inderdaad de echte plannen waren.”

Jan Delvaux

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content