Jan Eelen verwijt Paul Jambers dat hij geld verdiende met de miserie van anderen. Kort door de bocht? Niet echt.

‘Pieken Paultje’ heeft nooit last gehad van valse bescheidenheid. Daarom heet zijn autobiografie ook Ik heb het gedaan en daarom reageerde hij furieus toen regisseur Jan Eelen van Woestijnvis ernstige kanttekeningen plaatste bij zijn journalistieke ‘erfenis’. Eelen zei dat hij vele reportages van Jambers stuitend had gevonden en dat hij ‘in de plaats van Jambers zijn ogen niet zou kunnen dichtdoen op die boot van hem: die heeft hij verdiend met de miserie van anderen’. En nog: ‘Hij heeft slachtoffers opgevoerd waarvan je dacht: moet je die niet tegen zichzelf beschermen.’

Eelen heeft gelijk. Als Paul Jambers al een pionier was, dan niet die van de humaninterestjournalistiek maar wel die van de kijkcijferjournalistiek.

Zelf klopt hij zich op de borst dat hij ‘persoonlijke verhalen in alle rauwheid heeft gebracht’. Volgens hem gebeurde dat zonder voyeurisme of spektakel (sic). Daardoor zou hij ons – de kijkers – een bredere kijk hebben gegeven op allerlei maatschappelijke problemen: aids, pesterijen op school, terminale kinderen, allerlei vreemdsoortige vormen van menselijke seksualiteit. ‘Ik ben er trots op dat ik het publiek zo aan het denken kon zetten’, zegt hij in een interview.

Jambers heeft niets anders gedaan dan de formats van de Amerikaanse en Britse commerciële televisie overplanten naar Vlaanderen. Bij de BRT(N) deed hij dat aanvankelijk nog op een intelligente manier. Zijn reportages over de Millet-rage of de Clouseaumania blijven iconen van de Vlaamse journalistiek.

Later, bij VTM, daalde hij steeds meer af in de krochten van de Vlaamse ‘volks-ziel’. Zijn reportages waren freakshows zonder enig breedmaatschappelijk belang. En wanneer hij dan wél een complex en prangend thema behandelde, schoot hij vaak schromelijk tekort. Elke journalist die zijn stiel een beetje kent, weet dat je de aidsproblematiek niet grondig kunt duiden door alleen maar een persoonlijk relaas van een aidspatiënt te brengen. En de problematiek van de Filipijnse bruidjes van onze Vlaamse boeren is veel complexer dan het smeuïge verhaal van geile Boer Charel. Jambers heeft de ‘deskundigen’ van het scherm verjaagd en vervangen door ‘gewone’ mensen.

Alsof journalistiek te verengen is tot het verzamelen van ‘getuigenissen’. Het resultaat van de ‘verjambersing’ zien, horen en lezen we elke dag. Straatinterviews vervangen interessante analyses van een ingewijde. Sfeerreportages vervangen onderzoeksjournalistiek. Anonieme getuigenissen zijn meer regel dan uitzondering. Een reportage over het hoofddoekverbod met enkel een getuigenis van een bange leraar, is maar een halve reportage. De zelfmoord van Yasmine vertellen door enkel de versie van haar ouders te publiceren, is een zware deontologische fout en bovendien onmenselijk voor de andere betrokkenen.

In een goede reportage zitten geverifieerde feiten, relevante cijfers, de juiste context, relevante getuigenissen, heldere analyse en correcte duiding. Wanneer een van die facetten achterwege blijft, krijg je ofwel academische orakeltaal ofwel banale toogpraat.

Voor de journalist in kwestie is het ook gemakkelijk. Zoek een opvallende ‘gewone Vlaming’ (liefst met tatoeages en een zwaar Kempens accent) en laat hem ‘zijn gedacht’ zeggen over de wereldvrede of de opwarming van de aarde. Alsof de zappende Vlaming daarop zit te wachten.

Besluit: als Jambers een verdienste heeft, dan is het dat we zonder hem In de Gloria van Jan Eelen hadden moeten missen.

BLOG! Reageer op blogs.knack.be/opinie

door Karl van den Broeck

Wanneer hij wél een complex en prangend thema behandelde, schoot hij vaak schromelijk tekort.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content