Veel bootvluchtelingen zijn nu Eritreeërs, afkomstig uit de vluchtelingenkampen in Noord-Ethiopië.

Wie begin jaren 1990 in Asmara was, hoofdstad van Eritrea, zal zich een aangename, Italiaans aandoende stad herinneren, die ook wel Klein Rome werd genoemd. De Eritrese rebellenleider Isaias Afewerki was een charismatische en revolutionair bevlogen man. Nu wordt Eritrea ‘het Noord-Korea van Afrika’ genoemd en heerst dictator Afewerki met ijzeren hand over een verarmde bevolking van zes miljoen mensen.

Na de revolutie van 1991, toen Eritrea zich al snel afscheurde van Ethiopië, groeide het uit tot een van de meest geïsoleerde en gemilitariseerde landen ter wereld, waar alle mensenrechten systematisch geschonden worden. Duizenden mensen vluchten elke maand het land uit. In Tigrese vluchtelingenkampen in het noorden van Ethiopië zitten er al minstens 60.000. Enkele weken geleden verdronken ongeveer 400 vluchtelingen bij een schipbreuk in Lampedusa, waarvan het gros uit Eritrea kwam. Een deel van hen kwam uit de Tigrese kampen.

De eerste reden om nu te vluchten is volgens Bereket, een Eritrese onderzoeker in het programma van de Vlaamse universiteiten, de langdurige gedwongen legerdienst sinds de oorlog tegen Ethiopië van 1998: ‘De inlijving is van onbepaalde duur en geldt voor mannen en vrouwen. Al die jaren krijgen ze wat schamel zakgeld en kunnen ze niet voor hun familie zorgen. Velen deserteren en vluchten naar Ethiopië en Sudan. Daarnaast is er natuurlijk ook de rampzalige economie, waardoor ook meer en meer vrouwen, kinderen en ouderen vluchten. Ze willen gewoon een beter leven.’

Volgens Bereket zijn er dan twee pistes om verder door te trekken: ‘Een deel gaat door Egypte naar Israël. Ze worden geholpen door bedoeïenen-mensensmokkelaars. Die vragen wel 30.000 euro. Er zijn gevallen bekend van mensen die het geld niet hadden en die met hun organen moesten betalen. Een ander deel trekt door de woestijn in Sudan en Libië. Daar organiseren louche zakenmensen de tocht over de Middellandse Zee. Duizenden zijn al verdronken, door ongelukken of doordat de smokkelaars hen in zee gooien.’

Een groot deel van Eritrea heeft dezelfde taal, cultuur en godsdienst als Tigre, maar verder is het verschil enorm: Eritrea is nog altijd een economische en ecologische catastrofe. In veel streken is er een dramatisch watertekort. Sterke man Isaias Afewerki, die de ramp van Lampedusa afdeed als een Amerikaans complot, vroeg al om te stoppen met klagen over het watertekort: ‘Als het water niet naar de mensen komt, zullen de mensen wel naar het water gaan.’ Wat nu dus voortdurend gebeurt op de Middellandse Zee.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content