Ondanks zware investeringen – zo’n 700 miljoen euro – levert het ambitieuze informatiseringsproject bij Financiën helemaal niet de verwachte resultaten op.En wie naar de oorzaken wil zoeken, wordt buiten de deur gehouden. ‘Financiënwil geen pottenkijkers’, zegt een ambtenaar.

In een rapport van Financiën lezen we het volgende onthutsende zinnetje: ‘De OESO-landen zullen de Belgische gegevens die hen op papier worden aangeleverd, niet langer controleren. Bovendien wensen ze zelf geen gegevens meer uit te wisselen met België.’

Het verslag, dat dateert van mei 2008, somt de problemen op die voorkomen bij de internationale uitwisseling van gegevens. Het is een bijlage voor de kandidaat-leve-ranciers van een nieuw te ontwikkelen computerprogramma. Een programma (STIR International) dat zich precies zal buigen over de internationale gegevensuitwisseling, en dat jaren op zich heeft laten wachten. Dat leidde tot soms schrijnende toestanden. De informatie die België bijvoorbeeld uit buurlanden binnenkreeg, liet minister van Financiën Didier Reynders (MR) eerst een jaar in de la liggen. Nu ze toch gebruikt wordt, zie je ambtenaren die de bestanden moeten afprinten en manueel sorteren, en ze vervolgens in pakketjes opsturen naar de regionale kantoren van Gent, Antwerpen, Kortrijk. Waar ze, als alles goed gaat, gecontroleerd worden.

‘Nochtans is internationale uitwisseling van gegevens cruciaal om fiscale ontduiking op te sporen’, zegt oppositielid Dirk Van der Maelen (SP.A) ‘Met acht Europese landen hebben we daarover een samenwerkingsakkoord. Onder meer Frankrijk is zeer plichtsgetrouw in de aanlevering van gegevens. Maar door de erbarmelijke informatisering bij Financiën is het moeilijk om ze verwerkt te krijgen.’

Zeker, België is een probleemgeval als het op de uitwisseling van gegevens aankomt. ‘Ons land teert nog op een soort van bankgeheim, waardoor sommige landen ook op die basis weigeren om informatie te verstrekken, omdat ze die zélf ook niet krij-gen’, aldus nog Van der Maelen. Dat maakt de toestand des te erger. ‘De achterstand op het vlak van de informatica, gekoppeld aan de weigering van sommige landen om gegevens uit te wisselen maken dat de fiscus voor heel 2007 sléchts bij vier ondernemingen een belastingverhoging kon doorvoeren op basis van buitenlandse inlichtingen.’

Er moet dringend geïnformatiseerd worden, zou je denken. Maar dat is niet het probleem. Financiën krijgt al jaren bakken geld voor zijn informatiseringsprojecten. De budgetten passen in de Coperfinhervormingen: ruim 700 miljoen sinds 2003, of een dikke 100 miljoen euro per jaar. Op termijn moest Coperfin, onderdeel van de Copernicushervorming die in 2001 werd gelanceerd, daar uiteenlopende doelstellingen mee bereiken. Zo zou Financiën, dat van een ministerie tot een Federale Overheidsdienst (FOD) werd omgevormd, werk maken van een grondige hervorming van het personeelsbeleid, en een nieuwe organisatiestructuur. Het zou een betere werkgever worden voor de ambtenaren, en zou behalve controleren de burger ook beter informeren.

Eén aspect van de hervorming werd algauw veel belangrijker dan alle andere: de informatica. De achterstand op dat vlak was dan ook enorm. ‘Financiën heeft met zijn informatisering geprobeerd om zijn departement van de middeleeuwen naar de 21e eeuw te tillen’, aldus vakbondsman François Goris van de onafhankelijke vakbond NUOD (Nationale Unie van Openbare Diensten). De plannen voor de informatisering werden een bijna utopische oefening. Een meerjarenplan werd opgesteld. Uitgaande van een reeks van basisprogramma’s die mettertijd met elkaar zouden worden gelinkt, zou Financiën één groot geïntegreerd platform van databanken opbouwen. In 2012-2015 zouden belas-tingambtenaren in staat zijn om van elke belastingplichtige een ‘fiscale balans’ op te maken. In plaats van een afrekening voor de personenbelastingen, een rekening voor de onroerende voorheffing, eentje voor de verkeersbelasting, zou iedereen nog slechts één enkele rekening voorgeschoteld krijgen. Financiën zou zelf immers, in een soort van boekhouding, bijhouden welke belastingen een persoon nog moet betalen, en wat hij nog moet terugkrijgen. Het revolutionaire systeem zou dus zowel federale als gewestelijke belastingen verrekenen.

‘Misschien is het project wel veel te ambitieus’, zegt een betrokken ambtenaar. En ambitieuze projecten vergen een ambitieuze planning, ook op het juridische vlak. Als de structurele wijziging in de belastingheffingen volgens plan wordt uitgevoerd, heeft dat enorme juridische gevolgen en moeten er talloze wetswijzigingen worden voorbereid. De vorige voorzitter van het directiecomité bij de FOD Financiën, Jean-Claude Laes, waarschuwde in zijn strategisch plan van 2003, al voor de risico’s als dat niet bijtijds gebeurt.

‘We zijn ermee bezig’, klinkt het bij LouisCollet, de informaticadirecteur bij Financiën. ‘Maar aangezien elk soort belasting – btw, personenbelastingen, verkeersbelastingen – zijn eigen wettelijke regels heeft, wordt het een titanenwerk om ze allemaal op elkaar af te stemmen. Dat kan gaan van regels over intresten, boetes… Eerst moeten we tot een politiek akkoord komen, en dat zal tijd vergen. Nadien moeten de nieuwe codes worden opgesteld, en dat kan gemakkelijk gaan om duizenden bladzijden.’

dure onderhoudscontracten

Ondanks de hoogdringendheid van de zaak is er nog geen wetsontwerp daaromtrent ingediend. En de kans is klein dat dit nog lukt tegen 2009. Dan moeten de volgende onderdelen van het programma dat zich daarop focust (STIMER) ontwikkeld worden. ‘Zonder wetswijziging is het zinloos om het programma – kostprijs: 29 miljoen euro – toch voort te zetten’, aldus een betrokken ambtenaar. Wie gaat er dan opdraaien voor de kosten om het programma tijdelijk op te schorten?

‘Financiën is niet opgewassen tegen programma’s van zo’n formaat’, zegt een ambtenaar die nauw betrokken is bij de Coper-finhervormingen. ‘Ze beschikken niet over de nodige competentie noch over de mankracht om ze te ondersteunen en te begeleiden zodra ze in productie zijn. De informatica-afdeling is daar niet op afgestemd. Dat blijkt alleen al uit het almaar groeiende aantal onderhoudscontracten die met externe leveranciers moeten worden afgesloten. Niet alleen kosten die heel veel geld, ze wijzen er ook op dat de informatica-afdeling het ritme van de aanbestedingen niet kan volgen. In plaats van grootse projecten uit te tekenen, waarbij de streefdatum voor de realisatie jaren verderop ligt, zou Financiën er beter aan doen, kleine hapklare brokken uit te werken met duidelijk haalbare resultaten en een concrete verbetering van de fiscale controle. En met dossiers én bestekken die beheersbaar zijn.’

Beheersbaar lijken ze allerminst. De mastodontprogramma’s lopen immense vertragingen op. Door de onderlinge interactie tussen de programma’s, en het feit dat het ene voortbouwt op het andere, heeft dat ook repercussies op de andere programma’s. Zo veroorzaakte de vertraging van het douaneprogramma Paperless Douane en Accijnzen (PLDA), een grote achterstand voor een ander cruciaal programma. Alsof de eigen vertraging die het had opgelopen, nog niet erg genoeg was. Dirk Van der Maelen: ‘Door de problemen in de opstartfase van PLDA weet niemand in België vandaag precies welke de exacte inkomsten zijn uit de douanerechten en accijnzen voor 2008.’ Men moet er maar naar gissen.

Bovendien, zo getuigt een douanier, liep in Antwerpen onlangs het bericht binnen vanuit de opsporingsdiensten in Brussel, dat door een foute instelling van het programma wapenleveringen ongecontroleerd waren doorgelaten. ‘Dat heeft alles te maken met de zogenaamde kinderziektes van het programma’, zegt hij. De fout is rechtgezet, en nu zouden wapenleveringen normaal gezien opnieuw naar behoren gecontroleerd worden. Maar er duiken nog geregeld andere ernstige controleproblemen op. ‘Leveringen aan Iran krijgen sowieso de strengste controles, ook in het nieuwe systeem dat ons alarmeert als er een dergelijke lading binnenkomt. Maar wie dat wil omzeilen, gaat via Jordanië of Saudi-Arabië. Landen die, zeker in een eerste fase, niet meteen opgenomen waren als landen met de hoogste onveilig-heidsscore.’

En het gaat zo maar door. De vertraging, en dus de lange opstartfase, zorgt er ook voor dat landbouwgoederen momenteel nauwelijks gecontroleerd worden op hun exportdocumenten. ‘Er wordt met andere woorden niet gecontroleerd of bedrijven die restituties aanvragen – uitvoersubsidies om landbouwproducten die binnen de Europese Unie zijn geproduceerd tegen concurrerende prijzen te kunnen verkopen op de wereldmarkt – daar wel recht op hebben’, aldus de douanier. De Europese Commissie heeft kennelijk nog niet gereageerd.

NIET BIJ ONS!

De vertragingen werken verlammend. Waar ze aan te wijten zijn, is niet altijd duidelijk. En Financiën wenst ook niet dat men dat onderzoekt. Toen Siemens, de leverancier van het datawarehouseprogramma Herakles, zich afvroeg wat er nu precies was misgegaan, of de oorzaak bij hen zelf lag of bij Financiën, werden ze prompt teruggefloten. Siemens wilde een interne audit laten uitvoeren door twee onafhankelijke VUB-professoren, Jacques Tiberghien en Eddy Vandijck, maar die kregen ‘geen toegang tot het gebouw’, zo luidde het. Ze voerden een audit uit, maar dan alleen bij Siemens, en dus: buiten de muren van Financiën.

‘Financiën wil geen pottenkijkers’, zegt een van de geïnterviewde ambtenaren. ‘Er loopt te veel mank binnen de scheefge-trokken structuren na al die halve hervormingen.’ Toch willen sommigen van de topambtenaren de informaticahervormingen willens nillens voortzetten. ‘De hervormingen zijn onomkeerbaar’, aldusLouis Collet. ‘We moeten doorgaan op hetzelfde elan.’ En dus blijven ze maar middelen bijvragen: ze vroegen 130 miljoen euro aan informatiseringskredieten voor 2009, waarvan er hen 115 miljoen zal worden toegestaan. Want ondertussen hebben ze immers nog voor 157 miljoen euro aan onbetaalde kredieten openstaan – kredieten die toegewezen zijn aan bedrijven, maar die nog niet zijn uitbetaald. ‘Een bewijs dat ze meer geld hebben dan ze kunnen beheren en dat ze het ritme van de projecten niet aankunnen’, aldus een interne bron.

De ambtenaren zijn niet de enigen die twijfelen aan de doeltreffendheid van de top van Financiën. Ook op verschillende ministerraden (van 7 maart 2008 en 4 juli) klonk de roep om een concreet verslag van de voortgang van het project heel luid. In een brief aan de ministerraad schreef Yves Leterme (CD&V) in maart 2008, toen nog als minister van Begroting: ‘Uit dit rapport moet duidelijk blijken hoe de investeringen passen in de visie en de strategie omtrent de modernisering van Financiën, op welk realistisch tijdstip de investering operationeel wordt, (…) welke voordelen daar voor de organisatie en voor de belastingplichtigen aan vast zitten (…).’

Woorden in de wind, zo bleek. Financiën maakte zich ervan af met een kopij van het grote Coperfinplan. De ministerraad besliste daarop om een vijftal projecten tijdelijk te blokkeren, aldus een goed ingelichte ambtenaar. Voor Finmail, de vernieuwing van het e-mailsysteem van Financiën, moest Financiën een gedetailleerde lijst opstellen met zeer concrete gegevens over de resultaten die het zou opleveren, vooraleer er opnieuw middelen zouden worden vrijgemaakt. Of dat er een ijverige (top)ambtenaar zal toe aanzetten om de Coperfinhervormingen voorgoed door te duwen, is misschien toch ijdele hoop.

Hoewel. Net vorige week heeft de voorzitter van het directiecomité, Jean-Pierre Arnoldi, aangekondigd dat er na gezamenlijk overleg met de directieleden op 15 november een concreet actieplan zal worden voorgelegd. Met daarin de prioriteiten voor de komende twaalf tot achttien maanden. We kijken ernaar uit.

DEZE ARTIKELENREEKS KWAM TOT STAND NA GESPREKKEN MET MEERDERE AMBTENAREN, VAKBONDSLUI EN LEVERANCIERS VAN FOD FINANCIëN. OMDAT HET ONGEBRUIKELIJK ISDAT AMBTENAREN RECHTSTREEKS PRATENMET DE PERS, WILDEN ZE ANONIEM BLIJVEN.

DOOR INGRID VAN DAELE/illustratie vanmol

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content