Dat de Vlaamse en de federale regering op grote conflicten afstevenen, staat in de sterren en inhet Vlaamse regeerakkoord geschreven.

‘Mocht ik Herman Van Rompuy zijn, ik zou me doodschamen.’ Dat zei SP.A-voorzitster Caroline Gennez afgelopen weekend in De Standaard. Daarmee gaf ze meteen aan dat haar partij, ook nu die op Vlaams niveau weer in de meerderheid zit, niet zal nalaten voluit oppositie te voeren tegen de federale regering. De komende twee jaar moet de premier dus krachtig zien te besturen terwijl de SP.A en de N-VA, die alleen in Vlaanderen in de meerderheid zitten, hem het leven zo moeilijk mogelijk zullen maken in de Kamer.

Daarbij komt nog dat Van Rompuys federale coalitiepartner Open VLD de pedalen helemaal kwijt is sinds Vlaams formateur Kris Peeters die partij dumpte na een coup van de N-VA en de SP.A. Na decennia onder de vleugels van de generatie-Verhofstadt staat bij de Vlaamse liberalen nu een nieuwe lichting klaar om de teugels over te nemen. Veelzeggend is dat een van de belangrijkste kandidaat-partijvoorzitters de federale regeringsdeelname van de Open VLD openlijk ter discussie stelt.

Geen wonder dus dat Van Rompuy in Vlaanderen liever een klassieke tripartite van christendemocraten, socialisten en liberalen had zien aantreden. Maar de tijd dat de Vlaamse regeringsleider blindelings naar de federale premier luisterde, is nu wel definitief voorbij. Dus koos Peeters toch voor een regering met de N-VA. Meer nog: hij volgde Bart De Wever in diens strategie om de Vlaamse bevoegdheden zo ruim mogelijk in te vullen. Vandaar de plannen voor een Vlaamse kinderbijslag, hospitalisatieverzekering en energiebedrijf, die de Franstaligen de gordijnen injagen en de premier dus heel wat hoofdbrekens bezorgden.

Daarnaast vindt Van Rompuy het maar niets dat het Vlaams Parlement de komende vijf jaar door een ‘separatist’ wordt voorgezeten. Niet alleen omdat zijn broer Eric, die zijn zinnen op die functie had gezet, weer eens werd gepasseerd, maar ook omdat die keuze de Franstaligen nog sterkt in hun idee-fixe over de Vlaamse politiek. Daarbij komt nog dat Geert Bourgeois de Franstaligen al ergert nog voor hij zijn eerste woord als minister van Binnenlands Bestuur heeft uitgesproken, louter en alleen omdat hij als N-VA’er bevoegd is voor de benoeming van de dissidente burgemeesters uit de Brusselse Rand. Als de Franstaligen een communautair akkoord aan die benoemingen blijven koppelen, zit er dus niet meteen een nieuwe staatshervorming of een oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde in.

En dan is er nog de dreiging van de zogenaamde Maddens-doctrine. Want wat als de Vlaamse regering inderdaad van plan is om de Franstaligen uit te roken? Wat als Vlaanderen weigert om de federale begroting nog langer bij te springen zodat de Franstaligen op zwart zaad komen te zitten en uiteindelijk zélf om een staatshervorming zullen vragen? Dan heeft de premier pas écht een probleem.

door Ann Peuteman

De tijd dat de Vlaamse regeringsleider blindelings naar de federale premier luisterde, is definitief voorbij.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content