Het is duidelijk dat Karel De Gucht president Joseph Kabila van Congo op de zenuwen werkt. Het is al even duidelijk dat Congo België niet meer nodig heeft.

Heeft minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (Open VLD) gelijk met zijn rist verwijten aan het adres van de Congolese leiders? Natuurlijk. De Gucht heeft altijd gelijk.

De corruptie in Congo is aan een opmars bezig. Het Congolese leger gaat zich als de eerste de beste militie te buiten aan terreur tegenover burgers – de seksuele terreur waar tegenwoordig zoveel over te doen is inbegrepen. Het gerecht functioneert nog altijd niet, en een goede werking van scholen en ziekenhuizen is grotendeels afhankelijk van buitenlandse donoren.

Heeft De Gucht gelijk dat hij zijn verwijten publiekelijk uit? Dat is een andere kwestie. ‘Hij zou het binnenskamers moeten doen, in gesprekken onder vier ogen’, zucht een Belgische ondernemer in de Katangese mijnhoofdstad Lubumbashi. ‘Nu schoffeert hij de Congolezen in het openbaar, en dat dreigt af te stralen op het imago van de Belgische activiteiten in het land. Zijn voorganger op Buitenlandse Zaken, Louis Michel (MR), hanteerde een efficiënter systeem. Die kon de president in besloten kring de levieten lezen, maar naar buiten toe waren ze steeds de beste vrienden.’

De Gucht leest president Joseph Kabila ook in besloten kring de levieten, tot groeiende ergernis van de laatste, die al geen schoolvoorbeeld van zelfverzekerdheid is en last krijgt van toenemende paranoia – hij bestuurt steeds meer met een steeds kleinere cercle van absolute vertrouwelingen.

Kabila meldt De Gucht tijdens een onderhoud dat hij de rebellen van de dissidente generaal Laurent Nkunda in Oost-Congo militair zal verslaan. De Gucht stelt boudweg dat hij dat niet kan.

Het Congolese leger gaat in de aanval, verovert een dorp, triomfeert alsof het de oorlog gewonnen heeft maar loopt een week later op een tegenaanval, waarbij het ver teruggeslagen wordt. Het kruipt gedemoraliseerd in zijn schelp. De Gucht zegt bij een volgende gelegenheid tegen Kabila dat hij toch gezegd had dat het niet kon.

Kabila countert met het verwijt dat België mee verantwoordelijk is voor de problemen van zijn leger, omdat België als lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zich mee verzet heeft tegen een versoepeling van het wapenembargo tegen Congo, zodat hij zijn leger onvoldoende kan bewapenen. De Gucht wijst Kabila op het bestaan van betrouwbare rapporten waarin staat dat het Congolese leger nog altijd niet betaald wordt, en dat het soms zijn wapens aan de rebellen verkoopt om aan geld te komen. De Gucht leest Kabila voor uit de bladzijden 28 tot 30 van een recent rapport van de Wereldbank waarin gedocumenteerd is hoe de Congolese corruptie stijgt, hoe 85 tot 90 procent van de geïnde belastingen afgeleid wordt naar offshorevennootschappen en investeringen in Zuid-Afrikaans roerend en onroerend goed. De Gucht koppelt de twee aan elkaar, en zegt dat als Kabila zijn belastingen zou gebruiken waar ze voor dienen hij zijn leger wel zou kunnen betalen en fatsoenlijk zou kunnen uitrusten.

Kabila zwijgt.

De Gucht wijst in één moeite door op rapporten die stellen dat naar schatting 40 procent van de seksuele terreur in Oost-Congo op het conto van het Congolese leger moet worden geschreven.

Kabila zwijgt.

DUIZENDEN CHINEZEN

Enkele weken na hun laatste gesprek barst de rel los. Als aanleiding gebruikt Kabila een banale uitspraak van De Gucht op de Franstalige televisiezender RTL: in China verkondigde onze minister dat België de ‘morele plicht’ heeft om op de wantoestanden in Congo te blijven wijzen. In de Congolese pers wordt dat al snel het ‘morele recht’.

Kabila roept zijn ambassadeur Jean-Pierre Mutamba uit Brussel terug, niet dan nadat die een zoveelste rondvraag langs vooral Franstalige collega’s van De Gucht heeft gedaan om vast te stellen dat zij lang niet op dezelfde lijn als hun onbeleefde Vlaamse collega zitten. Kabila verplicht ook de Belgische consulaten in Lubumbashi en de Oost-Congolese stad Bukavu te sluiten. De beslissing voor de sluiting van Bukavu wordt gemotiveerd door de vaststelling dat consul-generaal Hugues Chantry gesprekken voerde met de rebel Nkunda – de man die Kabila militair zou verslaan. De gesprekken passen binnen de afspraken die op een vredesconferentie over Oost-Congo zijn gemaakt, en die Kabila mee goedkeurde.

Door de sluiting van Bukavu maakt Kabila het pottenkijkers een stuk moeilijker om efficiënt in de regio te opereren. Hij heeft zijn verkiezing als president aan de Oost-Congolezen te danken, maar omdat de situatie er voor de mensen niet beter op is geworden – wel integendeel – is zijn populariteit er lager dan ooit. Zijn leger wordt op veel plaatsen gewoon als een van de parasiterende milities beschouwd. Mochten er nu presidentsverkiezingen worden gehouden, dan is de kans dat hij zou worden verkozen nul.

De beslissing voor de sluiting van Lubumbashi werd niet gemotiveerd. ‘Maar het zal niet verbazen dat ook hier het argument van het weren van pottenkijkers speelt’, zegt de (Franstalige) Belgische ondernemer. ‘De Chinezen stromen letterlijk met duizenden toe. Ze investeren in infrastructuur en ze nemen de mijnsector over. Kabila snijdt geleidelijk de vroegere economische lijnen naar de regio af. Hij zet volop in op de Chinese en ook op de Angelsaksische kaart. De groep van George Forrest is de enige stevige Europese verankering die er nog in de mijnsector is.’

De Chinezen nemen een deel van de investeringen in het Congolese volk voor hun rekening die in principe uit de belastingen moeten komen. De Chinezen maken het Kabila ook niet moeilijk. Ze zullen niet zoals De Gucht uit rapporten citeren en onvermijdelijke conclusies trekken. Laat staan dat ze dat in het openbaar zouden doen. De Gucht zelf blijft hameren op het belang van transparantie omtrent de mijncontracten. Transparante contracten kunnen een grote bron van inkomsten zijn voor de Congolese staatskas – en dus voor het Congolese volk.

‘Eigenlijk maakt het geen verschil meer of De Gucht zijn aanmerkingen uitsluitend achter gesloten deuren zou maken of niet’, zegt een ervaren diplomaat. ‘Ik begrijp De Guchts argument dat hij zich in deze context niet aan schuldig verzuim wil bezondigen. Maar de entourage rond Kabila is de Belgen beu, en de reacties dreigen structureel te zijn. We zullen zien wat het wordt als de Congolezen hun aankondiging concreet maken dat ze de Belgische ontwikkelingshulp zullen doorlichten. Dat zal een leerzaam moment zijn voor de toekomst van de relaties tussen de twee landen.’

DIPLOMATIEK IN SLAAP VALLEN

Premier Yves Leterme (CD&V) voert ondertussen ‘bemoedigende’ gesprekken met zijn Congolese evenknie, Antoine Gizenga. Volslagen overbodige gesprekken. Gizenga beslist níéts in Congo. Gizenga maakt naar verluidt zelfs geen nota’s van zijn gesprekken. Gizenga luistert, zegt dat hij iets zal doen, legt de telefoon neer en valt in slaap. Minister van het Plan Olivier Kamitatu kwam naar België om te bemiddelen, maar volgens insiders zonder mandaat van Kabila – de reden waarom De Gucht niet aanwezig was bij het gesprek tussen Kamitatu en Leterme. Minister van Buitenlandse Zaken Mbusa Nyamwisi zei in de commissie Buitenland van het Congolese parlement dat het van groot belang is dat de relaties tussen België en Congo weer normaliseren. Het Congolese parlement speelt geen rol van betekenis in de belangrijke aspecten van de Congolese politiek. Het is decorum.

‘We moeten er rekening mee houden dat er zeker één of twee regeerperiodes overheen zullen gaan voor er effectief beter bestuurd kan worden’, zegt de Franstalige ondernemer in Lubumbashi. ‘Tegen dan zijn er misschien andere mensen doorgestroomd, met andere ideeën. De Gucht wil te snel gaan, en beschadigt daardoor de Belgische belangen in het land.’

Maar het valt te vrezen dat Kabila op weg is om een nieuwe dictator te worden. Hij weet wat hij op zijn kerfstok heeft, en er komen almaar streepjes bij, met de ruwe acties van zijn leger – niet alleen in Oost-Congo, maar ook aan de andere kant van het land, in Bas-Congo. Hij heeft gezien wat er gebeurd is met zijn rivaal Jean-Pierre Bemba, die de presidentsverkiezingen verloor en die nu in een Belgische gevangenis zit in afwachting van zijn uitlevering aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. Toen Kabila nog stafchef van het rebellenleger van zijn vader was, hebben zijn troepen zich aan vergelijkbare wreedheden bezondigd als die waarvan Bemba nu beschuldigd wordt.

Kabila zal redeneren dat hij er alle belang bij heeft zo lang mogelijk president te blijven. Een element dat nog niet doordringt in de hoofden van de Franstalige politici die het mooie weer willen maken in Kinshasa, omdat het de enige plaats in de wereld is waar ze de allures van een Groot Staatsman denken te kunnen krijgen. Louis Michel heeft dat gevoel geïntroduceerd, en in de vorige regering waren de ministers Armand De Decker (MR) en zeker André Flahaut (PS) er de emanaties van.

De Guchts publieke demarches zouden efficiënter zijn als ze niet gesust zouden worden door vleierige Franstaligen. Maar nu maakt het niet veel verschil meer. Ook de rol van vleierige Franstaligen in Congo lijkt uitgespeeld.

DOOR DIRK DRAULANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content