Agalev-parlementslid Jos Geysels hoopt voor een andere politieke cultuur op witte meer- derheden. ?Laten we beslissingen nemen.?

IN HET VLAAMS parlement is Jos Geysels (Agalev) een van de pleitbezorgers van een nieuwe politieke cultuur. Maar de groene ideeën om komaf te maken met het politiek dienstbetoon en met de legendarische Belgische cumul van talloze mandaten in politiek en privé, konden voorlopig op weinig instemming rekenen. Net zo min als de suggestie om de ministeriële kabinetten verder af te slanken en de verzuiling terug te dringen. Vooral de Vlaamse regeringspartijen CVP en SP liggen dwars. Maar toen afgelopen weekend diezelfde regeringspartijen met voorzitter Raymond Langendries (PSC) van de federale Kamer aan tafel schoven om, jawel, over een nieuwe politieke cultuur te praten, wilde Agalev niet meedoen. De VLD en de VU gingen, zonder veel enthousiasme. Agalev bleef thuis. En dat kwam niet omdat de groenen geen voorzitter hebben en er dus ook geen konden sturen, aldus het Vlaams parlementslid.

JOS GEYSELS : Wij waren stomverbaasd. De Kamervoorzitter vertaalt de Witte Mars in een absurde vraag. Door de partijvoorzitters uit te nodigen, levert Langendries het levende bewijs van de almachtige particratie. Bovendien zijn niet alle, maar de meeste mensen rond de tafel vertegenwoordigers van de oude generatie, die bij monde van Louis Tobback (SP-voorzitter) had aangekondigd te verdwijnen. En de parlementsvoorzitter verklaart zijn eigen parlementsleden onbevoegd om inzake politieke cultuur stappen te zetten. De vraag kan bovendien worden gesteld of het initiatief van de voorzitter wel politiek gedekt is door de fracties. Indien niet, gaat Langendries parlementair over de schreef. Hij geeft een pijnlijke illustratie van de oude, voorbijgestreefde gebruiken met de oude, voorbijgestreefde hoofdrolspelers.

Langendries is overigens voorzitter van een Kamer die zichzelf liquideerde door de regering volmachten te geven.

GEYSELS : Langendries geeft als parlementsvoorzitter eerst volmachten aan de regering, dan aan de partijen. Dat is onwaarschijnlijk. Ik begrijp niet waarom een aantal mensen op zijn voorstel inging.

Waarom hebben jullie neen gezegd ?

GEYSELS : Om wat ik daarnet zei. En ook omdat dit geen technisch dossier is. We kunnen een boek samenstellen met alle voorstellen van de democratische fracties over de politieke cultuur hoewel die initiatieven veel minder van de traditionele partijen uitgingen. Waarom deze omweg langs de partijen ? Laat de parlementen gewoon beslissen over wat in de loop van de jaren is voorgelegd.

U zit bijna tien jaar in het parlement. In die periode brak het Vlaams Blok door. Nu is er de Witte Mars. Heeft u de indruk dat de traditionele partijen beseffen wat er aan de hand is ?

GEYSELS : (lange stilte) Sommigen beseffen dat die onderstroom, die op 24 november 1991 naar boven kwam, breder en heviger is geworden. Maar een andere tendens beschouwt dit als een overstroming. Als het water zakt, kabbelt de beek weer voort. Desnoods rollen hier of daar enkele koppen, maar de politiek gaat weer over tot de orde van de dag.

Partijen hebben de indruk dat dit een zaak is die ze niet aanbelangt ?

GEYSELS : Neen, ik vrees alleen dat ze overgaan tot boetedoening en weer beloften doen voor de verre toekomst. Dat is het klassieke spel en een van de oorzaken van de crisis. Politici beloven te veel toekomst.

Waarom werken ze vandaag niet aan een andere politieke cultuur ?

GEYSELS : Dat raakt de echte machtsbasis van de traditionele politieke partijen. Partijen halen hun macht in het adderkluwen van het politieke bedrijf. Politici bekleden een positie in de besluitvorming, in het parlement. Zij koppelen daaraan een lokaal mandaat, het liefst van schepen of burgemeester. Daarrond hangen de parallelle circuits van de macht : de officiële circuits, zoals de intercommunales, en de officieuze rond het politiek dienstbetoon.

Is dat het officieuze parallelle circuit ?

GEYSELS : Het dienstbetoon geeft aanleiding tot officieuze circuits. Uit studies blijkt dat dienstbetoon weinig te maken heeft met het zogeheten contact met de burger, maar alles met concrete dossiers van werkloosheid, ruimtelijke ordening, pensioenen, vroeger legerdienst. Dat adderkluwen moeten we ontwarren. Dat is niet eenvoudig, omdat het niet vanzelfsprekend is om uw machtsbasis aan te tasten.

Precies. Hoe kan van partijen die op dit systeem gebouwd zijn, worden verwacht dat zij het zelf veranderen ?

GEYSELS : Dat zou u aan de traditionele partijen moeten vragen. Maar ook hun machtsbasis wordt bedreigd. Mensen stemmen anders. Daarom moeten politieke partijen opnieuw functioneren als verenigingen van mensen die achter een bepaald programma staan. Het probleem is dat het oude dood is, maar het nieuwe nog niet geboren. Welke politici willen wij ? Is dat de politicus met zijn lokale machtsbasis ? Of vertegenwoordigt, zoals het in de grondwet staat, de volksvertegenwoordiging de natie ?

U zegt dat deze vragen aan de traditionele partijen moeten worden gesteld. Maar met welke argumenten kan u hen overtuigen ?

GEYSELS : Hét argument is : trek uw oren en ogen open. Wie niet in een andere richting beweegt, zet de hele democratie op de helling. De terechte kritiek op het systeem mag er niet toe leiden dat wij de democratie achter ons laten.

Traditionele partijen kunnen aanvoeren dat zij nog bijna dertig of om en bij de twintig procent van de stemmen verzamelden. Laat Agalev maar vertellen.

GEYSELS : Drukt de 28, de 19 of de 17 procent nog uit dat zoveel procent van de bevolking zich voor een ideeëngoed en zijn dragers uitspreekt ? Wordt democratie niet een kortstondige opiniepeiling ? Als dat zo is, dan worden enkele belangrijke kanalen van de democratie in vraag gesteld. Maar het grote verschil met enkele jaren terug, is dat het ongenoegen een bedding heeft gevonden. Dat stemt mij optimistisch.

De politieke partijen zijn zo bang van hun eigen schaduw dat ze telkens haastig verklaren : wij doen zeker niet aan politieke recuperatie van de Witte Mars. Moeten partijen niet precies oplossingen aanreiken voor de signalen die de bevolking geeft ?

GEYSELS : Als de democratie deze beweging niet recupereert, is er met de democratie iets aan de hand. De politiek moet daarmee niet wachten, tot de democratie wordt gerecupereerd. Wij zitten op een scharnier tussen een oudere generatie…

U blijft ook geen 35 jaar.

GEYSELS : Neen, maar ten opzichte van een aantal dinosaurussen behoor ik wel tot een ander tijdperk. Het heeft niks met leeftijd te maken. Een politieke partij die geen verzameling is van ideeën, maar zich met niets anders dan machtspolitiek bezighoudt, zal het moeilijk hebben om het roer om te gooien. In die zin zijn de traditionele partijen, om oude schrijvers te citeren, de varianten van de eengemaakte staatspartij. Ze verschillen nog amper. Er werd destijds met scherp geschoten op de ideeën van Guy Verhofstadt (VLD) over politiek en democratie, maar met pistonnekes op zijn economisch programma. Ondanks de retoriek van sommige SP’ers, zijn er nauwelijks meningsverschillen over Maastricht. Het gaat alleen om machtspolitiek, om verdelingsgraden.

Is de boodschap van de Witte Mars eenduidig ?

GEYSELS : Ik was op de Witte Mars, en de boodschap is niet zo eenduidig. Maar de onderstroom is dat wel. Het is een kreet van verontwaardiging over een bepaalde manier om aan politiek te doen, met zeer weinig scheiding van machten. Het gaat ook over de kwaliteit van het leven. De basis was : waar zijn we in godsnaam mee bezig, als alles te koop is. Zelfs premier Jean-Luc Dehaene (CVP) wees daar in zijn openingsspeech voor het parlement op. Dit land was zo met budgettaire normen bezig, dat de normloosheid in de rest van de samenleving een enorme vlucht nam. Daar bedraagt het deficit misschien wel zestig, zeventig procent. Dehaene zei dat wel, maar is dat onmiddellijk weer vergeten.

Wat baat het de democratie te verfijnen, als een groot deel van de bevolking geen sociaal-economische perspectieven heeft ?

GEYSELS : Er bestaat een verband tussen, bijvoorbeeld, dienstbetoon en besluitvorming. Het beleid inzake ruimtelijke ordening kwam tot stand als de optelsom van bouwovertredingen en vergunningen waar het niet kon. Dat werd op een hoger niveau vertaald in aangepaste plannen en reglementen. Door het dienstbetoon en het optellen van de individuele dossiers, kwam het hoger niveau niet tot besluitvorming. Sociaal-economisch is dat minder zichtbaar maar even aanwezig. Als alle energie om vrienden een baan te bezorgen en bedrijven naar bepaalde streken te kijgen, anders was aangewend, dan hadden we er beter voor gestaan. Ik wil dat debat voeren over welke politici wij willen. Maar hopelijk willen ze weer geen alomvattend, bijna planetair debat, zodat zelfs de kleinste stappen niet kunnen worden gezet.

In het Vlaamse parlement wordt wel over politieke cultuur gesproken.

GEYSELS : Anders dan in het federale België, is in het Vlaams parlement de eerste ronde afgewerkt door de politieke fracties, in een gespannen verhouding met de uitvoerende macht. Nu komen we aan de tweede ronde. Die gaat niet over de modernisering van de werking en de positie van dat parlement ten opzichte van de uitvoerende macht. Het gaat over de parlementsleden zelf, over hun statuut, de afschaffing van de televisie-uitzendingen door de politieke derden, over dienstbetoon. Dat zijn veel waarneembaarder zaken. Er komt een ander parlementair debat over intercommunales in een parlement dat vol zit met bestuurders van intercommunales, dan in een parlement met onafhankelijke politici. Als er geen uitzendingen door derden meer zijn, zullen de mensen dat merken. Maar zo ver zijn we niet, want de regering overweegt reclamespotjes in prime-time. Ik wens de excellentie die om drie voor half acht reclame komt maken voor nieuwe politieke cultuur, veel geluk.

Hoe kunnen politieke partijen laten zien dat het menens is met een nieuwe politieke cultuur ?

GEYSELS : Politici moeten laten zien dat ze voor één mandaat verkozen zijn. Parlementslid is een voltijdse baan. Belangenvermenging is uitgesloten. Het is onmogelijk om in het Vlaams parlement te zetelen en lid te zijn van de raad van bestuur van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. En de politiek kan zich uit een pak zaken terugtrekken, zoals uit de raad van bestuur van de BRTN.

U en anderen formuleerden daarover al wat voorstellen, zonder succes.

GEYSELS : Er waren de voorstellen van Mark Eyskens (CVP) over de depolitisering van de magistratuur. Die werden als een fait-divers beschouwd. Hop, naar de orde van de dag. Bij de discussies over partijfinanciering wilden de grote partijen niet weten van het verbod van giften aan studiebureaus zoals het Cepess van de CVP. Wij waren naïef, maar nu kan het plotseling wel. Als wij zeiden dat er geen cumul van mandaten mocht zijn, kregen wij als antwoord : ge zult nog wel leren. Ik kan daar cynisch over doen, want het zogezegde irrealisme, de naïeviteit en het leerproces brachten ons waar we nu staan.

Dus : de traditionele partijen begrepen het niet.

GEYSELS : Tja, er wordt minder uitgegeven aan verkiezingscampagnes. Er is een evolutie, maar de echte knik is er niet. Bij velen leeft ook vandaag nog de illusie dat het allemaal wel overwaait, dat het zo’n vaart niet zal lopen. Dat maakt mij bang.

Moet u niet met een aantal mensen samenzitten, voor het te laat is. Met, bijvoorbeeld, Guy Verhofstadt en Bert Anciaux (VU) ?

GEYSELS : Wij roepen daartoe sinds 1988 op. In het Vlaams parlement zie ik de mogelijkheid van witte meerderheden. Dat wil zeggen dat parlementsleden, fracties vinden dat op korte tijd pijnlijke beslissingen moeten worden genomen. We moeten naar besluiten, niet naar de publicatie van tien-puntenprogramma’s.

Waaraan denkt u dan ? Aan dienstbetoon, politieke derden,…

GEYSELS : Rond het politiek mandaat zie ik de mogelijkheid van een witte meerderheid. Ik zie dat er in de VLD stemmen opgaan. We kunnen natuurlijk lachen om de dragers, en het is een probleem wanneer ongeloofwaardige dragers goede ideeën rondstrooien. Als Herman De Croo met 66.000 dossiers van dienstbetoon in zijn kelder, vanop het balkon van het stadhuis uitroept dat er een nieuwe politieke cultuur moet komen, dan is het normaal dat de Grote Markt leegloopt. Maar met de VLD zijn er mogelijkheden. Ook met de VU is wat dat betreft veel mogelijk. Bert Anciaux sprak zich herhaaldelijk in die zin uit. Destijds deed Luc Dhoore (CVP) inspanningen rond partijfinanciering, al vond ik dat we verder moesten gaan. Maar van de CVP hoor ik nu weinig. Wie ? Wie ? Paul Tant, de CVP-fractievoorzitter in de Kamer, bezong nog na de Witte Mars de politieke benoemingen en zweert bij het dienstbetoon. Bij de SP werkte Leo Peeters aan de wet op de partijfinanciering en zijn er ook nog Norbert De Batselier en Robert Voorhamme. Dit is geen spelletje meerderheid-oppositie, maar vooral de fracties van de meerderheid dragen een grote verantwoordelijkheid. Geen enkel partijvoorzitter kan een fractie namelijk opleggen wat zij met haar statuut doet.

Kan het Vlaams parlement hier het Belgisch parlement op sleeptouw nemen. Het moet niet altijd Luc Van den Brande zijn.

GEYSELS : Van den Brande is de Lucky Luke van de Vlaamse politiek. Hij schiet sneller dan zijn schaduw en vervult perfect de verkennersrol die CVP-voorzitter Marc Van Peel hem toedicht. Van den Brande verkiest de communautaire vlucht vooruit omdat hij in de andere dossiers ter plaatse trappelt. Het is niet de schuld van de Franstaligen dat onze ruimtelijke ordening zo slecht is. Ik kraam geen unitaristische prietpraat uit. Maar als de helft van de partijcommuniqués niet over de staatshervorming maar over andere zaken was gegaan, dan was de Witte Mars veel korter geweest. Als ik platte oppositie wil spelen, zeg ik : waar zitten ze bij de CVP ? Als democraat zeg ik : waarop wachten we ?

Laten we praten.

GEYSELS : Neen, laten we beslissen. Er moeten geen studies meer worden gemaakt over cumul en dienstbetoon. Het volstaat om er de mandaten in het politiek zakboekje op na te slaan. Ik wens mijn collega’s met hun 37 mandaten veel succes bij de volgende verkiezingen.

Zou het zo snel gaan ?

GEYSELS : Zeden worden niet bij decreet veranderd. Hoedt u voor mensen die dromen in realiteit omzetten. Dat leidt tot totalitaire regimes. Maar daarmee zeggen dat er met decreten niets kan veranderen, is een uitvlucht om niets te doen. We kunnen snel veel waarneembare zaken realiseren. Anders staan we er zeer slecht voor. Het is niet omdat België met onderscheiding de blijde intrede in Maastricht viert, dat we er zijn. Het gaat ook niet om één verkiezing, maar om het draagvlak van de democratie.

Intussen wil de rijkswacht postboden inzetten om de verklikkingsstaat te organiseren.

GEYSELS : Dat toont aan hoe de signalen ook compleet verkeerd kunnen worden geïnterpreteerd. De Witte Mars vertolkt niet dé kritiek op dé politiek, maar kritiek op een bepaalde manier van politiek doen.

Ga er maar aan staan. Depolitiseer de Vlaamse administratie maar, met aan de top allemaal gewezen kabinetschefs die de politieke situatie van de jaren tachtig bevestigen.

GEYSELS : De vraag is niet hoe moeilijk het is, maar wanneer we er aan beginnen. Dat kan vandaag. Dertig jaar politisering maken we niet in één dag ongedaan. Maar we kunnen er vandaag al mee stoppen. We kunnen de kabinetten nu al afslanken. Want het is niet omdat de opdracht zwaar is, dat we niets moeten doen. Dat is het beroemde realisme, dat maakte dat we zitten waar we nu zitten.

Voor Pasen kunnen er resultaten zijn ?

GEYSELS : De administratie zal daartegen niet gedepolitiseerd zijn. Maar de nodige maatregelen kunnen wel worden genomen. Als dat waarneembare maatregelen zijn, ben ik niet zo pessimistisch.

Probleem is dat u dit niet in cijfers kan uitdrukken, en alleen cijfers schijnen te tellen.

GEYSELS : Dat valt wel mee. De kost van de kiescampagnes is perfect in cijfers uit te drukken. Cumul ook : één politicus is één mandaat. Eén is één, dat is niet moeilijk. Geen uitzending door politieke derden op de televisie. Dat is een nul. Dat is te zien, of in dit geval gelukkig niet te zien. Als de politici in hun partijen dezelfde inspanningen willen leveren, als ze de bevolking vroegen om de drie-procentnorm van Maastricht te halen, dan staan we er goed voor. In vergelijking met Maastricht, is de opdracht voor de partijen maatschappelijke peanuts. Maar het is wel zeer belangrijk om die politiek-culturele norm te halen. Politici die dat niet kunnen, moeten maar afscheid nemen.

Peter Renard

De overleggroep voor een nieuwe politieke cultuur. Jos Geysels (Agalev) vindt het initiatief van Kamervoorzitter Raymond Langendries (PSC) een pijnlijk voorbeeld van voorbijgestreefde particratie.

Jos Geysels : Dertig jaar politisering maken we niet in een dag ongedaan. Maar we kunnen er vandaag al mee stoppen.

De kampioenen van het politiek dienstbetoon, fractievoorzitter Paul Tant (CVP) en partijvoorzitter Herman De Croo (VLD) : hand in hand voor een nieuwe politieke cultuur.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content